Nieuws
Onderzoeksbureau: genoeg geld voor energietransitie, ook bij ambitieuzer klimaatbeleid
Zelfs als een volgend kabinet de klimaatambities aanscherpt, is er genoeg geld beschikbaar om de doelen te halen. Volgens onderzoeksbureau CE Delft ligt er jaarlijks tussen de 6,1 en bijna 7,8 miljard euro op de plank om ‘een tandje erbij’ te bekostigen.
Het geld zit in potten van onder meer het Nationale Groeifonds en het coronaherstelfonds van de Europese Unie. Met de potentieel beschikbare miljarden kan Nederland het huidige doel van 49 procent minder CO2 uitstoot in 2030 ‘ruimschoots’ halen, berekende CE Delft.
Als een nieuw kabinet besluit de uitstootvermindering op te voeren tot 65 procent, zoals Duitsland vorige week aankondigde, is jaarlijks ongeveer 9 miljard euro nodig. In dat geval zijn de fondsen niet toereikend, maar met aanvullende private investeringen is ook dit doel haalbaar, aldus CE Delft, dat het onderzoek uitvoerde in opdracht van Greenpeace. Het geld komt bovenop bestaande maatregelen.
Kans van de eeuw
Dewi Zloch, expert klimaat en energie bij de milieuorganisatie, spreekt van de kans van de eeuw om de economie te vergroenen: ‘Er is ongekend veel geld. Net niet genoeg om tot de noodzakelijke 65 procent CO2-reductie te komen in 2030, maar als het bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid ook neemt, is het zeker haalbaar.’
Volgens de zogenoemde quickscan zijn er 30 tot 35 Europese fondsen beschikbaar voor investeringen om direct of indirect CO2 terug te dringen. In Europa gaat het onder meer om het Green Recovery Fund en Horizon Europe. Grote Nederlandse fondsen zijn Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (potentieel 410 miljoen euro) en de Regeling Groen Beleggen (800 miljoen).
Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool, is kritisch: ‘Het gaat bij deze fondsen voornamelijk om leningen. Geld dat ooit dus terugbetaald moet worden.’ Hoewel de rente laag is, zadel je toekomstige generaties misschien niet met een klimaatprobleem op, maar wel met enorme leningen die terugbetaald moeten worden, zegt Visser.
Politieke keuze
CE Delft stelt dat het geld dat eventueel beschikbaar komt, niet garandeert dat de klimaatdoelen worden gehaald. Hoe geld wordt besteed, is een politieke keuze. ‘Het pakket dat wij hebben samengesteld is illustratief, waarmee het reductiedoel wordt bereikt. Dit kan dus ook anders worden ingevuld’, staat er in de bijsluiter.
Volgens Visser zijn veel van de Europese fondsen bedoeld voor innovatie. ‘Dit is uitrol van de energietransitie met bestaande technologieën.’ Het is daarom de vraag of alle middelen die beschikbaar lijken wel ingezet mogen worden.
Of Nederland net als Duitsland zijn ambities moet verhogen tot 65 procent, is een politieke vraag, zegt Visser. ‘Europa zegt dat 55 procent in 2030 genoeg is. Het staat landen vrij om meer te doen.’ Duitsland heeft veel vervuilende bruinkoolcentrales, die ze snel kunnen sluiten, aldus Visser. ‘Wij hebben in onze klimaatplannen de kolencentrales al gesloten. Hierna wordt het moelijker.’
Om nu te streven naar 65 procent CO2-reductie voor 2030, trekt een enorme wissel op de samenleving en er moet enorm veel extra worden geïnvesteerd, stelt Visser. Geld dat straks ook nog nodig is en tegen die tijd dankzij nieuwe technologieën wellicht beter ingezet kan worden. ‘We moeten na 2030 ook nog grote stappen maken met de transitie.’