Onderzoek over IS-steun Turkse jongeren deugde niet
Het onderzoek van bureau Motivaction naar steun onder Turks-Nederlandse jongeren voor terreurbeweging IS bevatte 'serieuze tekortkomingen'. Dat concludeert onderzoeksbureau Labyrinth dat in opdracht van minister Lodewijk Asscher (Integratie) keek naar de kwaliteit van het Motivaction-onderzoek.
In het verkennende onderzoek van Motivaction stond dat een grote meerderheid van de Turks-Nederlandse jongeren positief tegenover de opmars van Islamitische Staat (IS) zou staan en begrip zou hebben voor het geweld van jihadstrijders tegen mensen met een ander geloof. Het onderzoek werd groot opgepakt door de media en maakte veel reacties los in politiek Den Haag.
PvdA-minister Asscher reageerde direct verontrust, maar dat kwam hem te staan op veel kritiek uit de Turkse gemeenschap - die zich niet herkenden in de conclusies. 'Als ik morgen een enquête organiseer onder vijfhonderd Turken en daar komt het tegenovergestelde uit, dat zij gruwen van IS, geeft u mij dan ook een podium?', zei Mohammed Kat, een Turks-Nederlandse student economie, tegen Asscher bij een bezoek aan de moskee in IJmuiden.
Ook ontstonden snel daarna twijfels over de onderzoeksmethoden. Jelke Bethlehem, bijzonder hoogleraar survey-methodologie aan de Universiteit Leiden, zei in de Volkskrant dat hij en zijn collega's zich verbaasden over de gebruikte methode. 'Het was een belangrijke studie, maar de uitvoering ervan rammelt behoorlijk.
Argwaan in de moskee
Mohammed Kat, een Turks-Nederlandse student economie, kan zijn woede over de 'misplaatste uitlatingen' van minister Lodewijk Asscher niet binnen houden. Lees hier de reportage in de Kuba-moskee in IJmuiden van Janny Groen. (+)
Winkelcentrum
De conclusies werden door onderzoekers van Motivaction getrokken op basis van een enquête in opdracht van Forum, een instituut voor multiculturele vraagstukken - dat inmiddels niet meer bestaat. Het onderzoeksbureau vroeg 300 Turkse en 404 Marokkaanse Nederlanders tussen de 18 en 34 jaar naar hun betrokkenheid bij conflicten in de Arabische landen. Onderzoekers zijn voor de moskee en in het winkelcentrum gaan staan en hebben mensen aangesproken van wie zij dachten dat ze tot de doelgroep zouden behoren. 'Een heel selectieve methode', oordeelt Bethlehem. 'Zo negeer je alle mensen die nooit in een winkelcentrum komen.'
Asscher liet daarop het onderzoek nakijken door Labyrinth. Conclusie daaruit is dat er twijfels zijn over de geldigheid en betrouwbaarheid van het onderzoek. Zo waren vragen niet eenduidig geformuleerd en was er onduidelijkheid over wat de jongeren verstaan onder termen als 'jihadisme' en 'kalifaat'. Het onderzoek kon daardoor geen representatief beeld geven van de opvattingen van de jongeren.
Asscher vindt dat het Motivaction-onderzoek zorgvuldiger uitgevoerd had moeten worden: 'Ik vind het betreurenswaardig dat Turks-Nederlandse jongeren hierdoor gekwetst zijn. Dit laat het belang zien van goed onderzoek, ik heb het Sociaal Cultureel Planbureau daarom gevraagd om onderzoek te doen naar de opvattingen van Nederlandse jongeren met een Turkse en Marokkaanse achtergrond. Als we de resultaten hiervan hebben, kunnen we op basis van feiten en op een constructieve manier hierover met elkaar in gesprek.'
Hoe goed was onderzoek over steun Turken voor IS?
Algemeen directeur Pieter Paul Verheggen van Motivaction noemt het onderzoek 'sociaalwetenschappelijk acceptabel', maar wetenschappers betwijfelen dat. Heeft de gebruikte methode de resultaten beïnvloed?