Onderzoek naar verdwijningen in Nederland wordt heropend

Rechercheteams in Nederland die de afgelopen jaren geconfronteerd zijn met de spoorloze verdwijning van een minderjarige, koesteren nieuwe hoop op een oplossing nu blijkt dat de omvangrijke Belgische zedenzaak wellicht vertakkingen in het buitenland heeft....

Van onze verslaggeefster

AMSTERDAM

Niet bekend

Nu de 39-jarige Waal Marc Dutroux heeft bekend zes meisjes te hebben ontvoerd en de Belgische Justitie vermoedt dat twee vermiste meisjes wellicht in het buitenland verblijven, groeit in Nederland de hoop dat een paar van die langdurige vermissingen eindelijk kunnen worden opgehelderd. Verdwijningen in de grensstreek komen daarvoor het meest in aanmerking. Over de zaak van de 18-jarige Tanja Groen uit Schagen, die eind augustus 1993 na een ontgroeningsfeest van de Maastrichtse studentenvereniging Circumflex spoorloos verdween, wordt tussen de Belgische en Nederlandse politie druk overlegd.

Maar ook de dossiers van verdwijningen die op voorhand niets met de Belgische zedenzaak van doen schijnen te hebben, worden weer uit de kast gehaald. 'Tot nu toe gaat het alleen nog om meisjes, maar wie weet leidt het spoor ook nog naar jongens', zegt een rechercheur uit Zeist hoopvol. Een jaar lang hield zij zich intensief bezig met de mysterieuze verdwijning van de Somalische broertjes Faisal en Mahad Adem, die na een bezoek aan hun oom in Landgraaf nooit huiswaarts keerden. Zonder succes. Van de jongens is al twee jaar niets vernomen.

Een woordvoerder van de politie in Drenthe zegt er alleen al hoop uit te putten dat twee meisjes, na langdurig te zijn vermist, levend in het huis van Dutroux werden aangetroffen. De Drentse politie zoekt al ruim vier jaar naar Willeke Dost uit Koekange die op vijftienjarige leeftijd verdween.

Bij de onopgeloste zaken zitten ook nog de verdwijning van Jair Soares uit Rotterdam (7 jaar, augustus vorig jaar op het strand bij Hoek van Holland), Cheryl Morriën (7 jaar, augustus 1986 in IJmuiden) en Germa van den Boom (19 jaar, juli 1984 in Nieuwendijk). De moorden op sommige minderjarigen, zoals die op de 15-jarige Nicole van den Hurk uit Eindhoven en de 8-jarige Manon Seijkens uit Helmond, zijn nooit opgehelderd.

De kritiek die de afgelopen dagen in België is geuit dat de politie na de vermissing van de meisjes veel te traag en te nonchalant in actie zou zijn gekomen, klinkt ook in Nederland. De Vereniging van Achterblijvers na Vermissing (VAV) zei twee jaar geleden bij de oprichting dat 80 procent van de mensen die aangifte doet van een vermissing ontevreden is over de handelwijze van de politie. 'O, die komt wel weer terug', is een veel gehoorde opmerking.

In april bracht de CRI samen met de Universiteit Utrecht een boek uit dat moet leiden tot een efficiëntere aanpak van vermissingen. Essentieel is dat agenten bij een aangifte van vermissing een risicobepaling doen. Bij verdwijning van kinderen beneden de twaalf jaar of gehandicapten moeten onmiddellijk opsporingsacties worden ondernomen. Bij minder risicovolle groepen, kan vooralsnog een beperkt onderzoek worden ingesteld of eerst 48 uur worden gewacht.

De CRI heeft daarnaast kort geleden contact gelegd met het National Center for Missing and Exploited Children (NCMEC), een database met foto's en gegevens over alle vermiste kinderen in de Verenigde Staten. Aansluiting op dat computersysteem zou nieuwe opsporingsmogelijkheden voor de Nederlandse politie scheppen. Foto's van vermiste kinderen kunnen op Internet geplaatst worden en er kan gebruik worden gemaakt van verouderingstechnieken, waarbij een foto zo kan worden bewerkt dat een beeld ontstaat van hoe een kind er op latere leeftijd zou uitzien.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden