Onderzoek naar dood militair Laurens Fritz levert niets op
Het onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar de dood van militair Laurens Fritz heeft geen nieuwe inzichten opgeleverd. Het NFI kan niet met zekerheid zeggen waaraan Fritz is gestorven, hoeveel bloed hij heeft verloren en hoe lang het heeft geduurd voordat hij overleed. Dat bleek dinsdag bij de rechtbank in Roermond.
De rechtbank had het onderzoek naar de dood van Fritz heropend om meer duidelijkheid te krijgen over wat er zich 9 september 2011 heeft afgespeeld en hoe bloedsporen van het slachtoffer in het huis van verdachte Jos van D. terecht zijn gekomen. Het lichaam van de 30-jarige militair werd op 16 november 2011, na een uitgebreide zoekactie, gevonden in een kuil in een maïsveld achter de woning van Van D. in Herkenbosch.
Uit de autopsie bleek dat Fritz is overleden aan een combinatie van forse verwondingen aan hoofd en hals. Van D. weigerde tot dusver iedere vraag van de rechtbank te beantwoorden en beriep zich ook dinsdag op zijn zwijgrecht. Het Openbaar Ministerie had eerder een celstraf van 12 jaar geëist tegen Van D.
De twee mannen hadden een langlopend financieel conflict met elkaar. Van D. was de klusjesman van Fritz, die vanwege zijn werk als beroepsmilitair in Duitsland niet vaak bij de verbouwing van zijn woning kon zijn. Van D. regelde alles en zou ook de betalingen doen. Hij verduisterde echter het geld dat Fritz overmaakte om rekeningen te betalen. De ruzie liep volgens de aanklager zo hoog op, dat Van D. Fritz op 9 september zou hebben gedood.
De rechtbank doet op 4 januari uitspraak.
