Onderwijs en integratie

Een op de drie Turks-Nederlandse jongeren verlaat het onderwijs zonder een diploma dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt. Voortijdige schooluitval onder de kinderen van Turkse migranten blijkt een veel groter probleem in Nederland en Duitsland, dan bijvoorbeeld in Zweden, Zwitserland, Frankrijk en België....

Voortijdige schooluitval is een hardnekkig probleem in Nederland. Vooral in het lager (vmbo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo), waarnaar het leeuwendeel van de migrantenkinderen wordt doorverwezen, verlaten veel jongeren zonder diploma de school. Dat ook veel Turks-Nederlands jongeren hun opleiding niet afmaken, mag dus nauwelijks een verrassing worden genoemd.

Het is echter wel verontrustend dat Nederland internationaal gezien zo slecht scoort. De schoolloopbaan is een bepalende factor voor de integratie van migrantenkinderen. Onderwijs geeft immers toegang tot de arbeidsmarkt, wat de beste weg is naar maatschappelijke integratie. Hoewel de onderzoekers zich beperkt hebben tot het lot van Turks-Nederlandse jongeren, mag worden aangenomen dat dezelfde conclusies kunnen worden getrokken voor de kinderen van andere niet-westerse migranten.

Het onderzoek legt twee zwakke plekken van het Nederlandse onderwijssysteem bloot. Het eerste probleem is de vroege selectie voor vervolgonderwijs. In Nederland krijgen kinderen al voor hun 12de jaar een schooladvies op basis van de Cito-toets en de – subjectieve – inschatting van de leerkracht hoe een leerling zich gaat redden in het vervolgonderwijs. Een gevolg is dat veel migrantenkinderen op basis van de herkomst van hun ouders een laag schooladvies krijgen, ongeacht hun leercapaciteiten. Zij belanden en masse op het vmbo. Eenmaal op het vmbo is de weg naar havo/vwo vrijwel afgesneden. Maar ook de doorstroming naar het mbo voor een beroepsopleiding is geen vanzelfsprekendheid, blijkt uit de hoge uitvalcijfers. Na het behalen van het vmbo-diploma op hun 16de blijken veel jongeren niet genoeg gemotiveerd of gekwalificeerd verder te leren.

De conclusie moet luiden dat het Nederlandse ‘stapelonderwijs’, dat wordt gekenmerkt door veel en vroegtijdige selectiemomenten, slecht uitpakt voor migrantenkinderen. Ze gaan internationaal gezien relatief laat (en vaak met een taalachterstand) naar de basisschool, om op hun 12de al met een bepalend advies te beginnen aan een weinig kansrijke onderwijscarrière.

De onderzoeksresultaten pleiten eens te meer voor het loslaten van de ‘knip’ tussen vmbo en mbo; iets waarvan ook veel onderwijsinstellingen inmiddels zijn doordrongen. Daarnaast laat de internationale vergelijking zien dat leerlingen langer de kans moeten krijgen tot wasdom te komen in brugklassen waar vmbo en havo zijn gemengd. Waar het de integratie van tweede generatie migranten betreft, rust kortom op het onderwijs een belangrijke taak.

Reageren? volkskrant.nl/commentaar

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden