Nieuws
Ondermijningsteam MIT kwam nooit tot wasdom en gaat in beoogde vorm niet verder
Het nooit tot ontplooiing gekomen anti-ondermijningsteam MIT ondergaat een forse afslanking en krijgt een andere naam. Daarmee komt minister Dilan Yesilgöz tegemoet aan de argwaan die van het begin af aan tegen de oprichting van het team heeft bestaan.
In een brief aan de Tweede Kamer spreekt Yesilgöz (Justitie en Veiligheid, VVD) woensdag van een ‘koerswijziging’. Het MIT (Multidisciplinair Interventie Team) werd aangekondigd door haar voorganger, minister Ferd Grapperhaus (CDA), na de moord op advocaat Derk Wiersum in september 2019.
Wiersum was raadsman van kroongetuige Nabil B. in het Marengoproces. De broer van Nabil B., Reduan B., was in 2018 al vermoord. Grapperhaus achtte deze daden, die de rechtsorde in hoge mate ondermijnden, van dusdanig gewicht dat hij nauwere samenwerking tussen verschillende overheidsdiensten in een nieuwe operationele organisatie bepleitte.
Misdaadbestrijding
In het MIT zouden vertegenwoordigers van politie, douane, belastingdienst, fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst FIOD en de marechaussee worden samengebracht tot een team van 400 man. Daarmee zou effectiever tegen de georganiseerde, ondermijnende (drugs-)criminaliteit kunnen worden opgetreden.
Maar de diensten zelf waren van meet af aan huiverig om manschappen af te staan, en ook vanuit de Tweede Kamer en de wetenschap klonk kritiek. Alleen al de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie telt zeven verschillende diensten. Zou het MIT de versnippering niet juist vergroten? De gezaghebbende criminoloog Cyrille Fijnaut sprak zelfs van ‘het domste plan in de geschiedenis van de Nederlandse politie’.
Yesilgöz schrijft in haar brief dat ‘de capaciteit die er is, zo goed en effectief mogelijk moet worden ingezet’. Een rondgang langs bestuurders, wetenschappers en de betrokken diensten heeft haar nu geleerd dat er veel ‘kritische geluiden’ zijn of het MIT in zijn huidige vorm wel de operationele slagkracht zou krijgen die Grapperhaus voor ogen stond.
Conclusie
De minister trekt daaruit de conclusie dat ‘een wezenlijk deel van de interventiecapaciteit niet in het samenwerkingsverband komt, maar vanuit de moederorganisaties beschikbaar wordt gesteld wanneer nodig’. Dat bundeling van informatie, inzicht, kennis en expertise meerwaarde heeft, staat niet ter discussie. Maar die is alleen effectief met een duidelijke focus, niet als er vooral over structuren en de verdeling van fte’s en financiële middelen wordt gesproken, aldus Yesilgöz.
Bij deze afschaffing in de beoogde vorm hoort volgens Yesilgöz ook ‘een nieuwe, beter passende naam’. Het MIT gaat daarom vanaf 1 juli verder als Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit. De leiding van dit NSOC komt in handen van een directeur, die achttien maanden de tijd krijgt om nut en noodzaak van de organisatie te bewijzen. Hij krijgt wetenschappelijke begeleiding en heeft als hoofddoel de financiële verwevenheid van onder- en bovenwereld te ontvlechten. Eind 2023 moet dan blijken of het NSOC voldoende toegevoegde waarde heeft.