ONDER HET DAK VAN DE WERELD

Ook goden houden zich stil. Zij verblijven in hun heilige huizen achter gesloten deuren, een soort schrijnen. Eens in het half jaar, vaak zelfs maar eens per jaar, zo heb ik begrepen, komen zij naar buiten, ze worden op een troon gezet, er wordt rondom hen gefeest, en dan valt...

KEES FENS

Het is er stil en leeg. De soms verse offers verraden bezoekers; maar vaak ook zijn de offers oud, de bloemetjes ervan zijn haast vergaan; ze lijken de resten van het geloof, als stompjes kaars in een al lang niet meer bezochte kerk: er moet al in tijden niemand zijn geweest. En de doeken waarmee veel van de schrijnen zijn gedrapeerd, moeten lang geleden zijn aangebracht. De heiligste van de drie tempelhoven is altijd verlaten, want alleen voor de priesters en gelovigen toegankelijk. Maar die lijken de heilige leegte de meeste tijd aan zichzelf over te laten.

Misschien roept de leegte meer dan wat ook de aanwezigheid van goden en geesten op. De lucht moet nooit vrij zijn. Geloven is geloven in een bezield geachte leegte. Hoe groter het geloof, hoe voller de lucht.

Het geloof op Bali is heel sterk. Misschien is dit wel typerend voor de leegte: op alle tempelterreinen staan een of meer, vaak schitterend gebeeldhouwde 'gevels'; er is een deur in en die is vaak een kunstwerk op zichzelf; bijna alle deuren lijken op hemelpoorten! Maar die deur leidt naar niets: de gevel is een poort, waardoor een nieuwe leegte bereikbaar is.

Van de leegte werd ik mij op dat toch overvolle Bali steeds meer bewust. En dat kwam misschien vooral door het dak. Het dak is de afdekking van een huis, van volheid. Het hoofd van het lichaam dat het huis is. Op alle tempelcomplexen op Bali staan daken zonder huis; ze rusten op palen, maar lijken te zweven. Onder hen is de leegte. Het allermooiste soort gebouw dat ik op Bali heb gezien is de 'meru': een toren van gestapelde daken die steeds kleiner worden. Bij sommige tempels staat er een hele rij van: de mooiste zwevende gebouwen die ik ooit heb gezien. Ze zijn gewijd aan goden of voorouders, en misschien verbeelden die plateaus wel verschillende stadia van leven, want het ene dak lijkt het andere voort te brengen.

Ze zijn vooral zeer verfijnd, zoals heel veel aan gedrag en in rituelen op dat eiland uiterst verfijnd is, om niet te zeggen elegant. Het verfijndste gebaar dat ik heb onthouden: een vrouw sprenkelt, met de zeer smalle hand en bloemblaadjes tussen de vingers, water over een offer. Langzaam waaiert de onderarm uit, en bij de sprenkeling lijkt de hand het offer haast te groeten. Het is in elk geval het laatste gebaar. En in zijn verfijndheid is het de kunstzinnigheid van de offergave waardig. Het kleine met voedsel en bloemen gevulde mandje, het meest gangbare offer, in de huistempels, op straat, ach ze liggen overal, lijkt in zijn kleurigheid een collage, maar alle onderdelen ervan hebben een symbolische betekenis.

De goden moet een zeer goede smaak worden toegedacht, die in strijd lijkt met de voor westerlingen bijna monsterachtige en angstaanjagende trekken waarmee ze in de tempels worden afgebeeld. Of gaat het hier vaak om boze geesten of geestverschrikkers?

Twee kleine beelden zijn mij bijgebleven: die van een oud mannetje, kaal hoofd, zonder dak erboven; hij lijkt te buigen voor warmte en regen. Maar misschien bemerkt hij die niet: hij is in zichzelf verzonken. En dan was er het beeldje van een vrouw, licht glimlachend, gesloten ogen, heel lieve en voorname trekken, het hoofd licht gebogen naar de tegen elkaar gevouwen handen. Zij heet de bezoekers van de tempel welkom. En dat waarschijnlijk al eeuwen lang, altijd glimlachend.

Er zijn de goden en de demonen - en die worden met de offers geëerd of gunstig gestemd. Er moet, denk ik, ook heel veel angst zijn. Verering en angst houden de ontelbare rituelen in stand. En als men wil, voltrekken ook die zich in een leegte: in een geestelijke enclave, afgesloten van de steeds krachtiger worden westerse invloeden, en dat zijn niet de verfijndste. De rituelen zouden de religieuze volheid van het eiland wel eens kunnen redden, hoeveel leegte en formalisme die op zichzelf kunnen vertonen.

Er zijn geen godinnen. Als bijna alle godsdiensten lijkt ook het Balinese hindoeïsme een schepping van mannen, zoals de hele cultuur dat lijkt. Dat kan het soms gewelddadige uiterlijk van de goden of demonen verklaren. Er zijn priesters, geen priesteressen, maar in de tempeldansen wordt de heersende kracht van de verfijning van de vrouwen zichtbaar, zoals op veel gebieden in de cultuur het geval is: zij maken die sierlijkste kunstwerken die de offers zijn.

Zoals altijd in de mannelijke cultuur, houden de vrouwen de wereld in stand. Zij doen het werk, en vaak het zwaarste. Hun mindere positie heeft hun een vaak vorstelijke allure niet ontnomen: hun gestalte is recht - de lasten op het hoofd gedragen moeten in balans worden gehouden - en zij lopen schitterend en haast ongestoord. (Maar de jongeren rijden natuurlijk ook op motorfietsen.)

Twee vrouwen zijn mij bijgebleven, want hun gestalte gaf ze een haast symbolisch uiterlijk. In een hoek van een stuk wat verlaten strand zat de hele dag een oudere vrouw, klein van gestalte. Naast zich een koelbox en een mand. Ze verkocht nauwelijks iets. De hele dag keek ze uit op het geweld van de zo mannelijke oceaan. Pas als het donker begon te vallen, ging ze weg, koelbox in de rechterhand, de mand op het hoofd, vastgehouden met de linkerhand. Ongebroken - en ze was al oud.

De tweede vrouw zag ik in een stukje binnenland, waar je steeds dieper in de verleden tijd leek te verdwijnen. We reden over een brug; op de rand daarvan stond een vrouw, grijs haar, gitzwarte ogen, vol eeuwen hoogmoed. Ze had haar sarong onder haar borsten gebonden, zoals dat eens op Bali de gewoonte was. Ze stond er als een heerseres, naar ons kijkend, maar ook op ons neerziend; ze was een beeld, een zinnebeeld ook van een bijna voorbije cultuur. Zo stel ik mij een godin voor. Het grootste uit het verleden moet in haar gestalte hebben gekregen. Ik geloofde even in de reïncarnatie, die in het geloof daar centraal staat. Misschien is de reïncarnatie wel de mooiste vervulling van de leegte. Men komt weer onder dak. Wat moet een ziel in die luchten die al zo vol zijn. In die grote leegte onder het dak dat de hemel is. De wereld lijkt op de huizen en tempels.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden