Omamamma en opapappa
Omdat hun dochter of zoon daartoe niet in staat is, voeden een paar duizend grootouders hun kleinkind op. Weer 21 jaar zorgen....
Voor ze op de bank gaat zitten, schuift Jos van Lieshout (52) wat Legoblokjes aan de kant. Vanochtend om zeven uur was ze al torens aan het bouwen. Ze wil dat haar huis een veilige basis is voor 'kleine Pieke', zoals Jos haar vierjarige kleinzoon Levi liefkozend noemt. In het kleine driekamerappartement heeft ze een kamer helemaal voor hem ingericht.
Levi kwam al sinds zijn geboorte regelmatig bij oma logeren; sinds een jaar is ze officieel zijn pleegmoeder. Vier dagen per week woont hij bij haar. De andere drie dagen bij zijn moeder.
Jos had zelf professionele hulp ingeschakeld. Het ging zo niet langer, vond ze. Haar dochter was niet in staat om Levi zelf op te voeden; dat Jos de officiële pleegmoeder werd, leek de beste oplossing. Nu konden de instanties voor haar zieke dochter zorgen en Jos voor haar Pieke.
Maar de praktijk viel tegen. 'Weet je wat ik het allerergst vind? Dat de instanties nu beslissen wat er met hem gaat gebeuren en dat ik daar niets meer over te zeggen heb. Terwijl ik hem troost als hij verdrietig is. En ik ben het die hem 's nachts vasthoudt als hij weer een nachtmerrie heeft.'
Coffeeshop
In Nederland staan ongeveer tweeduizend grootouders geregistreerd als pleegouders van hun eigen kleinkinderen. Daarnaast is er een waarschijnlijk minstens zo grote groep opa's en oma's die voor hun kleinkinderen zorgt zonder hulp van instanties. Zij doen dat omdat ze niet weten dat ze recht hebben op pleeghulp, of omdat ze bang zijn voor de bemoeienis van de instanties. Want waar veel grootouders tegenaan lopen, is dat ze als pleegouders nauwelijks rechten hebben.
Veelal komt de voogdij bij Bureau Jeugdzorg te liggen en hebben de grootouders zelfs voor alledaagse zaken ineens toestemming nodig. En dat is voor wie ook al op gespannen voet leeft met zijn eigen kind nauwelijks te verkroppen.
Kort na de geboorte van Levi bleek dat Jos van Lieshouts dochter grote moeite had met de zorg voor haar kind. Zeker toen ze na drie maanden weer parttime ging werken. Als ze aan het werk was, ging Levi naar oma, maar ook als ze vrij was deed ze steeds vaker een beroep op Jos. 'Ze belde me bijna dagelijks of ik alsjeblieft een paar uurtjes op Levi wilde passen.' Het duurde niet lang of de baby sliep vijf dagen in de week bij oma Jos. 'Ik heb zijn eerste tandje zien doorkomen, ik was erbij toen hij zijn eerste stapjes zette en hij noemde mij mama.'
Na een jaar raakte haar dochter overspannen en kwam in de ziektewet. Ze ging steeds meer blowen en had extreme stemmingswisselingen. 'Ik maakte me zorgen als Levi bij haar was. Ik ging soms onverwachts langs om te controleren. Dan kwam Levi midden op de dag in zijn hemd op me aflopen met een mond vol snoep. Het hele huis lag overhoop en mijn dochter lag nog in bed.'
Toen Jos erachter kwam dat haar dochter Levi ook regelmatig alleen liet om naar de coffeeshop te gaan, heeft ze hulp gezocht bij de huisarts. Haar dochter bleek de persoonlijkheidsstoornis borderline te hebben en de huisarts verwees haar door naar Bureau Jeugdzorg. 'Mijn dochter kreeg begeleiding en ik werd pleegmoeder. In het begin was ik daar heel blij mee. Eindelijk wat structuur, dat geeft rust, dacht ik.'
Maar rust bracht de nieuwe situatie niet, wel strijd. Strijd met de instanties en strijd met haar dochter. 'Ik heb hulp ingeschakeld omdat mijn dochter ziek is. En zolang ze ziek is, kan ze Levi geen veilig thuis bieden, dus daaraan moet ze eerst werken. Simpel.' De instanties richtten zich echter niet op de ziekte van haar dochter, maar startten een zogenaamde terug-naar-huis-module.
'Ik wil ook dat Levi uiteindelijk weer bij zijn moeder gaat wonen, maar wel pas als ze er klaar voor is. 'We kunnen het toch proberen', zeggen ze dan. Maar proberen doe je met een nieuwe fiets, niet met mijn kleinzoon.' En Levi, merkt Jos, lijdt eronder. Hij heeft nachtmerries, driftbuien en is bang om alleen te zijn.
Volgens Jeugdzorg doet Jos' dochter haar best. Volgens Jos niet. 'Ze neemt haar medicijnen niet, ze stopt niet met blowen en ze zoekt geen psychische hulp. Bureau Jeugdzorg denkt dat ze haar helpt. Maar wat zij nodig heeft, is iemand die afspraken met haar maakt en zorgt dat ze die afspraken ook nakomt. In plaats daarvan brengt haar begeleider haar met de auto naar de coffeeshop als het regent.'
De strijd heeft Jos vermoeid. Ze wil er graag een weekje tussenuit - met Levi. Pas één keer eerder lukte haar dat: vier dagen, naar Cadzand. 'Nu wil ik langer weg, maar omdat ik maar voor vier dagen zijn pleegmoeder ben, moet ik toestemming vragen.' En haar dochter weigert. 'Ze is bang dat hij dan helemaal niet meer naar haar toe wil.' Als pleegmoeder heeft ze geen rechten, dus moet ze zich bij die beslissing neerleggen. 'Ik heb altijd gezegd dat ik dan ook niet ga, omdat ik dat Levi niet kan aandoen. Maar ik ben op. Doodop. Ik moet me opladen.' Dus gaat ze, alleen. 'Acht dagen. Ik hou mijn hart vast.'
Reisleider
Bureau Jeugdzorg beoordeelt elk hulpverzoek voor jongeren tot 18 jaar. En van ieder kind dat door de kinderrechter onder toezicht wordt gesteld, wordt een medewerker van Bureau Jeugdzorg (gezins)voogd. Het bureau stelt vast welke zorg nodig is en onderzoekt of de nieuwe pleegouders een veilig thuis kunnen bieden en in aanmerking komen voor pleeghulp.
De kwaliteit van grootouders zou meer benut moeten worden, vindt orthopedagoog Mirte Loeffen van Collegio, een adviesbureau voor de jeugdzorg: 'Ze kennen de ouders en het kind als geen ander. Zij zijn vaak de eersten die problemen signaleren. Zeker in het licht van de vergrijzing en het grote tekort aan pleeggezinnen waar pleegzorg mee kampt, is het vreemd dat er niet veel meer oog is voor deze groep.'
Grootouders hebben behoefte aan erkenning en informatie, zo bleek uit onderzoek dat Loeffen deed: 'Het is een onontgonnen terrein, zonder reisleider en zonder routekaart. Grootouders komen moeilijk aan informatie en zijn overgeleverd aan ad-hocbeleid per regio. Aan de ene kant van het land worden ze omarmd als vangnet voor hun kleinkinderen, elders wordt hen geadviseerd gewoon grootouders te blijven en vooral niet de zorg van hun kleinkinderen op zich te nemen.'
Onbeschoft
Ook Pieta (54) en Bart (56) Janssen kregen in eerste instantie dit advies. En liever waren ze ook 'gewoon opa en oma' gebleven. Maar ze hadden geen keuze. Zij zorgen nu al ruim twee jaar voor Jeremy en Clarissa, de tweejarige tweeling van hun zoon en diens verslaafde vriendin.
De kinderen waren drie maanden toen hun zoon vroeg of opa en oma een weekendje op wilden passen. 'Ze wilden even wat tijd met elkaar doorbrengen.' In plaats daarvan kregen de jonge ouders ruzie. Zondagavond werd de tweeling niet opgehaald. Maandagavond belde hun zoon of de kinderen wat langer mochten blijven: hun moeder was ervandoor. Dat mocht. 'Sindsdien wonen de kinderen eigenlijk bij ons', lacht Bart treurig.
Hun zoon kan de verantwoordelijkheid voor twee kinderen niet dragen. 'Wij wilden eigenlijk dat de kinderen naar een jonger pleeggezin zouden gaan, omdat ze het niet verdienen om door twee oude mensen te worden grootgebracht. Toen we hoorden dat ze dan uit elkaar werden gehaald, omdat een tweeling moeilijker te plaatsen is, hebben we besloten hen zelf in huis te nemen.'
Pieta en Bart deden aangifte van kindermishandeling. Pieta: 'De moeder is verslaafd aan crack en alcohol. Daarnaast lijdt ze aan borderline. Ze was agressief en bedreigde ons. Het ene moment wilde ze de tweeling bij ons weg komen halen en dan keek ze weer weken niet naar haar kinderen om.' Via de rechter werd de tweeling onder toezicht gesteld van een gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg. Pita: 'Een hele verlichting. Nu hoefden wij niet meer steeds in discussie met onze schoondochter.'
Minder blij waren Bart en Pieta met de gezinsonderzoeken die volgden. Nadat ze hadden aangegeven officieel pleegouder te willen worden, werd de pleegzorgprocedure gestart. De Raad voor de Kinderbescherming lichtte het gezin door en een pleegzorgmedewerker kwam in opdracht van Bureau Jeugdzorg een gezinsonderzoek doen.
Bart: 'De vrouw die de intake deed, was op het onbeschofte af. Ze zei steeds: 'Jullie hoeven het niet te doen, hoor.' Alsof het onze keuze was. Alsof wij hen gesmeekt hadden of we alsjeblieft voor onze eigen kleinkinderen mochten zorgen.' Zijn vrouw probeert haar houding te snappen. 'Wij hadden haar direct duidelijk gemaakt dat we al anderhalf jaar voor de kinderen zorgen en dat we dat zouden blijven doen, ongeacht wat zij zou beslissen. Daarmee voelde ze zich misschien een beetje buitenspel gezet.'
Pieta en Bart konden uiteindelijk pleegouder worden. En kwamen er toen achter dat ze als pleegouders minder te vertellen hadden dan als grootouders. Zo mochten de kinderen niet meer naar het kinderdagverblijf, omdat dat niet goed zou zijn voor het hechtingsproces. Bart: 'Terwijl ze daar al een jaar met veel plezier naartoe gingen.'
Pitbulls
Eenderde van de grootouders die officieel voor hun kleinkinderen zorgt, is in strijd verwikkeld met instanties, schat Mirte Loeffen van Collegio. Traditionele pleeggezinnen hebben meer afstand, zitten minder dicht op de situatie en hebben bewust gekozen voor een pleegkind én voor de samenwerking met instanties. Grootouders kiezen onvoorwaardelijk voor de zorg van het kind, niet voor bemoeienis van welwillende maar formele instanties. Zij hebben in het verleden de problemen altijd zelf opgelost. Gezinsonderzoeken en richtlijnen voor de opvoeding schieten daarom vaak in het verkeerde keelgat.
Loeffen: 'Geen grootouder kiest ervoor om eens lekker aan de tweede lichting te beginnen. Ze gaan zonder eigenbelang voor hun kleinkinderen door het vuur. Deze liefde maakt hen tot pitbulls. En dat is voor de professionals niet altijd gemakkelijk.'
Verstikkend
Heel bewust hebben Nelis (61) en Hedy (54) Schweitz de instanties buiten de deur gehouden toen ze besloten om hun acht maanden oude kleindochter Danique in huis te nemen. Hun dochter Bianca, de moeder van Danique, was geen gemakkelijk kind. Ze was negen toen ze voor het eerst met haar bij het Riagg zaten. Op haar vijftiende ging Bianca het huis uit. Het gezin had in die tijd te maken met allerlei instanties voor jeugdzorg en heeft daar geen goede herinneringen aan. Hedy: 'Mijn grootste bezwaar tegen deze instanties is dat beslissingen niet samen met de ouders worden genomen. Er wordt over jou beslist. Dat is verstikkend. Ik heb zo vaak gedacht: zet die oogkleppen eens af. De waarheid staat niet in een boekje. Kijk om je heen.'
Bianca beviel op haar dertigste van Danique. Ze was verslaafd aan de cocaïne en verdiende haar geld in de prostitutie. Toen ze een paar weken in verwachting was belde ze haar moeder: 'Mam ik ben zwanger, leuk hè?'
Hedy: 'Ze werd mishandeld door haar vriend en ze wist niet wie de vader was. Leuk is anders, dacht ik nog. Toch ging het in het begin best goed. We hadden een huis voor haar gehuurd en dat helemaal ingericht voor haar en haar dochter.'
Maar Bianca viel desondanks terug in haar oude leven en het ging snel bergafwaarts. Om de drugs voor zichzelf en haar vriend te kunnen betalen, begon ze weer met tippelen. Als ze 't niet vergat, nam ze de baby overal mee naar toe.
Geheim
Danique is nu vier. Ze voelt zich helemaal thuis bij 'opapapa' en 'omamama'. Zij werkt vier dagen per week, hij tien uur. Om de zorg goed te kunnen regelen, gaat Danique drie dagen in de week naar een oppasmoeder. En vorig jaar zijn ze met Danique zes weken naar Indonesië geweest. Het contact met Bianca is goed. Ze komt één keer in de twee weken langs en ze bellen regelmatig.
'We hebben er lang over nagedacht of we haar wel in huis moesten nemen', zegt Hedy. 'Want het betekent misschien weer 21 jaar een kind in huis. En wat doen we als ze net zo lastig wordt als haar moeder?' Toen ze eenmaal besloten hadden 'er voor tweehonderd procent in te stappen', ging de rest heel vlot. Hedy: 'We hebben samen met onze dochter een verzoek voor voogdij bij de kantonrechter ingediend. Twee maanden later was alles rond. Bianca blijft altijd de moeder, maar mocht er iets met haar gebeuren, dan is Danique veilig.'
Ze hebben nog geen moment spijt gehad van hun beslissing. Danique is een vrolijk en sociaal kind. Hedy: 'Natuurlijk denk ik soms wel: ik ben moe, moet dat nou. Maar als ik dan dat kleine handje in mijn hand voel glijden, weet ik weer waarvoor ik het doe.'
Anderhalf jaar geleden kreeg de familie Schweitz toch met Jeugdzorg te maken. Bianca kreeg weer een kind, Dijon. Nelis: 'De Kinderbescherming heeft ons benaderd voor de voogdij. Het was geen gemakkelijke keuze, maar we konden het niet aan om nog een kleinkind op te voeden.'
Dijon werd onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst, zo besliste de rechter. In afwachting van een pleeggezin kwam hij op een geheim opvangadres te wonen.
'Toen we onze kleinzoon wilden bezoeken, begonnen de problemen', vertelt Hedy. 'Het mocht niet. Bianca had het voorgelegd aan de gezinsvoogd, maar die vond het niet goed voor Dijon. Vol ongeloof belde ik Jeugdzorg om de situatie nog eens uit te leggen. Het kon toch niet waar zijn dat je je eigen kleinkind niet mag bezoeken en dat broer en zus elkaar niet kunnen zien?'
Maar het was wel waar. De gezinsvoogd wilde geen contact met het grootouderpaar, liet Bureau Jeugdzorg weten. 'Onvoorstelbaar. We zijn al een jaar bezig. We hebben er nu één bezoekje uit kunnen slepen, maar of we echt bezoekrecht krijgen? Dat weten we nog steeds niet.'