OM in last
DE ACHTSTE meervoudige kamer van de Amsterdamse rechtbank heeft in de zaak tegen Karman, voormalig handlanger van en 'kroongetuige' tegen de van hasjhandel verdachte Johan - de Hakkelaar - V., een vernietigend vonnis geveld....
In ruil voor zijn belastende getuigenis heeft het OM Karman gegarandeerd dat hij niet meer de cel in hoeft voor zijn aandeel in de criminele onderneming van de Hakkelaar. Zelfs als de rechter hem zou veroordelen tot meer straf dan hij al heeft uitgezeten, zou hij op vrije voeten blijven.
Toen in april vorig jaar de overeenkomst bekend werd, is daarop van vele zijden harde kritiek geuit. Betoogd werd dat het OM een rechterlijk vonnis niet aan zijn laars mag lappen. In deze krant werd de deal gekwalificeerd als minachting voor de rechtbank en insubordinatie jegens het gezag van de wet. Maar het OM ontkende hardnekkig en zelfverzekerd dat de afspraken illegaal zijn.
De rechtbank bevestigt dat de wet geen ruimte laat voor de door het OM en een ander rechtscollege - de extra meervoudige kamer - in de Hakkelaarzaak gemaakte afweging tussen het belang dat uitspraken ten uitvoer worden gelegd, en het belang van berechting van zware criminelen. De wet is helder: het OM móet straffen executeren. Bovendien beschouwt de rechtbank de overeenkomst als een wurgcontract, waarmee de verdachte Karman de kansen op een eerlijke behandeling werden ontnomen.
Minister Sorgdrager, de top van het OM en de commissie die de toelaatbaarheid toetst van bijzondere opsporingsmethoden - zoals handjeklap met criminele verklikkers - hadden met de overeenkomst ingestemd. Derhalve wordt met het afkeurend rechterlijk oordeel het OM als geheel in zijn hemd gezet.
De strafrechtelijke logica gebiedt dat als de overeenkomst met Karman niet pluis is, de in dat kader afgelegde verklaringen verboden vruchten zijn. Derhalve is het OM in gevaarlijk vaarwater gekomen.
Nochtans is niet te voorzien welke consequenties het vonnis zal hebben in het hoger beroep van de Hakkelaar; het betreft immers niet direct Karmans rol als kroongetuige. Maar ten bate van de rechtszekerheid en de rechtszuiverheid mag het hof niet de ogen sluiten voor het primaat van de wet en de leer van de logica. Het zal niet, zoals het college dat in eerste instantie de Hakkelaar veroordeelde, Karmans verklaringen als bewijs mogen toelaten. Als veroordeling van de Hakkelaar alleen mogelijk is door veronachtzaming van de regels van een eerlijk proces, betaalt de rechtsstaat een te hoge prijs.