OESO: Nederlandse scholier ongemotiveerd, amper orde in klas, veel talent onbenut
Nergens ter wereld zijn scholieren zo ongedisciplineerd en ongemotiveerd als in Nederland. Dat stelt de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, in een lijvig rapport over de staat van het Nederlandse onderwijs.
Nederlandse klassen zijn onordelijk en rumoerig. Zelfs goede leerlingen tonen zich weinig begaan met het onderwijs. Van het systeem gaat op scholieren geen aansporing uit om zich in te spannen.
Maar per saldo is het onderwijs in Nederland behoorlijk goed, aldus de OESO. Relatief veel Nederlanders (44 procent van de 25- tot 34-jarigen) hebben hoger onderwijs genoten. In wiskunde, natuurwetenschappen en taalbeheersing presteren Nederlandse leerlingen beter dan de meeste Europese leeftijdsgenoten - zij het minder goed dan scholieren in Aziatische landen.
Sociaal zwakke leerlingen blijven in Nederland vaker binnenboord dan in de meeste andere westerse landen. Het Nederlands onderwijs sluit goed aan op de arbeidsmarkt. Scholen genieten veel onafhankelijkheid. En de Onderwijsinspectie doet goed werk. 'Het Nederlands schoolsysteem is een van de beste van de OESO-landen', stelt de OESO vast. Tegen relatief bescheiden kosten: 3,8 procent van het bbp - het OESO-gemiddelde.
Excellente leerlingen
Maar heel veel talent blijft onbenut. En de vraag - die de OESO onbeantwoord laat - is of het systeem het product is van luie leerlingen, of dat het systeem luie leerlingen heeft gecreëerd. Feit is, schrijft de OESO, dat er tot 2008 op de Nederlandse scholen hoe dan ook geen plaats was voor 'excellente leerlingen'. Sindsdien zijn die programma's er weliswaar gekomen, maar ze vormen nog altijd de uitzondering op de regel dat het onderwijs is gericht op 'de gemiddelde leerling'. Op 59 procent van de middelbare scholen wordt wel remedial teaching aangeboden voor zwakke leerlingen, maar zijn er geen programma's voor leerlingen die wel wat meer uitgedaagd zouden willen worden.
Minister Jet Bussemaker van Onderwijs onderschrijft de suggestie van de OESO dat 'het motievatiegebrek' van veel Nederlandse leerlingen voortvloeit uit een gemis aan uitdagingen. 'We zouden het ons wel wat makkelijk maken als we het rumoer in de klas toeschreven aan onze volksaard. Die gaat misschien niet helemaal vrijuit, maar het voornaamste probleem is dat ons systeem te weinig rekening houdt met verschillen tussen leerlingen.'
Rapport OESO
Lees hier het artikel van Sander van Walsum naar aanleiding van het OESO-rapport over het Nederlandse onderwijs.
De OESO wekt de suggestie dat het onderwijs voor de middenmoot een bron van verveling vormt voor betere leerlingen. Zij worden niet beloond voor intellectuele nieuwsgierigheid en voor meer inzet dan strikt noodzakelijk is. Docenten, die hebben geleerd de gemene deler zo goed mogelijk te bedienen, zijn vaak niet in staat om niveauverschillen binnen de klas te onderkennen en te bespelen. Van de beste leerlingen in groep 8 van de basisschool slaagt ruim een kwart er niet in om de eindstreep van de middelbare school te halen in de tijd die ervoor staat.
Het Nederlands onderwijsbestel staat volgens de OESO meer in het teken van bestraffen dan van belonen. Wie slecht presteert, blijft zitten of daalt af van vwo naar havo. Wie goed presteert, wordt daarvoor niet beloond. Nederland miskent daarmee, aldus de OESO, dat positieve prikkels effectiever zijn dan negatieve.