Ode aan het cynisme
Volgens Bert Wagendorp zal 2015 het jaar zijn, waarin het cynisme wordt verslagen. Het is dus hoog tijd voor een ode aan het cynisme, want voor je het weet gaan mensen zich de raarste dingen in hun hoofd halen. Maar om te beginnen: naast al het andere, is de mens een dualistisch wezen.
De filosoof Otto Weininger (1880-1903), die in het sterfbed van Beethoven zelfmoord pleegde, was een van de eersten die in ieder individu zowel het mannelijke als het vrouwelijke weerspiegeld zag. Alleen zijn sommige mensen meer man en anderen meer vrouw. Dat geldt ook voor optimisme en zorgeloosheid aan de ene kant, en voor pessimisme en cynisme aan de andere kant. Ook hier zijn de verschillen gradueel. Je hebt de Candides en de Bert Wagendorps, maar aan het andere eind van het spectrum opereren de Machiavelli's en de Ciorans.
Onze zoon heet Lenny. Ben ik in een cynische bui, dan zeg ik dat hij naar Lenny Bruce (1925-1966) is genoemd, de Amerikaanse komiek die aan morfinevergiftiging stierf. Ben ik in een vrolijke bui, dan zeg ik dat hij naar Lenny Bernstein is genoemd, die Amerikaanse componist en dirigent. Jazeker, muziek maakt altijd vrolijk, ook als die triest klinkt.
Ben ik in een oorlogszuchtige bui, dan zeg ik er wel altijd bij dat de Mattheus Passion van Bach het beste bewijs is dat God niet bestaat. Die werd namelijk niet door God gecomponeerd, maar door een mens, die in 1685 in Eisenbach werd geboren en die 65 jaar later de kist in ging, zoals ieder sterfelijk wezen. O ja, en Lenny vonden wij gewoon een mooie naam.
Een van mijn favoriete naslagwerken is The Cynic's Lexicon, samengesteld door Jonathan Green. Ik kocht het dertig jaar geleden. Vermoedelijk is het niet meer in druk, want zo gaat het met alle goede boeken: daar kraait al snel geen haan meer naar. Hé cynicus, moet je weer mopperen. Wees blij dat je het nog tweedehands kunt krijgen. In het voorwoord wordt verwezen naar Lenny Bruce, als de kampioen van het moderne cynisme. Waarom? Omdat Bruce in een van zijn conferences heeft gezegd: 'There is no 'what should be', there is only what is.' Dat klinkt bijna als een Wittgensteiniaanse stelling.
Cynisme is afgeleid van het Griekse woord voor hond. De rol van de hond in de ontwikkeling van de meningsvorming en de kennistheorie moet niet worden onderschat. Volgens de antieken kent de hond geen schaamte en heeft hij lak aan conventies. Maar de hond symboliseert meer dan alleen het antisociale. Hij staat voor alles wat vrijgevochten is en wat naar zelfstandig denken streeft. Of zoals H.L. Mencken, die andere held van mij, eens heeft geschreven: 'De aansporing om de mensheid te redden, is meestal niets anders dan een façade om een oude regel te handhaven.'
Daarom is het cynisme bij uitstek de levenshouding die bij een columnist past. Nu erken ik onmiddellijk dat er een grens is aan deze onblusbare vrijheidsdrang om conventies met voeten te treden.
Zeker in deze tijd van lezersonderzoeken, enquêtes, peilingen, kijkcijfers, reaguurders, twitteraars en van andersoortige crossmediale verbindingen zou de columnist het liefst willen schijten op het hoofd van zijn lezers, maar toch doet hij dat niet. Iets weerhoudt hem ervan tot deze cynische reactie over te gaan. 'What should be' heeft nu eenmaal lange tentakels en niemand weet zich daar helemaal van los te maken.
Welke problemen zullen er in 2015 worden opgelost?
In eerste instantie ben ik geneigd om te roepen: 'Geen enkel!' Zoals elk symptoom een oorzaak heeft en elke oorzaak weer een andere oorzaak met weer nieuwe symptomen, zo worden problemen alleen opgelost door nieuwe problemen te veroorzaken. Ik vind dat een even gruwelijke als troostrijke gedachte. Als IS wordt verslagen, wordt tegelijkertijd een voedingsbodem geschapen voor nieuwe conflicten. Die dialectiek van Marx was zo gek nog niet.
Marx, die zoeken wij even op in The Cynic's Lexicon. Hij zei: 'Niemand is helemaal ongelukkig bij een tegenslag van zijn beste vriend.' Maar die was van Groucho Marx. Van Karl Marx is: 'Historische gebeurtenissen geschieden altijd twee maal - de eerste maal als tragedie, de tweede maal als farce.'
Onlangs stond in de Volkskrant een artikel over de vraag waarom in het nieuwe jaar nooit iets terechtkomt van goede voornemens. Kingsley Amis wist het antwoord: 'Er valt niets te verwachten van een dag die begint met opstaan.'