O P G E W A R M D E P R A K

W AAROM WAS Wim Kok niet in Parijs? Zes socialistische premiers zaten donderdagavond op een rij te glimmen in een zweterig Palais des Sports....

Martin Sommer

Gerhard Schröder, Tony Blair, Massimo D'Alema, Viktor Klima (Oostenrijk) en Antonio Guteres (Portugal), plus een rij oudere en/of mindere goden uit de andere EU-landen, kwamen het gezamenlijke socialistische programma voor de Europese verkiezingen in de etalage zetten. De Franse televisie kreeg een vlootschouw van hetgeen links vandaag aan kwaliteit en bestuurskracht in huis heeft. Alleen Nederland liet het afweten.

Aan politieke hangijzers ontbreekt het niet. Sinds zes maanden is er een Europese munt. Die baart zorgen omdat hij zakt en zakt, terwijl deze week tot overmaat van ramp de Italianen dispensatie hebben gekregen voor een groter overheidstekort. Drie maanden geleden moest de Europese commissie opstappen wegens wanbeheer, onder druk van het Europarlement. Gisteren was de nieuwe commissievoorzitter Prodi in Parijs om wat touw te trekken over benoemingen. En sinds twee maanden vallen er, mede namens Europa, bommen op Servië. Je zou zeggen dat déze Europese verkiezingen ergens over moeten gaan.

Gehoord de sprekers, viel dat tegen. Begrijpelijkerwijs meldde het eurosocialistische 21-puntenprogramma niets over bommen, en des te meer over werkgelegenheid, groei, onderwijs, milieu en alles wat in de meeste andere programma's ook staat. Dat hoort erbij. Net als de borstklopperij van spreekstalmeester Jack Lang, die de euro voor links durfde op te eisen. ('Twee jaar geleden was Europa in crisis gedompeld, een schip zonder kapitein. Toen werden Tony, Lionel, Gerhard gekozen enz. enz.')

Verkiezingstijd, nietwaar. Als de staatslieden het woord nemen, krijgen we de moeilijkheden wel op ons bord. Maar nee. De mindere goden, die uit Zweden, Portugal, Griekenland, België en Luxemburg, beperkten zich tot veel 'solidariteit' en 'eenheid' en nog wat riedels tegen grote bedrijven en rechts. Mario Soares hield een vlak praatje, net als Felipe González. Teleurstellend was Gerhard Schröder, die het witste overhemd combineerde met het meest grijze verhaal over vrijheid, gelijkheid, broederschap. Wijselijk wijdde de bondskanselier niet meer dan drie obligate woorden aan Kosovo.

Was dit nu het puikje van de Europese staatslieden? Mannen die worden verondersteld amorfe gevoelens en gedachten bij het stemvolk om te smeden tot samenhangende standpunten? Die worden geacht moreel leiderschap uit te stralen? Gelukkig volgden nog Massimo D'Alema en Tony Blair, en, in mindere mate, Lionel Jospin.

D'Alema maakte indruk. Deze altijd wat getourmenteerd kijkende Italiaan, was de eerste die eerlijk de dilemma's van Kosovo durfde aan te roeren. Hij wil geen afstand nemen van de bombardementen op Servië. De morele noodzaak daarvan is met het arrestatiebevel van Milosevic nog eens onderstreept. Maar hij verheelde niet dat zijn land een zeer zware tijd doormaakt, temeer sinds de moorddadige wederopstanding van de Rode Brigades. D'Alema bepleitte geen eenzijdig NAVO-bestand. Maar als een opschorting van de bombardementen kan bijdragen aan een politieke oplossing, dan zou hij dat zeker steunen.

Eindelijk wat vlees aan het been. Je kunt het met D'Alema oneens zijn, maar hij legt de problemen tenminste op tafel. Daarna kwam Tony Blair die weinig woorden nodig had. 'Er is hier maar één onderwerp en dat is Kosovo.' Blair onderstreepte nog eens de morele verplichting die de NAVO tegenover de Kosovaren op zich genomen heeft. Jospin mocht de avond afsluiten, en deed dat zoals gebruikelijk als een adequate schoolmeester. Hij hield zijn rug recht en herinnerde aan tien jaar Joegoslavische geschiedenis. 'Als we nu toegeven, zitten we met de brandplekken van de schaamte.'

Voor de stemmers was het een nuttige avond geweest, als ze hadden mogen kiezen uit de staatsmannen op het podium. Verschillen genoeg, zowel in opvatting als in moreel statuur. Maar zo is het niet. We moeten het doen met de kandidatenlijst van partijvoorzitter Hollande, en de voor Europa opgewarmde prak van solidariteit, halvering van de werkloosheid in 2005 en andere ideetjes die niks kosten.

De Europese naties, stond gisteren in Le Monde, groeien snel naar elkaar toe. De opvattingen van de Europeanen gaan steeds meer op elkaar lijken, hun zorgen over werkloosheid en milieu, hun consumentengedrag, hun vertrouwen in de economie. Optimisten zien het gezamenlijke 21-puntenprogram van de eurosocialisten misschien ook als een teken van groeiende eenheid. Maar gezien de avond in het Palais des Sports, vrees ik dat we eerder met het kleinste gemene veelvoud van doen hebben.

Le Monde schreef op dezelfde pagina dat die Europese convergentie juist niet opgaat voor de politiek. Twintig jaar na de eerste verkiezingen voor het Europarlement bestaat een Europees politiek debat nog altijd niet. De politiek blijft nationaal georiënteerd. Sterker, tussen 1993 en vorig jaar is de belangstelling voor het Europarlement in Groot-Brittannië met 27 procent achteruit gegaan, in Duitsland en Frankrijk met 16 procent. De verklaring laat zich raden. Het parlement is, ondanks het spektakel van drie maanden geleden, een papieren tijger gebleven. Dus als ik straks op de socialistische eurolijst ga stemmen, stem ik dan op Jospin, Schröder, Blair of d'Alema?

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden