Nout Wellink
'Gut, wat verdien ik eigenlijk? Het staat in het jaarverslag van De Nederlandsche Bank - iedereen kan het zo naslaan....
Het is meer dan wat de premier verdient, dat wel, maar voorts vergelijkbaar met het salaris van collega-centrale bankiers.
De Bank doet niet aan exorbitante loonsverhogingen. Wij volgen de cao van de kleinere banken. Wel is er binnen De Bank een tendens naar prestatiebeloning. De jongere generatie wil graag afgerekend worden op geleverde prestaties. Voor mij hoeft dat niet. Ik lever dezelfde inspanning, ongeacht het niveau van honorering. Al moet u dit niet als een pleidooi voor loonsverlaging zien!
Het voorrecht van zo'n ruim salaris is dat je iets extra's kunt doen voor je kinderen. Van mijn vijf kinderen hebben er twee in de Verenigde Staten kunnen studeren.
Het zal geen groot geheim zijn dat ik geld overhoud. Dat laat ik in beleggingsfondsen steken door de banken waar ik klant ben. Ik let een beetje op de geografische en de sectorale spreiding.
Op de Bank gelden beleggingsgeboden en -verboden voor personeel op gevoelige posities. Zo mogen we niet actief beleggen, en al helemaal niet in financiële instellingen.
Ik ben niet zo bezig met beleggen. Ik denk wel eens meelijdend aan al die mensen die als ze 's avonds thuiskomen meteen willen weten wat de beurs heeft gedaan. Zij gaan door diepe dalen en over hoge toppen. Uiteraard heb ik soms zorgen over wat er op de beurs gebeurt, maar ik vertaal die zelden naar mezelf.
Sinds de eurobiljetten hier aan de muur hangen, in plexiglas gegoten zodat niemand ermee vantussen kan, ga ik ze steeds meer waarderen. Aanvankelijk vond ik ze niet zo fraai. De kleuren van onze biljetten zijn veel sterker, mooier. Maar zoals alles in het leven, ga je de euro's mooier vinden naarmate je ze vaker ziet.
De euro is eigenlijk een heel Nederlands biljet geworden, want wij zijn als eersten begonnen met figuratieve afbeeldingen op de biljetten. Andere landen hebben vaak een veel klassieker biljet, met bijvoorbeeld een oud-staatshoofd erop.
Ik herinner me dat Wim Duisenberg ooit heeft geprobeerd de Europese collega-bankiers warm te maken voor het Nederlandse design. Hij liet zo'n prachtig Nederlands duizendje rondgaan. Centrale Bankiers zijn doorgaans beleefd, maar ik had de indruk dat ze van dat biljet gruwden.
Afscheid nemen van de gulden doet natuurlijk pijn, al ben ik daar inmiddels bijna overheen. Extra jammer vind ik persoonlijk natuurlijk het verdwijnen van het tientje uit 1997, het enige biljet waar mijn handtekening op staat.'