Reportage
Nieuw leiderschap of niet, op het D66-congres heeft Sigrid Kaag weinig te vrezen
Net als coalitiegenoten VVD en CDA staat D66 er in de peilingen beroerd voor. Toch blijft het gemor op het partijcongres beperkt. Nieuw leiderschap betekent volgens een deel van de leden ook dat de eigen leider, Sigrid Kaag, niet te snel wordt bekritiseerd.
De partijtop zag het niet zitten, maar toch steunden de D66-leden een jaar geleden het instellen van een commissie die het begrip nieuw leiderschap zou gaan ‘laden’. Sigrid Kaag beloofde het tijdens haar succesvolle verkiezingscampagne, maar wat betekende dat nou helemaal?
De commissie Nieuw Leiderschap heeft na een jaar brainstormen, enquêteren en interviewen een rapport klaar, maar op het D66-congres in Rotterdam blijkt ook waarom de Haagse partijtop er eerder weinig voor voelde. De bespiegelingen over nieuw leiderschap van een vijftigtal leden in een klein zaaltje – de partijprominenten laten zich niet zien bij de deelsessie – doen denken aan de uitspraak van Margaret Thatcher: ‘Als je mensen moet zeggen dat je een dame bent, ben je het niet.’ Wie moet uitleggen wat nieuw leiderschap is, heeft het blijkbaar nog niet laten zien.
Nieuw en oud: wat is het verschil?
De conclusies van de commissie komen bekend voor: nieuw leiderschap moet niet te top-down zijn, moet authentiek zijn, moet durven delegeren en moet bereid zijn tot zelfreflectie. ‘Ik mis het nieuwe’, concludeert een lid na de uitleg van de commissie. ‘Deze conclusies had je tien jaar geleden ook al kunnen trekken.’ Een ander lid is ook niet overtuigd: ‘Wat is het verschil tussen nieuw en oud leiderschap?’
Sigrid Kaag besteedt tijdens haar afsluitende speech slechts summier aandacht aan het rapport over nieuw leiderschap. Toch hadden de auteurs voor haar ook een bemoedigende boodschap. Als er van leiders zelfreflectie wordt verwacht, moet de partij daar ook ‘een veilige omgeving’ voor bieden, meent de commissie. Leiders moeten niet te snel worden afgebrand.
De D66-leden hoeven daar tijdens het partijcongres niet van overtuigd te worden. De partij mag er net als de coalitiepartners VVD en CDA in de peilingen beroerd voor staan, van onrust is in Rotterdam weinig te merken. Mildheid voor het kabinet en de partijtop overheerst. Anders dan de VVD-jongeren, die in de Volkskrant flinke kritiek uitten op de partijkoers, blijft de D66-jongerenbeweging overwegend positief. ‘Ik ben hier niet om u tegen de haren in te strijken’, zegt Kalle Duvekot, voorzitter van de Jonge Democraten.
Herinnering aan dansende Kaag
D66 heeft in de partijgeschiedenis ruimschoots ervaring opgedaan met slechte peilingen en electorale neergang, zeker in periodes van regeringsverantwoordelijkheid. In het vorige kabinet stond de partij er bovendien ook slecht voor, maar uiteindelijk evenaarde D66 met 24 zetels de beste uitslag ooit. Om de leden daaraan te herinneren is in Rotterdam nog eens een grote foto van de op tafel dansende Sigrid Kaag opgehangen.
De commissie die nadacht over nieuw leiderschap ziet mogelijk ook een andere reden voor de rust. D66-leiders krijgen de opdracht om meer open te staan voor mensen met andere opvattingen en achtergronden. ‘We hebben de neiging paternalistisch om te gaan met mensen’, meent commissielid en HR-deskundige Patrick Sonneveldt. ‘Ga het gesprek aan, ook met mensen buiten de eigen bubbel.’
Toch staan thema’s als inflatie, hoge energieprijzen en zorgen over immigratie niet bovenaan de agenda op het congres. Wel wordt op het podium een lange discussie gevoerd over de grenzen van de economische groei. Gastspreker en econoom Sandra Phlippen haalt daarbij instemmend een uitspraak van Loesje aan: ‘Koopkracht is de kracht die je nodig hebt om alleen te kopen wat je echt nodig hebt.’
Partijleider Sigrid Kaag wijst er in haar toespraak op dat er ook Nederlanders zijn met andere koopkrachtproblemen. ‘De hoge prijzen raken de meest kwetsbaren in onze maatschappij het hardst’, aldus de minister van Financiën. ‘Dat is de zichtbare ongelijkheid van deze crisis.’
Te vroeg voor een oordeel
Veel beter zal het voorlopig niet worden, erkent Kaag. ‘Ik heb geen gemakkelijke boodschap: we kunnen niet elke tegenslag op ons nemen. Nog grotere steunpakketten jagen de inflatie onbedoeld verder aan. Onze schuld is nu nog laag, maar dat kan snel omslaan als we te grote jaarlijkse tekorten krijgen en de rente blijft oplopen. Wat we met de ene hand uitgeven, moet eerst met de andere zijn binnengekomen, om te voorkomen dat we in een crisissituatie moeten bezuinigen.’
Volgens Kaag is het nog te vroeg om een oordeel te vellen over het beleid van Rutte IV. ‘We hebben nog een weg te gaan voordat wij kunnen zeggen dat we het goed doen.’ Van de D66-leden krijgt ze vooralsnog de tijd.