Vier vragen

Nieuw Bengalees kledingproductie-akkoord van kracht, aantal ondertekenaars meer dan gehalveerd

Sinds woensdag is een nieuw Bangladesh-akkoord, dat de veiligheid in kledingfabrieken moet garanderen, van kracht. In 2013 ondertekenden meer dan tweehonderd kledingmerken het akkoord, nu zijn dat er voorlopig nog maar tachtig.

Dylan van Bekkum
Een kledingfabriek in Bangladesh. Beeld AP
Een kledingfabriek in Bangladesh.Beeld AP

Waar gaat het Bangladesh-akkoord precies over?

Op 24 april 2013 stortte in de Bengalese hoofdstad Dhaka de kledingfabriek Rana Plaza in. Bij de ineenstorting van het acht verdiepingen tellende gebouw kwamen meer dan 1.100 mensen om en raakten 2.500 mensen gewond. Grote modemerken en -ketens als Mango, Primark, Gucci en Prada lieten hun kleding in de fabriek maken.

De ramp veroorzaakte in het Westen ontsteltenis over de gevaarlijke werkomstandigheden waarvoor ngo’s al veel langer aandacht vroegen. Binnen drie weken was het Accord on Fire and Building Safety in Bangladesh klaar. Meer dan tweehonderd kledingbedrijven uit meer dan twintig landen committeerden zich aan bindende afspraken over de omstandigheden waarin hun kleding in Bangladesh werd geproduceerd.

Sindsdien moeten de kledinggiganten erop toezien dat Bengalese fabrieken op eigen kosten veiligheidsmaatregelen doorvoeren. Onafhankelijke inspecteurs die de brandveiligheid, elektriciteit en bouwveiligheid controleren, moeten altijd toegang krijgen tot de fabrieken. Het akkoord en het toezicht worden gecoördineerd door de Nederlandse Bangladesh Accord Foundation.

Wat heeft het akkoord tot dusver bereikt?

Vakbonden en ngo’s noemden het akkoord in 2013 baanbrekend. Met het akkoord, dat in 2017 voor de eerste keer werd verlengd, moet voor meer dan twee miljoen medewerkers van Bengalese kledingfabrieken een veilige werkomgeving gegarandeerd zijn.

Volgens de foundation zijn de afgelopen acht jaar 1.600 fabrieken gecontroleerd en is zo’n 93 procent van de vastgestelde veiligheidsgebreken verholpen. Meerdere kledingbedrijven die zich onvoldoende aan de afspraken hielden, werden door vakbonden en de Bengalese overheid voor de rechter gesleept.

De Schone Kleren Campagne (SKC), een belangrijke aandrijver en ‘getuigenondertekenaar’ van het akkoord, vindt de resultaten van het akkoord indrukwekkend. ‘De belangrijkste doelen zijn bereikt, het gaat om de laatste 4 procent’, zegt Ineke Zeldenrust van SKC. ‘Maar bij die 4 procent zijn nog wel belangrijke zaken, zoals sprinklers en volledig afsluitbare nooduitgangen. Dat is nog niet bij alle leveranciers in orde.’

Bovendien beperkt het akkoord zich tot de staat van de werkruimten en de fabrieken zelf. Op zaken als het loon van de arbeiders heeft het akkoord minder betrekking. Nog steeds krijgen arbeiders in veel gevallen niet meer dan 30 eurocent per uur. Wel krijgen medewerkers veiligheidstrainingen en hebben zij sinds 2018 de vrijheid zich te verenigen in vakbonden.

Daarnaast gaat het akkoord enkel over kledingfabrieken in Bangladesh. In andere landen kunnen de kledingproducten ‘gewoon’ hun gang gaan. In mei van dit jaar publiceerden onderzoeksorganisaties SOMO en Arisa een rapport over Indiase spinnerijen waar dwang- en kindarbeid veelvuldig voorkomen. De meeste kledingbedrijven die gebruikmaakten van de spinnerijen, waren ondertekenaars van het Bangladesh-akkoord.

Waarom moest er een nieuw akkoord komen?

Het laatste akkoord werd in 2017 gesloten en liep in mei simpelweg af. Nu het onderwerp niet meer zo actueel was, en de ineenstorting van Rana Plaza alweer even geleden, waren veel grote modehuizen minder happig zich te committeren aan de veiligheidseisen. Om te voorkomen dat al het werk voor niets was geweest, werd het akkoord eind mei tijdelijk met drie maanden verlengd.

In de tussentijd kwamen de vakbonden er toch uit en kon de Bangladesh Accord Foundation vorige week een nieuw akkoord aankondigen. Het nieuwe akkoord dat vanaf woensdag van kracht is, geldt tot 31 oktober 2023.

Op hoofdlijnen is de nieuwe overeenstemming een verlenging van het al bestaande Bangladesh-akkoord. Wel is opgenomen dat een nieuw opgerichte Bengalese toezichtsraad voortaan de veiligheidscontroles en trainingen uitvoert. Voorheen deed de Bangladesh Accord Foundation dat.

Bovendien hebben de ondertekenaars toegezegd mee te werken aan een uitbreiding van het akkoord naar andere landen. Het komend half jaar gaat de foundation onderzoeken in welke landen dat nodig en haalbaar is. ‘Maar voor de hand ligt dat dat landen zullen zijn waar de ondertekenaars veel produceren en waar vergelijkbare risico’s gelden’, zegt Joris Oldenziel, directeur van de Bangladesh Accord Foundation. ‘Je moet dan denken aan Pakistan, India, Vietnam en Turkije.’

Oldenziel heeft goede hoop dat voor 31 oktober 2023, als het nieuwe akkoord verloopt, er minstens één nieuw land onder het akkoord komt te vallen. Dat zal dan wel opnieuw onderhandeld moeten worden met de huidige ondertekenaars van het Bangladesh-akkoord.

Wie hebben het nieuwe akkoord ondertekend?

Dat zijn er veel minder dan eerst. In 2017 committeerden zich nog meer dan 190 merken aan het akkoord, bij het nieuwe akkoord zijn dat er nog maar tachtig. Onder meer Primark en Desigual ontbreken, producenten die eerder wel ondertekenden. Bedrijven als H&M, Zara, C&A, Hema en G-Star staan wel achter het nieuwe akkoord.

Hoewel de deadline officieel woensdag om 12 uur ’s middags sloot, krijgen bedrijven de komende maanden nog wel de kans om zich alsnog aan te sluiten. Het nieuwe akkoord is pas sinds een week rond. ‘De kans is groot dat er meer bedrijven bijkomen, voor veel bedrijven was die week bedenktijd wel erg kort’, zo nuanceert Oldenziel de afname in ondertekenaars van meer dan 110.

Ook Zeldenrust van SKC denkt niet dat tachtig het eindaantal is. ‘Wij gaan ook wel druk uitoefenen op de bedrijven die niet hebben ondertekend. Ik ga er vanuit dat alle bedrijven die eerder tekenden dat nu uiteindelijk ook gaan doen en mogelijk ook nog nieuwe bedrijven.’

Net als bij de eerdere akkoorden, ontbreken grote Amerikaanse kledingproducenten zoals Gap en Walmart. Zij sloten in juli 2013 het ‘Bangladesh Worker Safety Initiative’. De Amerikaanse bedrijven ontvingen van vakbonden kritiek op dit alternatieve akkoord, omdat het minder streng zou zijn dan het Bangladesh-akkoord en nauwelijks juridisch bindend zou zijn.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden