Niets mag zijn EU-voorzitterschap verstoren
Dinsdag stemt de Tweede Kamer over een motie van de SP om het Oekraïne-verdrag in te trekken. Premier Rutte weigert dit nu al te doen. Niets mag het Nederlandse EU-voorzitterschap verstoren.
Het vertoonde volgens een enkeling trekjes van 'politieke stalking', zo vaak belde de premier vorige week met oppositieleiders. Of er niet toch te praten viel over een schappelijke oplossing voor het Oekraïneprobleem? Iets meer coulance, iets meer tijd om het op te lossen. Nu op stel en sprong het associatieverdrag opzeggen werkt averechts en leidt tot onwenselijke onrust in een Europa dat al onder hoogspanning staat door de vluchtelingencrisis en de dreigende Brexit.
Wankele coalitie
Het halsstarrige antwoord van 'verantwoordelijke partijen' als CDA en D66 stemde de entourage van de premier bitter: njet. Zelfs SGP-leider Kees van der Staaij liet zich niet vermurwen. De meest loyale gedoger van de kabinetten Rutte I en Rutte II vreest dat de koers van de premier het wantrouwen over de EU als 'voortdenderend project' alleen maar bevestigt. Van der Staaij: 'Een intrekkingswet is nu de meest heldere reactie op het referendum.' Pas daarna is er ruimte om in Brussel over een aangepast samenwerkingsverband met Oekraïne te onderhandelen.
Maar dwars tegen de wens van de voltallige oppositie in, wil Rutte eerst onderhandelen. Nu intrekken zou de doodsteek zijn voor een verdrag dat al overal is goedgekeurd. Om te kunnen onderhandelen moet het op tafel blijven. Gevolg is wel dat de uitslag van het referendum in de koelkast verdwijnt.
Tenminste, als het smalle koord waar de premier nu op balanceert heel blijft. VVD en PvdA hebben samen een Kamermeerderheid van één zetel. Dat moet dinsdag genoeg zijn om een SP-motie weg te stemmen die oproept het verdrag 'zo spoedig mogelijk' te verwerpen. Een aantal PvdA'ers zal Rutte met de neus dichtgeknepen volgen, maar bronnen binnen de coalitie houden er rekening mee dat tenminste één fractielid daarvoor past: Jacques Monasch.
Magerste vorm van gedoogsteun
VVD en PvdA zijn bereid om een eenzame tegenstem uit de eigen gelederen te incasseren. Als compensatie wordt er gerekend op de steun van de afgescheiden Kamerleden Roland van Vliet (ex-PVV) en de geroyeerde VVD'er Johan Houwers. Het is de magerste vorm van gedoogsteun. Rutte neemt risico's. De leiders van de nee-campagne vervloeken hem, de loyale oppositie staat nu ook tegenover hem en met een morrende Monasch ligt de flinterdunne meerderheid van VVD en PvdA in de waagschaal. Toch zet hij door. Waarom?
De premier is er op gebrand om van het Nederlandse EU-voorzitterschap een succes te maken. Met een pragmatische aanpak wil hij resultaten boeken, zei hij bij de start op 1 januari. Wanneer hij op 1 juli weer afscheid moet nemen van een functie waar hij naar eigen zeggen veel plezier aan beleeft, zal de buitenwereld met hem afrekenen, zo weet hij. Niet alleen in eigen land, maar ook op het internationale toneel waar hij indruk wenst te maken. Dan moet het Oekraïne-referendum niet meer dan een bijzin zijn in een succesverhaal over een voorzitterschap dat bij wist te dragen aan de twee voornaamste doelstellingen: beheersing van de vluchtelingenstroom en voorkoming van Britse uittreding.
Schade beperken
Na vier maanden voorzitterschap is de balans voor Rutte niet ongunstig: met de vluchtelingencrisis is hij, gezien de dalende aantallen asielzoekers bij de Turks-Griekse grens, aardig op weg. Over de Brexit beslist het Britse volk op 23 juni. Na Rutte's eerdere rol bij de onderhandelingen met Cameron is die kwestie nu uit zijn handen, maar er is de premier veel aan gelegen zijn niet eigenhandig een schokgolf in Europa te veroorzaken. Daarom verzocht hij Brussel direct na het Nederlandse 'nee' een kalme reactie te geven - en die kwam er ook. Commissievoorzitter Juncker en bondskanselier Merkel, met wie Rutte in de afgelopen maanden zeer intensief contact heeft gehad, delen zijn afkeer van nog meer turbulentie.
Zijn pertinente weigering om het Oekraïneverdrag nu al in te trekken, moet vooral in die context worden gezien - de schade moet zoveel mogelijk worden beperkt. Dat de Nederlandse kiezer er 'nee' tegen heeft gezegd, wil voor Rutte niet zeggen dat hij dat ook meteen moet doen. Juist om zijn onderhandelingskansen te vergroten en dus tegemoet te kunnen komen aan bezwaren, heeft hij tijd nodig. Zo hoopt hij zijn kansen op een Houdini-achtige act te vergroten. Want die is wel nodig, ingeklemd als hij zit tussen het 'nee is nee' van de binnenlandse oppositie en de Europese weerzin opnieuw te gaan onderhandelen over een door iedereen goedgekeurd verdrag.
De Houdini in Rutte zal dromen van het Ierse voorbeeld - niet voor niets haalde zowel PvdA als VVD dat land aan als lichtend voorbeeld hoe om te gaan met een 'nee' stem van de bevolking. De Ierse regering kreeg in 2008 met een 'nee' te maken tegen het Verdrag van Lissabon en onderhandelde vervolgens in Brussel over een Verklaring. Daarin werd Dublin op enkele voorname bezwaren tegemoet gekomen.
Dinsdag moet Rutte de eerste horde nemen, maar de twijfel over zijn koers is groot. Bij de stemming over de SP-motie om het verdrag zo spoedig mogelijk op te zeggen, zal het 'vóór' ongemakkelijk vaak klinken. Een flinterdunne meerderheid is het maximaal haalbare. En over ruim twee maanden moet de premier dan nogmaals zijn talent voor ontsnappen laten zien, wanneer hij zijn in Brussel behaalde onderhandelingsresultaat moet gaan verdedigen.
Omtrent Jacques Monasch
PvdA-Kamerlid Jacques Monasch staat al met één been buiten de PvdA. 'Hij hangt er een beetje bij,' aldus een fractiegenoot. De voormalige campagnestrateeg vindt dat de PvdA een elitair bolwerk is, meer gericht op hoogopgeleiden dan op de traditionele arbeidersachterban. Over zijn partijgenoten zei hij eerder: 'De meesten kunnen hun lidmaatschap zo inruilen voor GroenLinks.' En Diederik Samsom is volgens het Kamerlid ongeschikt om de partij nog verder te leiden.
Monasch, die een tijd in Oekraïne werkte, was voor het associatieverdrag, maar heeft intern aangeven dat de referendumuitslag overgenomen moet worden. Anders laat de PvdA zich volgens hem kennen als een starre bestuurderspartij.
Monasch zelf houdt zich nog op de vlakte en zegt dat hij dinsdag 'het debat wil aangaan in de fractie', maar in de coalitie zal niemand er van opkijken als hij uiteindelijk meestemt met de oppositie. Een enkeling vreest dat het daar niet blijft en dat Monasch zint op een definitieve breuk.
Het kan nog steeds met een sisser aflopen - eerder bleek Monaschs dreigement om tegen het derde Griekse hulppakket te stemmen loos - , maar als de morrende PvdA'er wel breekt met zijn partij heeft de coalitie opeens geen meerderheid meer in de Tweede Kamer.