Niet elke toerist houdt van tulpen
Nederlanders hebben zo hun ergernissen. Regen en files, en Duitsers niet te vergeten. Op het lijstje staat ook de reclame die buitenlanders moet verleiden tot een bezoek aan 'Nederland-Bloemenland'....
Altijd die affiches met tulpen, molens en klompen: de waardering is minimaal. Eenzijdig en eentonig, zeggen onderzoekers.
Zelfs bij het Nederlands Bureau voor Toerisme (NBT), dat de campagnes voert, valt wel eens een lelijk woord over die eeuwige tulpen. Maar de tulp is in veel landen een prima visitekaartje. En Nederland heeft veel buitenland.
Hollanders kopen graag bloemen, maar daar houdt het mee op. Bollenvelden, corso's en de Keukenhof worden geassociëerd met saaie uitjes.
Bijna alle 'buren' vinden het wél mooi, dat tulpencultuurtje. De Britten bijvoorbeeld hebben 'onze' bloemen heel hoog staan. Dat geldt ook voor de Fransen en Italianen. Niet dat de tulp alleen het beeld bepaalt.
Buitenlanders kennen de Nederlandse keuken, de regen en het vlakke landschap. Maar ze hebben ook positieve gedachten: over fietsen en over een groen en schoon land. Over cultuur en geschiedenis. En over mensen die altijd proberen een buitenlander te helpen in zijn eigen taal.
En die eeuwige tulp associëren 'de buren' inderdaad met Holland. Maar niet altijd op een positieve manier. Italianen en Fransen wel. Die vinden het aardig hoe Nederlanders met 'de natuur' omgaan.
Maar uitgerekend de grootste groep toeristen - goed voor vier miljard gulden per jaar- is niet positief. Zij vinden het gedoe met bloemen gekunsteld en weinig natuurlijk. Dat zijn de Duitsers.