'Niemand is maagd als hij gaat filmen'

De chroniqueurs van somberte in de lagere klasse zijn ze genoemd, de filmmakers Jean-Pierre en Luc Dardenne. Ze leggen ons aanstekelijk eensgezind uit wie dáár nou eens invloed op hadden.

Ariejan Korteweg
null Beeld Els Zweerink
Beeld Els Zweerink

Ah, dan moet u Jean-Pierre zijn! Een luide giechel begeleidt het antwoord: 'Dat gebeurt nu altijd. Het is omgekeerd. Ik ben Luc, hij is Jean-Pierre.'

Ze zijn geen tweeling: Jean-Pierre (65) is drie jaar ouder dan Luc. Maar voor de buitenwereld zijn ze onafscheidelijk. Je had de broers Taviani, je hebt de Coen Brothers. En dus de gebroeders Dardenne. Filmen als family affair, zowat een leven lang. Eerst documentaires, daarna speelfilms, die met prijzen worden overladen; ze behoren tot het selecte groepje dat tweemaal een Palme d'Or in Cannes won. Waar ze komen, zijn ze eregast, zoals tijdens het Nederlands Film Festival in Utrecht.

Twee autodidacten die hun personages dicht op de huid zitten. Vaak filmend met de camera op de schouder, wat aan documentaires doet denken. Maar pas op, alles is eindeloos gerepeteerd, elk attribuut zorgvuldig gekozen. Plaats van handeling is steevast de omgeving van Seraing, het industriestadje in de buurt van Luik waar ze opgroeiden. 'Zowat alle verhalen van de wereld kunnen in Seraing gebeuren', zeggen ze.

De Dardennes zijn in het algemeen niet van de grote sterren. Ook in hun jongste, La fille inconnue, spelen vooral niet-professionele acteurs. De camera volgt een jonge arts, Jenny. Voor de deur van haar praktijk wordt een dode zwarte vrouw gevonden, die eerder vergeefs had aangebeld. De arts rust niet totdat ze weet wie de vrouw is en wat er gebeurde. Een morele kwestie - tot op welke hoogte ben ik verantwoordelijk voor de ander - die tot het einde wordt uitgewerkt. Zonder een oordeel te vellen: kunst is niet bedoeld om je de les te lezen.

CV

21 april 1951 Jean-Pierre Dardenne geboren in Engis, België

10 maart 1954 Luc Dardenne geboren in Awirs, België

1975 Ze beginnen hun eigen productiehuis, Dérives, later wordt dat Les Films du Fleuve.

Vanaf 1978 De broers maken een lange reeks sociale documentaires, in beeld en op de radio

1992 Je pense à vous, eerste speelfilm

1999 Rosetta (Gouden Palm in Cannes).

2005 Tweede Gouden Palm, nu voor L'Enfant

2011 Grote prijs van Cannes voor Le Gamin au vélo

2014 In Deux jours, une nuit werken de broers voor het eerst met een ster: Marion Cotillard. Ze wordt genomineerd voor de Oscar voor beste vrouwelijke hoofdrol.

2016 La fille inconnue, met Adèle Haenel, vanaf volgende week in de Nederlandse zalen.

Acteurs moeten bij ons hun techniek vergeten, vertellen de broers. Dat is lastig. Daarom werken we meestal met amateurs. Maar ook Adèle Haenel, die Jenny speelt, moest haar hebbelijkheden kwijt, zoals de manier waarop ze haar handen bewoog als ze zenuwachtig was. Tot aan je 35ste kun je dat leren, zeggen de Dardennes. Daarna kun je alleen nog jezelf zijn.

Ze nemen de tijd voor een film. Het geld dat collega's investeren in bekende acteurs, besteden zij aan repetities en draaidagen. Dat kunnen ze doen omdat ze eigen baas zijn. De broers Dardenne hebben hun eigen productiebedrijf, Les films du Fleuve, net als de regisseurs die hen inspireerden.

Over hun voorkeuren vertellen de broers met aanstekelijke eensgezindheid. Aan de manier waarop ze elkaar aanvullen. is te horen dat ze dat al een leven lang doen.'We hebben dezelfde culturele erfenis', zegt Luc. 'Er is een ruggegraat die we delen.' Angelsaksische invloeden zijn er weinig; hun ruggegraat is Europees, veelal zwart-wit, en - als je het eenmaal weet - moeiteloos in hun films te herkennen.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

null Beeld Els Zweerink
Beeld Els Zweerink

1. Theatermaker: Armand Gatti

Jean-Pierre: 'Ik was leerling aan de theaterschool in Brussel en hij kwam daar als gastdocent. Ik raakte gefascineerd door de man en werd zijn assistent. Toen wij met video begonnen, probeerden we in zijn stijl te werken.'

Luc: 'Ik woonde nog bij mijn ouders, en kwam op de motor naar Brussel om Jean-Pierre de schone was te brengen. Gatti vroeg me te komen helpen, voor kost en inwoning. Dat heb ik acht maanden gedaan.'

Jean-Pierre: 'Hij loodste me de wereld van de cultuur binnen. Als je autodidact bent zoals wij, is film intimiderend. Van hem leerden we dat techniek dienend moet zijn aan wat je wilt vertellen.'

Luc: 'We zagen ons niet in de traditie van de Belgische film van Paul Delvaux of Henri Storck. In België zijn de mensen bang, zei Gatti: ze buigen voor de kunstnotabelen. Hij moedigde ons aan dwars te zijn. We hebben drie maanden gewerkt op de bouw van de eerste Belgische kerncentrale. Van dat geld hebben we onze eerste camera gekocht.'

Jean-Pierre: 'Gatti heeft ons geestdrift, nieuwsgierigheid, openheid, vertrouwen gegeven. Er is weinig van hem op dvd te krijgen. Je zou La vie imaginaire de l'eboueur Auguste G. moeten zien, over een jochie dat zoals hij de zoon is van een vuilnisman en ervan droomt filmer te worden. Dat autobiografische zie je bij ons niet. Autobiografie is ingewikkeld als je met z'n tweeën werkt.'

Luc: 'De broers Taviani hadden dat probleem ook. Op zeker moment ging het niet meer, ze moesten gedeelde affiniteiten zoeken buiten henzelf. Wij stoppen als we geen onderwerpen meer vinden die ons na aan het hart liggen.'

Jean-Pierre: 'Maar je hebt ons tweeën, en je hebt Seraing.'

2. Filmregisseur: Roberto Rosselini

Luc: 'Rosselini laat zien dat film vrij en simpel kan zijn. Al filmend vindt hij zijn beelden, vaak op het moment zelf. Hij laat gaten vallen in het verhaal.'

Jean-Pierre: Dat is geen toeval. Hij had een groot vertrouwen in vrijwillige beperking.'

Luc: 'Barok wordt hij nooit.'

Jean-Pierre: 'Je ziet hoe geweldig hij zich interesseert voor zijn acteurs. Je bent dicht bij hun lichamen, hun gezichten - het leven dat in hen schuilt. Hij had een grote intuïtie. Zoals in Germania anno zero, het Duitsland van kort na de oorlog, De jongen die zijn zieke vader doodt, omdat zwakken volgens het nazisme nu eenmaal dood moeten. Rosselini was niet de enige die de ruïnes van Berlijn ging filmen, maar niemand komt zo dichtbij. Die jongen draaft door de puinhopen en wij zijn in zijn hoofd.'

Filmregisseur: Roberto Rosselini. Beeld uit Germania anno zero. Beeld .
Filmregisseur: Roberto Rosselini. Beeld uit Germania anno zero.Beeld .

Luc: 'Ik houd ook van Francesco, giullare di Dio. Die monniken als stenen, die beginnen te bewegen in hun collectieve leven, dat zijn magnifieke beelden. En dan de grote teleurstelling als een van hen een leproos wil genezen en dat mislukt. Religie als instituut is voor ons niet belangrijk, maar de tien geboden en de bergrede zijn bronnen van inspiratie. Religie is ook diepe, gedeelde cultuur. Onze ouders leefden daarnaar. Iedereen was welkom, hongerigen kwamen eten, daklozen bleven overnachten.'

Jean-Pierre: 'Misschien hebben we daardoor niet die obsessie met materie die bij deze tijd hoort: dat je de zin van je bestaan zoekt in objecten. We kijken niet neer op plezier, maar onze films zijn wel een beetje streng en minimalistisch.'

Luc: 'Gelukkig zijn is je plicht vervullen, verantwoordelijk zijn voor andermans leven. Dat zie je in La fille inconnue. De mens is er om goed voor een ander te zijn. Dat proberen we in film te vertellen.'

3. Filmregisseur: Maurice Pialat

Luc: 'Loulou is voor mij het belangrijkst. Met Gérard Depardieu als Loulou, en Isabelle Huppert die haar bourgeois man verlaat omdat ze verliefd wordt op hem. Het mooist is die lange, schilderachtige slotscène bij de moeder van Loulou, waarin een broer uit jaloezie zijn karabijn pakt. Pialat houdt soms met de camera lang het hoofd van Loulou vast. Dan zie je dat hij weet dat hij bij Huppert niet op zijn plek is, en zich afvraagt of hij sowieso wel een plek heeft in de wereld. Aan dat vasthouden dachten we toen we Deux jours, une nuit maakten. In die film is Sandra depressief, misschien wil ze zelfmoord plegen. Ze belt haar vriendin, maar die doet alsof ze er niet is. We houden het hoofd van Sandra even tien seconden in beeld, en gaan dan door naar wat anders.'

Jean-Pierre: 'Niemand is maagd als hij gaat filmen, je pakt links en rechts. Pialat is voor ons ook een les in vrijheid. Hij is een filmer van lichamen. Gisteren zag ik Sous le soleil de Satan. Dat beeld van Depardieu op de rug, dat massieve lichaam. Prachtig.'

Luc: 'Hij is een man van weglatingen. Ik omarm je, ik omarm je, zeggen de geliefden. De monden raken elkaar bijna. En dan: cut.' Een giechel. 'Heel grappig. Die humor missen wij.'

Filmregisseur: Maurice Pialat. Loulou, met Gérard Depardieu als Loulou, en Isabelle Huppert die haar bourgeois man verlaat omdat ze verliefd wordt op hem Beeld Hollandse Hoogte
Filmregisseur: Maurice Pialat. Loulou, met Gérard Depardieu als Loulou, en Isabelle Huppert die haar bourgeois man verlaat omdat ze verliefd wordt op hemBeeld Hollandse Hoogte

4. Filmregisseur: Robert Bresson,

Luc: 'Pialat was vaak ontevreden over zijn werk, omdat Bresson als het ware meekeek en hij zich de mindere voelde. Bresson is een purist, hij gaat spaarzaam om met de middelen.'

Jean-Pierre: 'De kwaliteit van het geluid is magnifiek. Zoals wanneer in Un condamné à mort s'est echappé de ter dood veroordeelde verzetsman ontsnapt, over de muur springt en in het grind valt. Dat geluid heb je nooit eerder zo goed gehoord. Beter dan in het echte leven.'

Luc: 'De opsluiting samen met zijn celgenoot maakt hij voelbaar met objecten: de deur van de cel; de lepel en het mes waarmee ze eten. Bresson toont de drie vormen die een conflict kan aannemen: met iets buiten jezelf - de muren, de deur; met de ander - die in dezelfde cel wordt opgesloten en wil ontsnappen; met jezelf - wil ik ook ontsnappen, of ga ik hem vermoorden? Aan het einde van de film voel je hoe hij verdwijnt, als een fysieke gewaarwording.'

Jean-Pierre: 'Hij laat veel weg, tot aan de grens van wat de kijker aankan.'

5. Filmregisseur: Krzysztof Kieslowski,

Jean-Pierre: 'Het was begin jaren tachtig, we maakten zelf nog documentaires en dachten dat fictie ingewikkeld was. Toen zagen we Kieslowski en bleek het met weinig middelen te kunnen. Zoals alle tijd dat je in deel vijf van Dekalog in die taxi bent. En hoe dan die taxichauffeur wordt gedood met een touw. Dat is zo simpel en met zo'n enorme fysieke aanwezigheid. En dat geluid erbij: tak-tak. Doden als een monster, zo is de mens.'

Luc: 'Voor mij gaat het om de spanning, om de blikrichting van de camera. Wat verberg ik, wat laat ik zien. En wanneer, nu of over tien minuten. Dat is de echte filmarchitectuur. Wachten, uitstellen - dat leer je van Kieslowski, een meester van de onzekerheid. En een filmer van deuren, net als Bresson. Net als wij.'

6. Schrijver: Toni Morrison

Luc: 'Morrison was belangrijk voor La promesse, onze eerste film. We lazen De hemelvaart van Salomon, net in het Frans vertaald. Dat was zo'n wonderlijke ervaring: je vertrekt in een scène en begrijpt niet wie de personages zijn, wat ze zoeken en waar ze zijn. In La promesse hebben we veel willen weglaten. Als in een thriller: wat maakt de kijker mee, welke hypothese formuleert hij? Een personage doet iets slechts, maar blijkt ook tot goede daden in staat. Je construeert de verrassing.'

Jean-Pierre: 'Geleidelijk kwamen we erachter dat het niet gaat om wat je toont, maar om wat je verbergt.'

Luc: 'Dat de arts in La fille inconnue zich schuldig voelt, ervaar je door haar gesloten, gespannen lichaam. Waarom ontfermt iemand zich over een ander, en wat gebeurt er dan?'

Jean-Pierre: 'Een boek is geen tribunaal. Je moet de lezer en de personages respecteren. Ruimte laten, ook aan de moordenaar.'

Luc: 'Toen L'enfant de Palme d'Or kreeg, was Morrison jurylid. De dag erna was er een etentje met de jury. Vreemde toestand, want stel: je zit tegenover iemand die tegen je stemde. Gelukkig was dat niet zo. We hebben verteld dat we schatplichtig aan haar zijn.'

Schrijver: Toni Morrison.'We hebben verteld dat we schatplichtig aan haar zijn.' Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant
Schrijver: Toni Morrison.'We hebben verteld dat we schatplichtig aan haar zijn.'Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

7. Schrijver: Aharon Appelfeld

Jean-Pierre: 'Omdat Philip Roth hem aanprees, ben ik hem gaan lezen. Ook hij is van de eenvoud, van de beperking. Zoals in De man die niet ophield met slapen. Het is een autobiografisch boek, over een jongen die zich verstopt in de slaap, en dat brengt hem terug naar het leven. Een intense Hebreeuwse vertelling.'

Luc: 'In Tsili bezorgt Appelfeld je de fysieke ervaring van een meisje van 12, door haar ouders achtergelaten tijdens de oorlog. Ze moet vluchten, is doodop, je voelt het gewicht van een lichaam op wankele benen. Dat is zo indringend verteld. Mensen worden als dieren onder dergelijke omstandigheden. Maar zij denkt aan haar familie, en ze overleeft. Er spreekt een groot vertrouwen in de mens uit. Dat was voor ons belangrijk bij Le gamin au velo, over een jongen die door zijn vader wordt verlaten.'

Schrijver: Aharon Appelfeld. Jean-Pierre: 'Omdat Philip Roth hem aanprees, ben ik hem gaan lezen. Ook hij is van de eenvoud, van de beperking.' Beeld .
Schrijver: Aharon Appelfeld. Jean-Pierre: 'Omdat Philip Roth hem aanprees, ben ik hem gaan lezen. Ook hij is van de eenvoud, van de beperking.'Beeld .

8. Schrijver: Georges Simenon

Luc: 'Ons kantoor is niet ver van waar hij opgroeide. Er zit veel wraak in zijn boeken. In Maigret, maar meer nog in de romans. En hij heeft aandacht voor het detail, net als Appelfeld. Films maak je ook met details: de kleuren, kostuums, kapsels, accessoires - een patiënt die de arts betaalt met geld in een envelop. Bij Simenon gaat het altijd om ontsnappen aan het materiële bestaan. Wij zijn optimistischer.'

Jean-Pierre: 'Zijn personages zijn niet sympathiek. Heel mooi zie je dat in De trein uit Venetië. Een getroebleerde man op de vlucht, zijn vrouw en kinderen blijven achter. In de trein heeft hij een ontmoeting, waardoor hij later een vrouw zal treffen. Hij kan haar redden, maar kiest een andere oplossing: pang pang. Simenons personages ontsnappen aan de regels. Ze worden gek, plegen zelfmoord, blijken moordenaars. Hij is een schilder van de petit bourgeoisie. In twee zinnen maakt hij de absurditeit van onze aanwezigheid op aarde zichtbaar. Ook als hij zijn boeken elders situeert, blijft het in sfeer dicht bij de omgeving waar hij opgroeide.'

Luc: 'Rond 1960 was hij even terug in Luik. Iemand vroeg: wat betekent Luik voor u? Hij zei: dat is een café tegen sluitingstijd. Er breekt een vechtpartij uit, kerels slaan elkaar op het gezicht. Eentje ligt op de grond, krabbelt op, klopt zich af en zegt: allez, tot morgen mannen.'

Ze giechelen, allebei nu. Luc: 'Wat hij daarmee bedoelde? Geen idee.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden