Net op tijd leiderschap getoond
Na de in alle opzichten verloren etappe naar Nantes was maandag crisisberaad nodig bij de Rabobankploeg. Op verzoek van de renners werden de plooien gladgestreken die de vrije val van Denis Mentsjov had veroorzaakt....
De kopman maakte geen geheim van zijn boosheid. Hij foeterde over het gebrek aan concentratie, ook bij zichzelf. De andere renners staken eveneens de hand in eigen boezem. Binnen vijftien minuten waren de vingerwijzingen naar elkaar uitgesproken.
Hoeveel nut het overleg heeft gehad, moet in de komende etappes blijken. Dan zal de kopman weer blindelings moeten kunnen vertrouwen op zijn helpers, en de helpers op hem. In elk geval greep Mentsjov de tijdrit van dinsdag aan om zijn andere ik aan de ploegleiding te laten zien.
Erik Breukink had eindelijk agressie gezien bij de Rus, die in 29,5 kilometer fietsen overtuigend de achterstand tenietdeed op een van zijn grootste rivalen voor het geel. De Spanjaard Valderde was opgestaan met 45 seconden voorsprong, maar keek aan het eind van de dag tegen een achterstand van vijftien tellen aan. Dat de andere favoriet Cadel Evans zeven seconden uitliep, deed weinig afbreuk aan de euforie in het kamp van Rabobank.
De opluchting over de zesde tijd van de dag – op 34 seconden van winnaar Schumacher – vertaalde zich bij de Russische renner in een spraakwaterval tegen journalisten. Door een gebrek aan motivatie werd Mentsjov niet gehinderd, sprak hij in de bus, waar bij hoge uitzondering de pers werd binnengelaten.
‘Ik wist dat ik het nog beter moest doen dan ik zou kunnen’, zei de kopman over de opdracht waarmee hij van start was gegaan in Cholet. Uit zijn voorbereiding bleek dat hij niets aan het toeval wilde overlaten om niet verder achterop te raken in de strijd om het geel. Het zou de sluimerende crisis over een wellicht vierde mislukte Tourmissie bij Rabobank verder hebben aangewakkerd.
’s Ochtends had hij met Joost Posthuma, de andere tijdritspecialist van de ploeg, het parcours verkend. Samen kwamen ze tot de conclusie dat het eerste deel, tot de tussentijd na 11 kilometer, het moeilijkst zou worden. De zware tegenwind en het op- en afrijden dwong de renners voortdurend tot omhoog- en terugschakelen.
Het optreden van Posthuma moest als richtpunt dienen voor Mentsjov. Maar omdat de Nederlander uiteindelijk 42ste werd, was de Rus op zichzelf aangewezen. ‘Aan mij had hij niet veel’, zei Posthuma, die door het labeur in de chaotische eerste etappes ‘een jasje had uitgedaan’.
Misschien wel net op tijd nam Mentsjov de gelegenheid te baat om zich toch nog als leider te profileren. Op de vraag of hij daarin tot dusverre was tekortgeschoten, zei hij zonder aarzeling ja. Maandagavond was ook hij niet om zijn eigen falen heen gedraaid. Hij verontschuldigde zich dat hij zijn ploegmaats onvoldoende duidelijk had gemaakt wat hij precies van ze verlangde.
Dinsdagmiddag moest ploegleider Breukink vaststellen dat de ‘missers’ van de voorgaande dagen waren gecompenseerd door een optreden van zijn belangrijkste renner dat vertrouwen gaf.
‘Het blijkt dat het bij hem goed zit in het hoofd én in het lichaam’, zei de ploegleider, die als rennerregisseur contact houdt met de eveneens Spaans sprekende Mentsjov. ‘Hij stuurde nu zelfs goed door de bochten’, merkte zijn collega Erik Dekker op.
Breukink haalde in zijn optimisme over de wederopstanding van Mentsjov de prestaties van Pedro Delgado aan in de Tour van 1989. De Spanjaard raakte in de proloog, die werd gewonnen door Breukink, bijna drie minuten achterop. Toch slaagde hij erin het podium te halen in Parijs, achter winnaar LeMond en Fignon.
De Rus was voorzichtiger over zijn kansen, vijf dagen voordat het peloton de Pyreneeën induikt. Hij noemde de tijdrit ‘niets vergeleken bij wat in de laatste week gaat komen’.
In de Alpen zal volgens de verwachtingen de Tour worden beslist. De tweede tijdrit, een dag voor de slotetappe naar Parijs, biedt de klassementsrenners nog meer kans de onderlinge verschillen te vergroten. Het parcours is 53 kilometer, bijna twee keer zo lang als dat in Cholet was uitgezet.