REPORTAGE

Nederlandse experts schieten Chinese musea te hulp

In China worden jaarlijks honderden nieuwe musea geopend. Maar de tentoonstellingen zijn vaak niet publieksvriendelijk, waardoor bezoekers wegblijven. Nederlandse experts schieten te hulp.

Marije Vlaskamp
Impressie van het Museum voor Schone Kunsten in Peking, ontworpen door Jean Nouvel. Beeld Jean Nouvel
Impressie van het Museum voor Schone Kunsten in Peking, ontworpen door Jean Nouvel.Beeld Jean Nouvel

Rol een antiek olieverfschilderij nooit op, zegt conservator Yong Situ, terwijl hij een schilderij uit de jaren veertig van de vorige eeuw laat zien. De verf schilfert verticaal van het doek af. Zijn cursisten, conservatoren van musea door heel China, vragen hoe het dan moet. Plat neerleggen misschien?

Chinese depots staan vol met kunst waar de afgelopen decennia niemand naar omkeek. 'Al die collecties restaureren voor tentoonstellingen is een immense klus', zegt Ruben Smit. De Amsterdamse museumwetenschapper geeft met drie andere Nederlandse deskundigen in Peking training aan groepen werknemers van 34 Chinese musea.

Saai

Restaureren, tentoonstellen, publieksbeleid: China is op zoek naar expertise, want de Volksrepubliek zit midden in wat de Engelsen een museum boom noemen, een explosieve groei van het aantal musea. In 2009 werd dagelijks een nieuw museum opgeleverd en nog steeds gaan jaarlijks honderd nieuwe musea open.

'We zijn goed in hardware, software is moeilijker', zegt Ma Shulin, directeur van het Museum voor Schone Kunsten (NAMOC) in Peking. Na een vliegende start - reusachtig nieuw gebouw, spectaculaire openingstentoonstelling met hoge bezoekersaantallen - verworden veel musea tot saaie bedoeningen, met de airconditioning op hete zomerdagen als voornaamste publiektrekker. Dat komt onder meer door gebrek aan professionele museummanagers, curatoren en goede opleidingen. Chinese museummedewerkers lopen de laatste jaren wel stage in Europese musea, maar ze komen thuis met kennis die niet aansluit op de Chinese praktijk. De huidige samenwerking tussen Nederlandse en Chinese cultuurministeries is een primeur, waarbij de Amsterdamse museumacademie Reinwardt en het Van Gogh Museum trainingen verzorgen in China.

Ruim 3.500 musea

Het ontwerp van de Franse architect Jean Nouvel liep een jaar vertraging op, maar nu wordt NAMOC, het nieuwe Museum voor Schone Kunsten in Peking dan toch gebouwd. Het museum komt op de nieuwe culturele as waarmee het gebied rond het Olympisch Stadion wordt verlevendigd. Als de maximale capaciteit van 38.400gasten elke dag wordt bereikt, breekt het museum het wereldrecord bezoekersaantallen. Ook buiten de grote steden worden in China muesa geopend voor de meest uiteenlopende onderwerpen, van zout, glas en papierknipkunst tot postmoderne kunst. Het streefgetal van 3.500 musea dat de overheid in 2009 voor ogen had, is al ruimschoots overschreden. Nu is er een museum voor elke 250 duizend Chinezen. In Europa zijn er gemiddeld 3,1 musea per 100duizend inwoners, maar dat is over enkele eeuwen gegroeid.

Doelgroepenbeleid

Wandelend door het NAMOC constateert Ruben Smit dat de tentoonstelling voor ingewijden is gemaakt. 'De collectie is van hoog wetenschappelijk niveau, zonder uitleg of duiding. Leken lopen een rondje langs de calligrafie en landschappen zonder er iets van op te steken. We gaven les over doelgroepenbeleid: hoe spreek je nieuwe groepen aan. Maar de Chinese collega's weerden dat af: ze zeiden iedereen te moeten bedienen. Ik probeer uit te leggen dat je door een doelgroepenbenadering juist meer bezoekers aantrekt.'

Op hun beurt kunnen de Nederlanders zich weinig voorstellen bij het Chinese spanningsveld tussen staat en museum. Zeker staatsmusea denken bij elke tentoonstelling eerst aan de politieke bazen van de cultuurbureaus die hun tentoonstelling moeten goedkeuren en daarna pas aan het publiek. Als ze dat al doen. 'Als privémuseum zijn wij iets vrijer, maar als we over de schreef gaan, sluit de overheid de tentoonstelling evengoed', zegt Wei Lan, directie-assistente van het Sifang Kunstmuseum in Nanjing. Sinds de opening in 2013 worstelt haar museum met het begrip visie. 'Dat je op een grasveld mag chillen zonder verplicht naar kunst te kijken, geldt als extreem vernieuwend. Het westen heeft honderden jaren museumtraditie, China pas zestig. Bovendien: onze musea moeten doen wat de staat oplegt.'

'Museaficatie'

En die gebruikt geschiedenis en kunst om de opkomst van China kracht bij te zetten met een machtig imago van superieure cultuur. De privésector doet volop mee aan de door de staat verordonneerde 'museaficatie'. China's nieuwe rijken, berucht op internationale veilingen vanwege de gigantische bedragen die ze aan kunst uitgeven, willen hun goede smaak tonen. Bijvoorbeeld in oude fabrieksgebouwen, die na een renovatie ineens stikken van de hippe musea, of in nieuwbouw van projectontwikkelaars, die vlassen op culturele publieksruimte in commerciële projecten. Zo leiden politieke macht en kapitaal tot de 'museumificatie' van China. Zelfs een steenkoolstad in het achterland schakelt toparchitecten als Norman Foster in, maar daarna weet niemand wat ze met zo'n museum aan moeten.

Pessimisten vrezen dat al die musea lege hulzen voor bloedeloze tentoonstellingen worden. Volgens optimisten begint nu het echte werk. Het NAMOC heeft volgend jaar een nieuw onderkomen, zeven keer groter dan het huidige. Spannend, vindt directeur Ma. 'Zoveel musea, maar niemand die een overzichtstentoonstelling van Chinese moderne kunst heeft. Dat gaan wij doen.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden