Nederlandse betrekkingen met Parijs behoeven groot achterstallig onderhoud Den Haag moet Frans bijspijkeren
De veelbesproken Franse ambassadeur was niet aanwezig, maar dat was ook niet de bedoeling. Tijdens het Frankrijk-seminar op het ministerie van Buitenlandse Zaken moest donderdag 'in eigen kring' de stand van zaken worden besproken....
Van onze verslaggever
Ewoud Nysingh
DEN HAAG
Het ging onder meer over drugs, euthanasie, helikopters, Rembrandt, tulpen, handelsgeest, centralisme, de Bataafse Republiek, passie, het Calimero-gevoel, raison d'état, onderhandelen en lange lunches met veel wijn.
Eindconclusie: het is goed dat het paarse kabinet het initiatief heeft genomen om naast het opkalefateren van de Benelux en het verder verbeteren van de betrekkingen met Duitsland, ook de Fransen de nodige aandacht te geven. Maar dan moet er ook méér naar Frankrijk worden gereisd.
Want het Nederlandse beleid moet daar worden uitgelegd. De Fransen komen niet zo snel naar het voor hen zo kille Nederland. Een beter wederzijds begrip komt tot stand als beide landen meer van elkaar afweten. Veel stereotypen kloppen allang niet meer. Maar dan moet Nederland niet alleen proberen het culturele erfgoed aan de man te brengen in Parijs, maar ook discussies organiseren over drugs of de Europese defensie. En dan moet het Frans stevig worden bijgespijkerd.
Na de voorzichtige 'aanzet tot een analyse voorbij de stereotypen' van gisteren, kan er wellicht volgend jaar een symposium worden gehouden tussen Nederlanders en Fransen over het verbeteren van de betrekkingen. Want het is akelig stil geweest sinds de ruzie tussen De Gaulle en Luns. De verhouding Nederland-Frankrijk is in elk opzicht meer dan ongelijk, en dat is voor Nederland moeilijker te verteren dan bij voorbeeld de onevenwichtigheden in de relatie met Duitsland. De president van De Nederlandsche Bank speelt immers dolgraag de rol van Klein Duimpje in zijn relatie met de Bundesbank.
Ambassadeur Daniel Bernard, die enkele weken geleden opzien baarde door in een interview bijna alle vooroordelen te etaleren die Fransen over Nederland en de Nederlanders hebben, had een diplomate naar de bijeenkomst afgevaardigd die ijverig aantekeningen maakte. Bernard zelf weigert Nederlands te leren. De ambassadeur heeft inmiddels wel bij enkele Nederlandse families thuis gegeten, en werd niet onthaald op de door hem vervloekte 'koude boterhammen'.
Er is dus veel werk aan de winkel. In de Nederlands-Franse betrekkingen is sprake van groot achterstallig onderhoud. Het is na Luns niet meer goed gekomen tussen Den Haag en Parijs. Althans, dat denkt Den Haag. Hoge Franse ambtenaren zien dat anders. Het Frans-Nederlandse misverstand bestaat alleen in Nederland. Nederlanders hebben een minderwaardigheidscomplex, maar daar is geen enkele reden voor.
Nederland wordt door de Fransen bewonderd om zijn handelsgeest, zijn open grenzen. Nederland is een van de weinige landen in de Europese Unie die er een wereldwijde visie op nahouden. Den Haag zou eens, zo luidt het vriendelijk bedoelde advies, moeten proberen in een onderbelicht conflict een rol te spelen, zoiets als de Noren in het Midden-Oosten hebben gedaan.
Het is Nederland dat in therapie moet, volgens de Fransen. Als Den Haag zelfbewust optreedt, zonder Calimero-gedrag, wordt dat in Parijs begrepen. Ook als Nederland voor de Amerikaanse Apache-helikopter kiest, en niet voor de Frans-Duitse Tigre.
Maar de keus voor de Apache is niet goed uitgelegd in Parijs, waar werd geklaagd over de eeuwige transatlantische houding van Den Haag. De Tigre-fabrikant voelde zich misbruikt door de Hollandse mercantilisten, die de producenten tegen elkaar uitspeelden om de prijs naar beneden en de compensatieorders naar boven te krijgen.
De Franse woede, in de diplomatie 'korzeligheid' genoemd, was zo groot dat de twee ambtelijke werkgroepen die waren ingesteld om onderzoek te doen naar wederzijdse vooroordelen, door Parijs voor enige tijd werden geboycot. Ambtenaren van het ministerie van Defensie in Parijs riepen dat geen enkele Nederlandse kandidaat voor internationale functies moet worden gesteund, althans voor zover Parijs dat ooit heeft gedaan.