NieuwsStraatonderzoek mondkapjes
Nederlander met mondkapje wordt niet opeens onvoorzichtig
Wie een mondkapje draagt, waant zich niet opeens zo veilig dat hij minder afstand houdt. Niet het mondkapje, maar drukte maakt dat we geen anderhalve meter afstand meer tot elkaar houden.
Dat blijkt uit de eerste Nederlandse straatwaarnemingen van mondkapjesgebruik, in een gewone winkelstraat in Amsterdam. ‘We kunnen voorzichtig zeggen: de zorg dat mondkapjes mensen een gevoel van schijnveiligheid geven en tot minder onderlinge afstand leiden, hoef je niet te hebben’, zegt onderzoeksleider Marie Rosenkrantz Lindegaard van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving.
Dat heeft mogelijk grote gevolgen voor het beleid, denkt hoogleraar gezondheidspsychologie John de Wit (Universiteit Utrecht), na inzage van de Amsterdamse resultaten. Dat mondkapjes roekeloos gedrag in de hand zouden werken, is immers een van de voornaamste redenen waarom het kabinet tegen uitbreiding van de draagplicht is. ‘Maar dit onderzoek levert stevig bewijs dat er van die kapjes geen serieuze nadelige effecten uitgaan’, zegt De Wit. ‘Dit zijn serieuze cijfers, waar we echt wat aan hebben.’
Minder aan gezicht
Voor haar onderzoek analyseerde Lindegaard opnamen van veiligheidscamera’s in een brede, niet overvolle, vrij doorsnee winkelstraat in Amsterdam rond 1 juni – welke kan ze niet zeggen, omdat dat vervolgonderzoek zou kunnen verstoren. Passanten met een mondkapje op schonden de anderhalvemeterregel net zo vaak als mensen zonder mondkapje. Ook bleek 80 procent van de dragers het kapje correct te dragen.
En passant ontdekte Lindegaard nog iets: op straat zijn schendingen van de afstandsregel ‘gemeengoed’, zo schrijft ze in haar voorlopige onderzoeksrapport. In de krap halve minuut dat de voorbijgangers gemiddeld door het beeld liepen, had 55 procent al een overtreding van de anderhalvemeterregel begaan. 12 procent schoof zelfs op minder dan een halve meter langs een medevoetganger.
Drukte voorspelt contact
‘We zien dat drukte de belangrijkste voorspellende factor is voor hoe slecht mensen afstand houden’, zegt Lindegaard. ‘Dat betekent dat je, als je de afstandsregel wilt handhaven, aan crowd management moet doen, druktebeheersing. Zorg dat er op een plek niet te veel mensen tegelijk zijn, zorg voor duidelijke gescheiden voetgangersstromen.’
Of meet ze een mondkapje aan, om er tenminste nog het beste van te maken, vindt De Wit. ‘Ik hoop dat men zich nu gerustgesteld voelt voor wat betreft die nadelige effecten. Wetenschappelijk gezien zou ik zeggen: doe het gewoon, op alle plekken waar het lastig is om afstand te houden. Mijn persoonlijke mening is dat ze niet dé oplossing zijn, maar wel kunnen bijdragen.’
Mondkapjesplicht slechtst nageleefd op Wallen
De mondkapjesplicht die sinds begin deze maand geldt op een aantal drukke plekken in Amsterdam wordt op dit moment het slechtst nageleefd op de Wallen. Het beeld tot nu toe is dat hier 20 procent van de bezoekers uit zichzelf een mondkapje draagt, werd gemeld tijdens een technische sessie over de coronamaatregelen van de gemeenteraad. Nadat mensen hierop zijn aangesproken, doet uiteindelijk 80 procent er eentje op.
Volgens een woordvoerder van de gemeente gaat het om een voorlopig en wisselend beeld, aangezien de officiële evaluatie van het experiment met de mondkapjesplicht pas eind augustus plaatsvindt. De reden dat op de Wallen zo weinig mensen een mondkapje dragen, heeft te maken met het wisselende publiek van dagjesmensen en toeristen.
In Amsterdam is het sinds 5 augustus op vijf drukke locaties verplicht om mondkapjes te dragen. Momenteel gaat het op de markt op Plein ’40-’45 het beste, waar naar schatting 80 procent van de bezoekers uit zichzelf een mondkapje draagt.
Ook in de Kalverstraat, Nieuwendijk en de Albert Cuypstraat is het dragen van een mondkapje verplicht. De veiligheidsregio kwam hiermee omdat het door de drukte op deze plekken niet lukt 1,5 meter afstand te houden.
8 procent steekt neus uit
Bewijs dat mondkapjes veilig gedrag versterken, vond Lindegaard overigens evenmin. Bij experimenten in Duitsland en Italië leek het er nog op dat mensen met een wijdere boog om elkaar heen lopen als er mondmaskers in het spel zijn. Maar in Amsterdam zag Lindegaard zo’n positief effect niet. Ook mondkapjesdragers worden soms haast van de sokken gelopen, bij 8 procent stak de neus boven het kapje uit, en 1 op de 8 droeg het kapje achteloos onder de kin of zelfs op het voorhoofd.
Bovendien zat haast 1 op de 10 dragers met de handen aan het gezicht of aan het kapje: net zo vaak als mensen zónder mondkapje. ‘In elk geval zorgt het mondmasker ervoor dat mensen niet meer aan hun neus of mond kunnen zitten’, zegt Lindegaard.
Misschien gaat het dragen beter op plekken waar het lapje inmiddels is verplicht, denkt De Wit. De straatopnamen van Lindegaard werden immers eind mei en begin juni gemaakt, toen het mondkapje nog maar net werd voorgeschreven in het openbaar vervoer. ‘Maar bij elke gedragsmaatregel die je neemt, zul je mensen zien die het niet goed doen’, zegt De Wit.
Al weken is er veel te doen om mondkapjes. Hoewel ze niet verplicht zijn in openbare ruimtes, zijn er toch mensen die liever het zekere voor het onzekere nemen. De Volkskrant sprak met drie van hen.
Geen indicatie extra veiligheid
Het RIVM, dat meebetaalde aan het onderzoek, onderschrijft in een eerste reactie de conclusie dat mondkapjes kennelijk ‘geen extra risico noch extra veiligheid’ opleveren. Al is het onderzoek ‘wel een indicatie dat tijdens het lopen op straat het gezicht minder wordt aangeraakt in de besmettelijke zones.’
Toch is het instituut ook terughoudend. Lindegaards onderzoek is immers maar een plaatselijke momentopname, gehouden toen er nog geen draagplicht was. Ook ‘geeft het onderzoek geen inzicht in de wijze van op- en afzetten van de mondkapjes’.
Bovendien is nog steeds de vraag of mondkapjes in de openbare ruimte de epidemie wel afremmen, benadrukt het instituut. De meeste besmettingen vinden naar het zich laat aanzien immers plaats in situaties waarin mensen sowieso geen mondkapje dragen, zoals op het werk, thuis en bij privéfeestjes.
Inmiddels analyseren Lindegaard en haar team camerabeelden uit twee Nederlandse binnensteden waar het masker verplicht is. Op de resultaten kan ze nog niet vooruitlopen. In een brandbrief klaagden de winkeliers uit de Rotterdamse binnenstad deze week dat ze één effect in elk geval al met het blote oog denken te zien: de aanloop van winkelend publiek is sterk afgenomen, aldus de winkeliers.
Van schadelijk tot effectief: hoe het tij voor het mondkapje keert
29 januari
‘Mondneusmaskers dragen zonder indicatie kan onnodige kosten en lasten en een vals gevoel van veiligheid geven’ (WHO-richtlijn)
3 maart
‘Het bewijs dat maskers epidemieën van luchtwegvirussen kunnen remmen, is van zeer lage zekerheid’ (Medische ‘scheidsrechter’ the Cochrane Collaboration, in een evaluatie van het beschikbare bewijs)
19 maart
‘Een masker is niet vereist voor mensen die niet ziek zijn’ (WHO-richtlijn)
6 april
‘Maskers alleen kunnen de pandemie niet stoppen.’ (WHO-topman Tedros Adhanamon Ghebreyesus)
8 april
‘Het gebruik van gezichtsmaskers kan worden overwogen, vooral in drukke, gesloten ruimten’ (Europese gezondheidsraad ECDC)
16 april
‘Mondkapjes voegen niets toe aan de andere, bewezen werkzame maatregelen zoals afstand houden en goede handhygiëne.’ (Jaap van Dissel, in Den Haag)
4 mei
‘Niet-medische mondkapjes dragen mogelijk enigszins bij aan het beperken van verspreiding van covid-19 door presymptomatische patiënten in openbare ruimten waar voldoende afstand houden niet altijd mogelijk is.’ (Advies OMT)
1 juni
‘Het gebruik van gezichtsmaskers kan resulteren in een grote reductie van het risico op infectie.’ (overzichtsartikel in The Lancet)
5 juni
‘In het licht van het zich ontwikkelende bewijs adviseert de WHO dat overheden het dragen van maskers aanmoedigen op plaatsen waar fysiek afstand houden moeilijk is.’ (WHO-topman Ghebreyesus)
6 juli
‘Hygiënemaatregelen (maskers, handschoenen, haarnetten) kunnen effectief zijn in het remmen van luchtwegvirusepidemieën.’ (The Cochrane Collaboration, herziene evaluatie)
3 augustus
‘Draag een masker waar gepast, houd afstand, vermijd drukke plaatsen, hoest in de elleboog, was vaak je handen. Doe het allemaal!’ (WHO-topman Ghebreyesus)