Drie vragenVaccinatiesnelheid
Nederland vaccineert traag. Hoe zetten we het prikprogramma in turbostand?
Tot nog toe hebben nog geen 174 duizend Nederlanders een eerste coronaprik gehad. Blijven vaccins te lang ongebruikt in de koeling liggen? De Nederlandse bureaucratie en het versnipperde systeem werken tegen. Maar de grote bottleneck: de levering vaccins.
Is Nederland echt zo traag? En hoe komt dat dan?
Ja, het gaat echt nog in een wandeltempo. De EU als geheel voert al niet bepaald de wereldranglijst vaccineren aan – landen als het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Israël hebben eerder met noodprocedures vaccins goedgekeurd, en hebben ook meer vaccins kunnen kopen. Israël, de koploper, heeft speciale afspraken met Pfizer, waarbij zij – als klein land – in ruil voor het leveren van data relatief veel vaccins tot hun beschikking krijgen.
Maar ook binnen de EU staat Nederland stijf onder de degradatiestreep. Dit komt deels doordat Nederland al in de weken na Kerst – totdat verpleeghuismedewerker Sanna Elkadiri op 6 januari de eerste prik kreeg – een achterstand opliep. Die is nu alle systemen en logistiek op orde zou moeten zijn nog niet ingelopen.
Nederland behoorde tot de meest voorzichtige landen wat betreft voorraadbeheer: voor elke gegeven prik werd automatisch het vaccin voor de tweede prik achtergehouden. Dit principe is inmiddels losgelaten, nog de helft van de verwachte tweede prikken moet alvast in de vriezer liggen. Ook niet bepaald versnellend: Nederland wijzigt bijna wekelijks de vaccinatiestrategie; hetzij omdat de minister zwicht voor een zware lobby (het acutezorg-personeel, de huisartsen), hetzij omdat de farmaceuten hun leveringsschema’s weer aanpassen.
Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.
En dan is er nog wat Hans Buijing, voorzitter van thuiszorgvereniging Zorgthuisnl, ‘de administratieve Kafka van Nederland’ noemt. Het kan in een zorginstelling per kamer verschillen welk vaccin iemand krijgt, en door wie dat wordt toegediend. Dit hangt af van de vraag: is de specialist ouderengeneeskunde (of de arts verstandelijk gehandicapten) de hoofdbehandelaar, of de huisarts? In het eerste geval prikt de instelling zelf met Pfizer, in het tweede geval komt er vanuit een huisartsenpost in de buurt een prikteam langs met het Moderna-vaccin.
Dit omdat de hoofdbehandelaar als eindverantwoordelijke bijvoorbeeld contra-indicaties moet uitsluiten. Buijing: ‘Dan denk je dus vanuit het systeem, en niet vanuit de mensen. Je kunt ook met elkaar bellen om contra-indicaties door te geven.’
Volgens Jan Fransoo, hoogleraar Operations en Logistiek Management in Tilburg en Eindhoven, hebben ‘dit soort ketens van farmaceutische producten altijd ingewikkelde voorwaarden voor eigenaarschap en overdracht’. En in z’n algemeenheid geldt: ‘Meer complexiteit in een operatie, leidt altijd tot meer vertraging.’
Kunnen we sneller prikken in Nederland? En hoe dan?
Gek wordt huisarts Geert-Jan van Holten ervan. Zo’n beetje elke oudere in zijn praktijk wordt op een ander moment geprikt, met een ander vaccin, door een andere instantie. ‘Dan belt een zoon boos op: waarom moet zijn vader, die in een aanleunwoning woont, met de auto naar Veghel voor een prik? Ik snap het ook niet. Er wonen tachtig van die ouderen in zo’n flat. Laat ze naar de koffiekamer komen en geef ze prik. Hoe moeilijk kan het zijn?’
De huisartsen moeten een deel van de vaccinaties voor hun rekening nemen, zoals ze gewend zijn bij de griepprik. ‘Maar daaraan is nooit een tekort en alle vaccins zijn tegelijk inzetbaar. Als er nu 250 duizend vaccins per week binnenkomen, zijn dat er 50 per huisartsenpraktijk. Ontzettend inefficiënt. Hier wordt een noodsituatie door het bestaande systeem geduwd, in plaats van dat iemand de leiding krijgt en zegt: privacy, de vraag wie de hoofdbehandelaar is – allemaal ontzettend belangrijk, maar nu er 600 mensen per week overlijden even wat minder belangrijk.’
De vaccinatiestrategie van het ministerie daarentegen gaat over veel verschillende sporen. Inmiddels zijn het acutezorgpersoneel (in de ziekenhuizen), de huisartsen (idem), de verpleeghuismedewerkers (bij de GGD), de inwoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen (instellingsarts of mobiele teams vanuit de huisartsenpost), de kleinschalige zorgwoonvormen (idem), de 90-plussers (GGD of huisarts), aan de beurt of geweest – zij het vaak in een bescheiden tempo.
Zo zetten de GGD’s op hun 25 regionale vaccinatielocaties nu slechts 10 duizend prikken per dag, dat moet in februari kunnen oplopen tot 200 duizend per week.
Zou het dan niet helpen het leger in te zetten? Die hebben immers ervaring met logistiek. En waarom gaan de GGD’s eigenlijk niet dag en nacht door met prikken? ‘Het leger zou hierin niets kunnen uithalen, als er niet meer vaccins zijn’, zegt voorzitter André Rouvoet van GGD-koepel GHOR. ‘Zouden we meer vaccins hebben, zouden de GGD’s meer prikken zetten’, vult zijn woordvoerder Sonja Kloppenburg aan.
De bottleneck is uiteindelijk het gebrek aan vaccins. Die druppelen binnen in kleine hoeveelheden, van een forse stroom is geen sprake. Tot eind januari leverden farmaceuten niet meer dan totaal 757 duizend doses vaccins, grotendeels van Pfizer. Voor februari gaat het om in totaal 897.380 doses van Pfizer en Moderna. Van deze vaccins zijn twee prikken nodig.
De grote klapper had moeten komen van AstraZeneca. 4,5 miljoen doses vanaf begin februari. Maar, tegenslag: farmaceut AstraZeneca dreigt dit eerste kwartaal minder dan de helft van de bestelde vaccins te leveren aan de Europese Unie.
Zou het dan geen goed idee zijn nog kleinere voorraden aan te houden om zo veel mogelijk mensen alvast te prikken? ‘Dat is uiteindelijk een risico-afweging’, zegt hoogleraar Fransoo. ‘Houd je nauwelijks vaccins op voorraad voor de tweede prik (zoals Denemarken doet, red.), dan kom je in de knel als de leveringen van de farmaceuten tegenvallen. En dat is al geregeld gebeurd.’ Een marge aanhouden is daarom verstandig, vindt Fransoo. ‘Het beeld dat er veel vaccins onnodig in de vriezer liggen, klopt dus maar ten dele.’
We moeten daarom de verwachtingen temperen, zegt Fransoo. ‘Zelfs als we sneller versnellen, worden we straks weer afgeremd.’
Kan de productie van de farmaceuten niet sneller, bijvoorbeeld met dwanglicenties en door op meer plaatsen te produceren?
Er is eigenlijk maar één echte oplossing, zegt onder anderen André Knottnerus, oud-voorzitter van de Gezondheidsraad en de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR). De productiecapaciteit van de inmiddels bewezen vaccins moet omhoog, en overheden moeten hen daarbij helpen, of hen desnoods daartoe dwingen. Bijvoorbeeld via dwanglicenties, vindt Knottnerus, waarmee overheden patenten overrulen en dus de productie kunnen (laten) overnemen. Alleen zo kan de pandemie wereldwijd worden bedwongen.
De vraag is óf en hoe snel een dwanglicentie op een octrooi uiteindelijk de productie zal opschroeven, zegt Mark Jolink, patentspecialist van octrooibureau EP&C. ‘Het is niet zo dat we dan over twee maanden veel meer vaccins tot onze beschikking hebben. De eerste stap is dat de farmaceuten productiebedrijven moeten vinden die de vaccins kunnen gaan leveren. Dat is al ingewikkeld, een vaccin produceren is heel wat moeilijker dan brood bakken.’ Maar daarbij, zegt Knottnerus, zouden juist andere farmaceuten wiens vaccins de eindstreep (nog) niet hebben gehaald, kunnen helpen. Dinsdag werd bekend dat de Franse farmaceut Sanofi nog dit jaar meer dan 100 miljoen doses gaat produceren van het coronavaccin van concurrenten Pfizer en BioNTech. Sanofi werkt samen met branchegenoot GlaxoSmithKline aan een eigen vaccin.
Toch is de kans best aanwezig, zegt Jolink, dat alle geschikte bedrijven inmiddels zijn ingezet om vaccins te produceren. Elke farmaceut wil immers zoveel mogelijk vaccins leveren. ‘We begrijpen allemaal dat farmaceuten een redelijke vergoeding verdienen voor hun vaccin. Dus daar ligt een stimulans om zo snel mogelijk te produceren. Zeker omdat er steeds meer concurrenten op de markt komen.’ Pfizer voert de productie al op, de EU heeft onlangs 300 miljoen extra doses besteld.
Maar als er dan geschikte bedrijven zijn gevonden, dan is stap twee dat farmaceut en producent een licentieovereenkomst sluiten. ‘Farmaceuten hebben een machtspositie, zij hebben de sleutel in handen. Dus we moeten goed in de gaten houden of zij in redelijkheid productiebedrijven in staat stellen om mee te produceren.’
Gebeurt dat niet, dan is daar de dwanglicentie. ‘Alleen het dreigen daarmee, en de maatschappelijk druk die daarmee gepaard gaat, kan al helpen.’ Jolink denkt overigens niet dat het zo ver hoeft te komen.
Met medewerking van Serena Frijters.
Wie hebben al een prik gehad?
In totaal bijna 174 duizend personen. Dat zijn bijna 116 duizend verpleeghuismedewerkers, 40 duizend ziekenhuismedewerkers in de acute zorg, bijna 17 duizend verpleeghuisbewoners en gehandicapten, en een klein aantal huisartsen. Dinsdag zijn de 25 GGD’s begonnen met de inenting van de 90plussers.
Lees ook
De farmaceut die het meest bestelde vaccin van Europa moet leveren, AstraZeneca, heeft naar eigen zeggen productieproblemen.
Later prikken, is een manier. Het aanhouden van minder voorraden ook. Maar is het verstandig? Vier zorgen gewogen.