Nederland raakt ontwricht
Voldoende bewegen heeft geen merkbaar gunstig effect op het bewegingsapparaat. Ook of iemand thuiszit dan wel altijd naar het werk moet, maakt weinig verschil....
Bij ongeveer eenderde van de Nederlandse bevolking doet bewegen pijn doordat schouders, nek, rug, heupen of knieën zijn beschadigd. Tot die conclusie komt drs. Susan Picavet van het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne in Bilthoven op basis van onderzoek aan bestaande studies. Om meer dan viereneenhalf miljoen mensen gaat het, berekende Picavet.
Negenhonderdduizend Nederlanders daarvan hebben zulke problemen met hun bewegingsapparaat dat ze lichamelijk niet meer naar behoren kunnen functioneren. Ze hebben moeite met alledaagse handelingen als lopen, traplopen of zich wassen. En als er al manieren zijn om die problemen te voorkomen, dan heeft Picavet die niet gevonden.
Ze verrichtte haar onderzoek in het kader van de vijfjaarlijkse studie die het RIVM voor het ministerie van VWS uitvoert naar trends in de volksgezondheid.
'De belangrijkste oorzaak van de klachten is veroudering', zegt Picavet in haar kantoor op het RIVM. 'In de groep tussen 24 en 45 jaar heeft nog geen 3 procent problemen met lichamelijk functioneren. Bij mensen die 75 jaar en ouder zijn, is dat opgelopen tot bijna 40 procent.' Ouderdom komt dus met gebreken.
Uit Picavets onderzoek, waarop ze op 20 april in Wageningen promoveert, blijkt dat er in ieder geval één belangrijke uitzondering is: rugklachten. Na het vijfenvijftigste levensjaar krijgen steeds minder Nederlanders last van hun rug. 'Dat blijkt uit alle onderzoeken. Rugklachten komen vooral voor bij mensen van middelbare leeftijd.'
Voor de andere gewrichten zijn de gevolgen van het ouder worden minder rooskleurig. Bij de 75-plussers geven vooral de knieën en heupen het op. Vaak is dat waarschijnlijk het gevolg van chronische ziekten als artritis en artrose, waarbij de gewrichten geleidelijk ernstiger worden aangetast. 'Die mensen zitten in de onderzoeken die ik heb gebruikt', zegt Picavet. 'Maar in die studies zijn geen diagnoses vastgesteld. Ik weet dus niet hoeveel procent van de problemen door dit soort ziekten wordt veroorzaakt.'
Uit Britse en Scandinavische studies valt af te leiden dat het probleem verergert. Ook als je rekening houdt met de vergrijzing. Picavet zocht naar een dergelijke trend in Nederland tussen 1990 en 1999, maar vond er geen. Toch zijn in die periode werkgevers - op last van de ARBO-wet - miljoenen in kostbaar ergonomisch meubilair gaan investeren.
Vergeefse moeite dus, zou je zeggen. Maar zover wil Picavet niet gaan. 'De periode is misschien te kort om trends op het spoor te komen. En als je alleen kijkt naar rugklachten, dan zie je dat je die met een gezonde werkhouding wel kunt voorkomen.'
Picavet vond dat 13 procent van de rugklachten wordt veroorzaakt door een verkeerde houding. Van dat percentage zou je door allerlei aanpassingen op het werk iets kunnen afsnoepen. 'Je hebt het over een grote groep mensen. Ongeveer 20 procent van de Nederlanders heeft chronisch last van zijn rug. Een paar procent daarvan, dat zijn duizenden mensen.'
Ook uit andere delen van haar onderzoek blijkt dat de ergonomisering van het bedrijfsleven vooralsnog weinig impact heeft op de krakkemikkige conditie van de Nederlandse bevolking. Werk, blijkt uit haar onderzoek, is geen factor bij het krijgen van klachten van het bewegingsapparaat. 'Er zijn natuurlijk een paar beroepen die een hoger risico op klachten met zich meebrengen. Maar op een hoger niveau zie je daar niets van terug.' Werkenden en niet-werkenden maken even veel kans op de lappenmand.
Ook het door sommige bewegingswetenschappers en sportfanaten vurig gepropageerde 'bewegen' helpt de uiteindelijke lichamelijk aftakeling niet voorkomen. Wie volgens de overheidsnormen voldoende beweegt - dertig minuten per dag, vijf dagen per week - loopt net zoveel risico als een doorgewinterde couch potato.
Picavet blijft echter optimistisch. 'Misschien klopt die norm niet. Mogelijk moet je, om je bewegingsapparaat te beschermen, intensiever bewegen dan dat ene halfuurtje per dag.'