nieuws
Nederland loopt met klimaatresultaat achter bij buren
In vergelijking met buurlanden moet Nederland de komende jaren het meeste werk verzetten om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Ons land staat er beroerd voor. Vergeleken met de buren zijn broeikasgasemissies sinds 1990 het minst gedaald. En de emissie per hoofd van de bevolking is het hoogst.
Het Verenigd Koninkrijk (VK), Duitsland, Denemarken en Zweden: ze doen het allemaal beter dan Nederland met het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen, concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een studie die vandaag verschijnt. In het VK was de daling sinds 1990 drie keer zo groot als in Nederland, andere buren reduceerden hun broeikasemissies minstens twee keer zo veel.
Wil ons land in 2050 klimaatneutraal zijn, dan moet het de uitstoot de komende decennia twee keer sneller verlagen dan bijvoorbeeld Zweden. Zo’n versnelling is broodnodig, want per hoofd van de bevolking is de CO2-uitstoot hier eenderde hoger dan gemiddeld in de EU.
Een van de redenen dat Nederland achterloopt, is de snelle economische groei en de sterke bevolkingstoename. Hoewel we energie-efficiënter zijn geworden, is de daling van de CO2-uitstoot gering, aldus het PBL. Dit geldt voor de industrie, maar ook voor woningen.
Woningen zijn per vierkante meter weliswaar relatief zuinig dankzij jarenlang beleid van isoleren, maar de energie die wordt verbruikt, heeft vaak een fossiele herkomst. Dit komt onder meer doordat Nederland weinig kernenergie gebruikt, in vergelijking met België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Zweden. Ook is er weinig eigen biomassa. Tegelijk is er een relatief grote (fossiele) energiesector en intensieve landbouw.
Het klopt dat Nederland in vergelijking met buurlanden niet goed scoort bij het vergroenen van de elektriciteitssector, zegt lector energietransitie aan de Hanzehogeschool te Groningen Martien Visser. ‘Maar dat een land als Denemarken goed scoort, komt mede doordat het een grote importeur van biomassa is.’ Dit is formeel klimaatvriendelijk, maar raakt in Nederland steeds meer omstreden voor het opwekken van elektriciteit. ‘Als we biomassa afwijzen, wordt het nog lastiger de klimaatdoelen te halen’, zegt Visser.
Dat elk nadeel zijn voordeel heeft, schetst het PBL ook. Het is volgens het Planbureau relatief makkelijk in korte tijd een paar grote klappers te maken. Met ‘stevig en consistent’ beleid kan ons land tot 2030 nog een paar fikse CO2-reducties realiseren. Maar, waarschuwt het PBL, het stuk daarna is net zo moeilijk als elders.
Door nu de uitstoot van broeikasgassen versneld terug te dringen, komt Nederland meer in lijn met omringende landen, wat ademruimte geeft voor het lastiger deel van de energietransitie in de twintig jaar na 2030, schetst een woordvoerder.
Een van de lessen die Nederland kan leren van het buitenland is het gebruik van zogenoemde burgerfora. Daarbij krijgt een representatieve groep burgers de mogelijkheid het klimaat- en energiebeleid mede te bepalen en worden burgers niet ‘overvallen’ met beleid waarbij ze niet betrokken waren. Onder meer in Frankrijk werden burgerfora opgetuigd, na de gele-hesjesprotesten .
De Franse burgervoorstellen betroffen onder meer verhoging van de vliegtaks, een verbod op korte vluchten en uitbreiding van vliegvelden en bedrijventerreinen. Uiteindelijk werden 46 aanbevelingen in wetsvoorstellen verwerkt. Door een representatieve burgervertegenwoordiging een stem te geven, ontstaat meer draagvlak onder de bevolking en worden moeilijke besluiten makkelijker geaccepteerd, is het idee.
Ook kan meer overheidsregie bij de uitrol van warmtenetten helpen om de CO2-uitstoot door gebouwen te verlagen.