InterviewMaria Liberia-Peters
Nederland had wél al een vrouw als premier. Maar aan de andere kant van het koninkrijk
De benoeming van Sophie Wilmès in België riep de vraag weer op: wanneer krijgt Nederland een vrouwelijke premier? Aan de andere kant van het koninkrijk was het jaren geleden al zover, met Maria Liberia-Peters.
De eerste gekozen vrouwelijke premier van het Koninkrijk der Nederlanden ontvangt op pantoffels. Maria Liberia-Peters, minister-president van de Antillen in de jaren tachtig en negentig, logeert bij haar nicht in Zeist. Ze is in Nederland op uitnodiging van kennisinstituut Atria voor de tentoonstelling De straat op! 100 jaar vrouwenkiesrecht en activisme.
Dat recht verworven de Antilliaanse vrouwen in 1948, 29 jaar later dan de Nederlandse. Toch stonden in dat deel van het Koninkrijk der Nederlanden al vijf vrouwelijke premiers aan het roer, in Nederland geen. Sterker nog, het aandeel vrouwelijke Kamerleden is afgenomen; van 41 procent in 2010 naar 31 in 2018.
De benoeming vorige week van Sophie Wilmès tot de eerste vrouwelijke premier van België rakelde de discussie weer op: waarom heeft Nederland na een eeuw kiesrecht nog geen vrouwelijke leider? Waarom lukte het in zeventig andere landen op de wereld wel, inclusief die aan de andere kant van het koninkrijk?
‘Nederlandse vrouwen zitten te veel in hun comfortzone’, zegt Liberia (78) in een met Papiaments en Engels doorspekt Nederlands. ‘Nederland is een welvarend land, de vrouwen hier zien niet in waarom ze nog moeten knokken.’ Hoe anders was dat toen de 43-jarige Liberia haar eigen naam door de menigte op Curaçao hoorde galmen. Gevolgd door het zinsdeel ‘moet minister-president worden’.
Het was 1984. De koninklijke oliemaatschappij Shell had juist aangekondigd binnen een jaar van Curaçao te vertrekken. De raffinaderij, sinds 1918 het kloppend hart van het eiland, was goed voor tweeduizend banen en 25 procent van het bruto binnenlands product. Die dreigden in een klap te verdwijnen. Het leidde tot een politieke crisis. De regering viel en er werd een nieuwe coalitie gevormd met de christen-democratische PNP waarvoor Liberia in de eilandraad zat (vergelijkbaar met de gemeenteraad).
‘Glazen klif’
In dat tumult, tijdens een publieke vergadering, werd ze door een partijgenoot voor het blok gezet. ‘Hij dacht: laat haar die moeilijke klus maar oppakken, ze breekt toch haar nek.’ Een luid applaus steeg op uit de menigte. De in Emmen opgeleide oud-kleuterjuf genoot door haar achtergrond in de lokale politiek veel populariteit. Het beangstigde haar. ‘Ik dacht: als dit een overwinning wordt dan zal die voor iedereen zijn, als het een nederlaag wordt, zal het de mijne zijn.’
Liberia is niet de enige vrouw die tijdens een politieke crisis aan de macht kwam. In een compleet verdeeld Verenigd Koninkrijk kreeg Theresa May de taak het land uit de EU te loodsen. De Sri Lankaanse Sirimavo Bandaranaike werd de eerste vrouwelijke premier ter wereld nadat haar man was vermoord. Wilmès werd vorige week premier van een vleugellam Belgisch demissionair kabinet.
Volgens onderzoekers van de universiteit van Exeter is er sprake van een ‘glazen klif’. Ze ontdekten dat bedrijven die slecht presteren eerder geneigd zijn om vrouwen aan te stellen. Een Amerikaanse studie van bedrijven uit de Fortune 500-lijst onderbouwde de theorie: 42 procent van de vrouwelijke ceo’s kreeg haar baan tijdens een crisis, tegen 22 procent van de mannen. De kans dat vrouwelijke leiders genadeloos van zo’n glazen klif vallen, is volgens de onderzoekers groot.
Toch greep Liberia de kans, aangemoedigd door haar man. Ze groeide al snel uit tot ‘moeder van het volk’ en hoewel haar basketbalkuiten op verhoogde belangstelling konden rekenen, voelde ze zich eerder gesterkt dan benadeeld door haar vrouw-zijn. Dankzij het slavernijverleden heeft de vrouw een bijzondere positie in het Caribisch gebied, zegt Liberia. ‘De mannen werden verkocht, de vrouwen hielden alleen het gezin draaiende. Nog steeds is het idee: op moeilijke momenten val je terug op je mama, vrouw of oudste zus.’
Ze kon bovendien bogen op de steun van haar zusters. Met vijf vrouwelijke collega’s van andere partijen sprak ze jaren daarvoor af elkaar nooit persoonlijk aan te vallen en niet tegen elkaars plannen te stemmen. ‘De zaak van de vrouw was prioriteit’, zegt Liberia. ‘Soms kwam een van hen met een plan waarvan ik dacht: hoe kun je? Dan moest ik bij de stemming toevallig even naar het toilet.’
Na ferme onderhandelingen met onder anderen minister-president Lubbers kocht ze de vervuilende raffinaderij en opslagtanks van Shell voor een symbolische Antilliaanse gulden, en verhuurde deze aan een Venezolaanse oliemaatschappij. Shell verschoonde zich daarmee van alle toekomstige schadeclaims. Een deal die 34 jaar na dato omstreden is. Dat waren keiharde gesprekken, zegt Liberia, die zich volgens de tegenpartij bediende van een ‘scherpe ondertoon’. ‘Ik had de zorg voor 150 duizend mensen. Het was do or die.’
Ze kende meer moeilijke momenten. Het land werd meermalen platgelegd door vakbondsstakingen. Daarbij kon Liberia overigens een belangrijke troef inzetten: haar man. Met een losse veter, gescheurde broek en zijn pet achterstevoren begaf hij zich onder de stakende arbeiders in het café. Wanneer hij thuiskwam, kon hij zijn vrouw precies vertellen in welke wijk de volgende actie gepland stond. Mijn persoonlijke AIVD, grapt Liberia.
Aanbeveling
Maar terwijl ze moeder was van het volk, was ze er minder voor haar eigen gezin. Ze wist niet dat haar zoontje kon zwemmen totdat ze hem vanaf zijn vaders schouder in het water zag kukelen. Haar schoolgaande dochter raakte op haar 17de zwanger. Op 1 april 1998 werd haar man gediagnosticeerd met leverkanker. Vlak nadat Liberia een verkiezingsnederlaag had geleden. ‘Lieve God’, dacht ze, ‘nu begrijp ik waarom ik niet herkozen kon worden, mijn huis had mij nodig.’ Twee maanden later overleed hij.
‘Misschien was ik te fanatiek op momenten dat ik met mijn gezin moest zijn’, zegt Liberia nu. Toch zou ze alle vrouwen aanbevelen een gooi te doen naar het hoogste ambt. Daarvoor ijvert ze nu met 73 (oud-)wereldleiders, onder wie bondskanselier Angela Merkel en de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern, in The Council of Women World Leaders.
In ons achtergebleven deel van het koninkrijk is het in ieder geval nog wachten tot de verkiezingen van 2021. Maar dan zou het zomaar kunnen gebeuren. Mona Keijzer (CDA) en Cora van Nieuwenhuizen (VVD) lonkten alvast openlijk naar het lijsttrekkerschap en ook Sigrid Kaag (D66) vindt het tijd voor een vrouwelijke premier.