Nationaal belang in soorten en maten

Hét Nederlandse belang bestaat niet in Brussel, betogen Europarlementariërs Joost Lagendijk en Kathalijne Buitenweg bij hun vertrek uit het Europees Parlement....

Bert Lanting

Met die stelling zetten ze zich af tegen de nationalistische toon die de campagne voor de Europese verkiezingen volgens hen in Nederland heeft. PVV'er Barry Madlener, VVD-lijsttrekker Hans van Baalen, CDA'er Wim van de Camp en SP-lijsttrekker Dennis de Jong, allemaal zeggen ze naar Brussel te gaan om daar het Nederlands belang te verdedigen.

Voor een deel is dat natuurlijk politieke ketelmuziek. Gezien het politiek klimaat in Nederland is het tegenwoordig nu eenmaal veiliger om te zeggen dat je voor Nederland opkomt dan voor een Europees belang, ook al valt dat samen met dat van Nederland. Maar er zijn natuurlijk toch ook specifiek Nederlandse belangen, zoals die van de Nederlandse boeren die het slachtoffer dreigden te worden van de Europese eisen voor de waterkwaliteit. Het is toch de taak van de Nederlandse afgevaardigden voor dat soort specifieke problemen aandacht te vragen in Brussel?

Toch hebben Buitenweg en Lagendijk grotendeels gelijk, zoals ook blijkt uit de website www.votewatch.eu, waarop te zien valt hoe de Europarlementariërs de afgelopen jaren gestemd hebben. In bijna de helft van de gevallen stemden de Nederlandse afgevaardigden verdeeld; in 56 procent van de stemmingen stemden ze hetzelfde.

Dat Lagendijk en Buitenweg zich vaak meer thuis voelen bij hun partijgenoten uit andere EU-landen dan bij de Nederlanders in het parlement, blijkt ook als je kijkt naar het aantal gevallen dat ze met hun fractie meestemden. Voor beiden komt dat op 97 procent. In 67 procent van de gevallen viel hun stem samen met de meerderheid van hun landgenoten.

Wat dat betreft zitten ze een stuk lager dan de hun CDA-, PvdA-, VVD- en D66-collega’s in het Europees Parlement, die gemiddeld in iets meer dan 80 procent met de nationale delegatie meestemmen. Betekent dit dat zij vaderlandslievender zijn dan de groene Europarlementariërs? Nee, zij horen bij de grote fracties die meestal voor de meerderheid in het parlement zorgen. Niet gek dus dat zij meestal ‘trouw’ meestemmen met de nationale delegatie.

Vandaar ook dat de afgevaardigden van de Socialistische Partij zo laag scoren als het om de ‘loyaliteit’ aan de nationale delegatie gaat: 55 procent. Zij stemmen in de meeste gevallen mee met hun fractie, de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links. En die trekt vaak aan het kortste eind.

Opvallend is vooral de score van voormalig klokkenluider Paul van Buitenen (Europa Transparant), die maar in 6 procent van de gevallen met zijn politieke groep meestemt. Op zich niet zo gek, want Van Buitenen heeft onderdak gezocht bij de Groenen, met wie hij verder niets heeft. Maar hoe komt het dat hij in nog geen 3 procent van de gevallen net zo stemt als zijn landgenoten.

Landverraad?

Nee, hoor, legt een medewerker van de partij uit, Van Buitenen is alleen in het parlement gegaan om fraude te bestrijden. Bij de meeste stemmingen stemt hij dus blanco. Weer een andere visie op het Nederlandse belang.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden