Nabestaanden van 8-decemberslachtoffers beginnen internationale zaak
Nabestaanden van de slachtoffers van de decembermoorden hebben een klacht ingediend bij de Organisatie van Amerikaanse Staten. Die buigt zich over de vertragingstactiek van Bouterse.
De families van de 8-decemberslachtoffers zijn voor het eerst in 31 jaar een internationale procedure begonnen tegen Suriname. Ze eisen in een klacht bij de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) dat Paramaribo excuses aanbiedt en de amnestie intrekt voor president Bouterse en zijn 24 medeverdachten.
De klacht is ingediend bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten van de OAS in Washington door 59 nabestaanden. Ze zeggen alle hoop te hebben verloren dat de vervolging van de daders, die al zeven jaar duurt, ooit tot iets leidt.
Het is voor de tweede keer sinds 2000 dat Suriname bij de commissie wordt aangeklaagd voor een moordpartij. In 2005 verloor Paramaribo een soortgelijke procedure. 130 nabestaanden van tientallen inwoners van Moiwana, die door het leger van Bouterse in 1986 waren gedood, werden toen volledig in het gelijk gesteld.
Miljoenenschadevergoeding
Net als in de Moiwana-zaak kan de Surinaamse regering tot een miljoenenschadevergoeding worden veroordeeld. 'Na zo lang wachten wordt het nu tijd dat er een eindoordeel komt over wie schuldig is', zegt de jurist Gaetano Best die woensdag de klachtprocedure in Paramaribo bekendmaakte.
Best, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, diende het verzoekschrift in bij de OAS-commissie. 'We zijn nu al 31 jaar bezig om een zaak van hoogstens twee tot drie jaar tot een goed einde te brengen. Het is een schande dat het zo lang moet duren voor de families.'
Oud-legerleider Bouterse en de andere verdachten staan al sinds 2007 terecht voor de executie van vijftien prominente tegenstanders op 8 december 1982. De advocaten, journalisten en militairen werden toen in het hoofdkwartier van Bouterse, in Fort Zeelandia, omgebracht door het militaire regime.
Sinds 2012 is de vervolging gestaakt, nadat het parlement amnestie had verleend aan de verdachten. De krijgsraad besloot hierna het strafproces te schorsen. Volgens de rechters moet het Constitutioneel Hof bepalen of de amnestie in strijd is met de grondwet. Dit hof moet echter nog worden opgericht.
De nabestaanden willen dat de Mensenrechten-commissie Suriname opdraagt de schorsing op te heffen zodat de rechtszaak kan worden afgemaakt. Best: 'Wachten op het Constitutioneel Hof leidt tot niets. De regering moet het nog oprichten. De wetgever bepaalt zo of het proces wordt afgerond.'
'Dit is nog de enige weg die openligt', zegt Eddy Wijngaarde, wiens broer Frank een van de vijf omgebrachte journalisten was. 'Het is nu hopeloos. De zaak ligt stil en er heerst angst.'
Amnestie
Volgens Best heeft Suriname de rechten van de nabestaanden met voeten getreden door ze een eerlijk proces te onthouden en geen rechtsbescherming te bieden. Dit is in strijd met het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens. Best: 'Ook mogen ernstige mensenrechtenschendingen zoals foltering en executies nooit onderwerp zijn van een amnestie. Er is een verplichting om te vervolgen.'
Best en de families houden er rekening mee dat de regering-Bouterse de zaak in Washington flink zal proberen te vertragen. Als Bouterse in mei de verkiezingen wint, kan het volgens Best twee tot drie jaar duren voor de commissie tot een uitspraak kan komen.
Als de regering-Bouterse de aanbevelingen van de commissie dan niet uitvoert, volgt een procedure bij het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens in Costa Rica. Dit gebeurde in de Moiwana-zaak.
Best: 'Als Bouterses NDP in mei verliest, kunnen we echter al in een paar maanden klaar zijn. De amnestiewet kan dan worden ingetrokken, wat de oppositie wil, en de krijgsraad hoeft niet te wachten op het oordeel van het Constitutioneel Hof.'
Opvallend is het grote aantal nabestaanden dat het verzoekschrift heeft getekend. Best had gehoopt op 20 maar het werden er 59. 'Hieruit blijkt hoe breed deze klacht wordt gedragen en hoe de zaak nog leeft.'