Reportage
Nabestaanden MH17 krijgen zelfs de rechter stil: ‘Al mijn woorden schieten hier tekort’
Ruim 90 nabestaanden van MH17-slachtoffers gebruiken hun spreekrecht in het strafproces. ‘Ze weten dat wij weten dat ze liegen.’
Het is half elf als Ria van der Steen maandagochtend het woord krijgt in zittingszaal D van de rechtbank op Schiphol. Ze spreekt een zin uit in het Russisch, ontleend aan het boek De Goelag Archipel van schrijver Alexandr Solzjenitsyn: ‘Ze liegen, ze weten dat ze liegen, en ze weten dat wij weten dat ze liegen.’
Ria van der Steen is de eerste nabestaande in het MH17-proces die gebruikmaakt van het spreekrecht. Met het citaat richt ze zich tot Russische machthebbers die het proces volgen, benadrukt ze. ‘Liegen is een herkenbare tactiek in het kat-en-muisspel waarin wij allen zoeken naar de waarheid. Zo wil ik hen laten weten dat ik weet waar de verantwoordelijkheid ligt.’
Spreekrecht
Maandag begon een reeks van tien zittingsdagen, verspreid over de komende drie weken, waarin nabestaanden van de 298 MH17-slachtoffers zich mogen uitspreken over het strafproces en de gevolgen van de aanslag op burgervliegtuig MH17, dat op 17 juli 2014 boven een oorlogsgebied in oost-Oekraïne werd neergeschoten. Het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden van een misdrijf werd begin 2005 ingevoerd om het delict sneller te kunnen verwerken. Meer dan negentig nabestaanden vanuit alle hoeken van de wereld richten de komende weken het woord tot de rechtbank. Sommigen via een live-verbinding, of, zoals Ria van der Steen, in persoon in zittingszaal D op Schiphol.
‘Ik heb terugkerende nachtmerries’, vertelt ze voor het rechtscollege. ‘Ik loop door een zonnebloemenveld. Ik zie wrakstukken, lichamen, het ruikt er naar brand en dood. Ik roep: Pap, waar ben je? Daar staat hij, met zijn grote glimlach, hij vraagt wat ik hier doe. Ik kijk hem aan en vertel hem dat hij dood is. Dan word ik huilend wakker. Steeds opnieuw.’
Pas eind november 2014, ruim vier maanden na het slechte nieuws, kwamen familierechercheurs vertellen dat haar vader was geïdentificeerd. Er was een stukje bot uit zijn hand teruggevonden, van twee centimeter. ‘Mijn vader was twee meter lang. Steeds opnieuw kreeg ik bericht dat stukjes van mijn vader waren teruggevonden.’
Ook Vanessa en haar broer James Risk, tijdens de MH17-ramp 23 en 20 jaar, kregen steeds opnieuw bericht dat kleine delen van hun ouders waren teruggevonden. Via een live-verbinding en met een tolk vertellen zij hoe hun beide ouders werden ‘vermoord in de lucht, door politiek waarmee ze niets te maken hadden’. Zij richten zich expliciet tot de verdachten, die ze ‘verraders’ noemen: ‘Neem uw verantwoordelijkheid.’
Doodsangst
Sander Essers brengt geëmotioneerd in herinnering hoe hij in één klap zijn broer Peter, zijn schoonzus Jolet en hun kinderen Valentijn van 17 en Emma van 19 jaar verloor. ‘Peter belde me twintig minuten voordat hij aan boord zou gaan. Hij zei letterlijk: ‘Ik kom er net achter dat we over oorlogsgebied vliegen, ik ben bang dat ik niet meer levend terugkom.’ Mijn broer vroeg me vanuit doodsangst indringend of hij wel aan boord moest gaan. Ik meende hem een hart onder de riem te moeten steken. Vaak word ik besprongen door de gedachte dat ik medeschuldig ben aan zijn dood. Het houdt me uit mijn slaap.’
Robbert van Heijningen, die sinds 17 juli 2014 zijn broer Erik, schoonzus Tina en hun 17-jarige zoon Zeger moet missen, vergelijkt ‘bloedvlucht MH17’ met een vergismoord in het criminele circuit. Volgens hem hebben de vier verdachten die in dit proces terechtstaan ‘willens en wetens’ de kans genomen dat ze een commercieel vliegtuig zouden raken en vernietigen. ‘Als een kleiduif hebben ze een weerloos toestel uit de lucht geschoten. Het resultaat is weerzinwekkend. Mijn broer werd zonder kleding en zonder voeten uit het vliegtuig geslingerd.’
Desalniettemin spreekt hij zijn waardering uit voor de advocaten van verdachte Oleg Poelatev, de enige aangeklaagde die aan dit proces deelneemt door zich te laten vertegenwoordigen. ‘Ik heb waardering’, zegt Van Heijningen, ‘voor de manier waarop zijn advocaten trachten om te gaan met de impact van dit proces voor alle nabestaanden. Dit spreken hier is de laatste actie die ik voor mijn broer kan doen.’
Vaderdag
Slechts eenmaal op deze lange, emotionele maandag, wijkt de voorzitter van de rechtbank na een spreker af van zijn herhaald uitgesproken tekst: ‘Bedankt dat u dit verhaal wilt delen.’ Dat is nadat Peter van der Meer met soms verstikte stem vertelt hoe zijn drie dochters van 12, 10 en 7 jaar die bewuste, zwarte dag ‘pats, boem, weg’ raakten. Hij vertelt hoe hij de lichamen ging identificeren, hoe hij de moedervlek op Fleurs been herkende, en de beugel en vlecht in het haar van Sophie. En hoe zijn jongste, Benthe, al bijna langer dood dan levend is. Hoeveel pijn het doet als hij schoolmeisjes lachend op hun fiets ziet zitten. En dat Vaderdag ‘een van de verschrikkelijkste dagen van het jaar’ is geworden.
‘Dank dat u dit verhaal wilt delen’, zegt de voorzitter van de rechtbank. En na een stilte: ‘Al mijn woorden schieten hier tekort.’