Na Rotterdam krijgt ook Zaanstad zijn drijvende cellen
Na de Schipholbrand en de schandaaltjes over de Rotterdamse bajesboten, was het een moeilijk besluit voor Zaanstad. Maar nog dit najaar komen er twee detentieboten....
Met de recreatie op de twee Rotterdamse bajesboten is niets mis. Als al iets mis is, komt dat door ‘de bewoners’ zelf, stelt Bart Kroon van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). ‘Onlangs zijn wederom nieuw aangeschafte spelletjes als schaken en Mens erger je niet door gedetineerden door de ramen in het water gegooid.’
Zo maakt Kroon korte metten met een van de laatste kritische stuiptrekkingen uit de Zaanse gemeenteraad. Zaanstad krijgt nog dit najaar zijn eigen drijvende cellen, twee zogeheten detentiepontons. Dat klinkt al vriendelijker dan bajesboten, maar het principe blijft hetzelfde: het goedkoop opsluiten van (criminele) illegalen.
Het besluit was voor de gemeente emotioneel beladen; zeker na de brand in het cellencomplex bij Schiphol en het horrorbeeld dat weekblad Vrij Nederland schetste van de Rotterdamse boten, waar een journalist tijdelijk undercover werkte.
Vanwege die artikelen kwam Kroon het in maart nog maar eens allemaal aan de raadsleden uitleggen tijdens een spoedbijeenkomst. ‘De voorzitter geeft wethouder Egberts het woord, maar die wordt onderbroken door een belangstellende die vis op hem wil gooien’, staat in de officiële notulen van die vergadering. Het incident emotioneerde de verantwoordelijk PvdA-wethouder, die actievoerders en kritische raadsleden op het hart drukte dat hij ‘tegen het kille beleid van de regering was’.
Maar toch, twee bajesboten (goed voor zeshonderd gedetineerden) leveren de stad toch al snel driehonderd banen op. En, zo denkt de wethouder, ook Zaanse ondernemingen zullen indirect van de detentiepontons profiteren. Een andere ‘prettige’ bijkomstigheid: de Isaac Baarthaven in het industriegebied Achtersluispolder blijft een haven, want de komende vijf jaar liggen er in elk geval twee boten.
Om toch zijn geweten (en dat van Zaanstad) te sussen – ‘ik span me al jaren in voor vluchtelingen’ – deed Egberts de belofte: er komen geen (uitgeprocedeerde) asielzoekers aan boord. Kroon sloot zich daarbij aan en voegde eraan toe: ‘De boot heeft een hotelfunctie. Illegalen worden bewaard totdat de uitzetting plaatsheeft.’
Erik Schaap van Rooie Saen, een van de weinige partijen die zich tegen de boten keerden, gelooft ‘er geen klap van’. ‘Ik heb echt alle vertrouwen in de goede bedoelingen van de wethouder, maar wie zegt dat er geen oud-asielzoekers komen in de boten? Een uitgeprocedeerde asielzoeker is toch illegaal. Of ben ik nu gek?’
Maart dit jaar verbaasde burgemeester Van Beers van Roermond zich nog over de ‘gewijzigde populatie’ in het detentiecentrum in zijn stad. Plots kwamen in plaats van drugskoeriers ‘illegale vreemdelingen’. ‘Nu is het zelfs voor mij gissen wat er precies allemaal gebeurt. En dat kan natuurlijk niet’, meldde hij in een persbericht.
Vertrouwen heeft het Zaanse raadslid Schaap zeker niet in de DJI. Kroon meldde de raad dat elke twee maanden brandoefeningen met de brandweer werden gehouden op de Rotterdamse boten. In een rapport van de de Raad voor Strafrechtstoepassing staat echter dat dit op een boot niet het geval was. ‘Er dient minimaal een maal per jaar oefening te worden gehouden’, schrijft Kroon dit maal op vragen van raadslid Schaap. De laatste heeft wel vertrouwen in de veiligheid van de boten. Al wijst hij er fijntjes op dat een van de pontons in mei lossloeg door een zware storm. Bouwer Ursum Bouwgroep beloofde al snel daarop dat afdrijven niet meer mogelijk was. Ook benadrukte de bouwer dat hij niets met het cellencomplex op Schiphol of de Rotterdamse bajesboten te maken heeft.
Een woordvoerster: ‘Dit is het grootste drijvende project van Europa.’ En een veilig object, zegt ze. Eentje dat niet is gebouwd om direct te slopen. ‘De pontons zijn verplaatsbaar en kunnen dus ook straks in een andere stad liggen.’
Schaap, die een bezoekje heeft gebracht aan Rotterdam: ‘Zo’n drijvend cellencomplex is nooit prettig. Maar de Zaanse pontons zien er in elk geval minder armoedig uit dat de Rotterdamse bajesboten.’