Mustafa stopte de kogelgaten in zijn flatje met papier

Mustafa Hadifejzic moet traplopen. Radmilla kan het niet meer. Haar hart heeft het al twee keer bijna begeven zegt Mustafa - twee infarcten die ze ternauwernood overleefde....

MICHEL MAAS

Van onze correspondent

Michel Maas

SARAJEVO

Water komt zonder extra pomp maar net tot de achtste verdieping van hun flat in Sarajevo. Daarom sjokt Mustafa Hadifejzic als het moet met flessen en emmertjes van de negende de trap af en op. Want de lift doet het natuurlijk ook niet. Mustafa Hadifejzic mag niet eens klagen. Hij woont op de negende, maar zijn flat telt 21 verdiepingen. Het stromend water komt uit een kraan in wat ooit een appartement was, maar nu alleen een lege, wijdopen grot van beton is.

De woontoren staat met vier identieke torenflats aan het Trg Heroja, het Heldenplein in de wijk Hrasno in Sarajevo. Hrasno grensde tijdens de oorlog aan twee kanten aan de frontlinie en was na de oorlog de zwaarst gehavende wijk van Sarajevo. De hele oorlog lang had Hrasno elke dag onder vuur gelegen - eenderde van de 3500 appartementen werd bij de aanhoudende Servische beschietingen volledig verwoest.

Mustafa en Radmilla Hadifejzic zijn de hele oorlog in hun wijk gebleven. Zesduizend buurtgenoten bleven net als zij, ondanks alle beschietingen. Ze overleefden in de minder zwaar gehavende gebouwen.

Nu wonen vooral oude mensen in Hrasno. De helft van de zevenduizend bewoners is bejaard. De jongeren zijn weggetrokken, en hun plaats is ingenomen door vluchtelingen uit door Serviërs of Kroaten bezette gebieden van Bosnië. Zij zijn in de leegstaande, halfverwoeste flats getrokken .

Vijf flats torenen hoog en zwart boven de jaren-zestigwijk uit. Een is er nog altijd helemaal leeg: een uitgebrand skelet van beton, maar in de vier andere smeult nog leven. Vooral de onderste verdiepingen zijn bewoond, maar ook hoger wonen mensen, in een van de vier zelfs tot helemaal boven, op de 21ste verdieping.

Helemaal beneden in het trappenhuis getuigt alleen een nieuwe, blauw geschilderde buis stilzwijgend ervan dat ook in deze flat de wederopbouw zijn eerste stapje heeft gezet. Er komt water. In een van de flats stuwen de pompen het nu al tot de bovenste verdieping. Die van Mustafa en Radmilla zal snel volgen. En na herstel van het water zal, als er geld is, worden begonnen met het herstel van de zwaar gehavende betonnen constructie van de gebouwen.

Dat alleen zal al vier of vijf miljoen gulden kosten, en het geld komt tegenwoordig langzaam, zegt Kenan Haracic, project manager van 'City Link Amsterdam Sarajevo'. Hij weet niet waarom dat zo is. De molens van de Europese Unie malen nu eenmaal traag, denkt hij. Ze hebben in twee jaar tijd pas voor zeven miljoen gulden projecten kunnen uitvoeren, 10 procent van wat er nodig is voor herstel van de wijk.

Ongeveer de helft van het geld voor Hrasno moet van de Europese Unie komen. De andere helft komt uit Nederland. Hrasno is 'geadopteerd' door de gemeente Amsterdam die zelf een deel van de herstelkosten betaalt en bovendien het bureau City Link Amsterdam Sarajevo (CLAS) heeft helpen opzetten, dat verantwoordelijk is voor de renovatie. De rest van het geld komt grotendeels van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het herstel gaat langzaam maar het is zichtbaar. Het hangt als een stel nieuwe lakens over de wijk. Rondom de halve puinhopen van de hoogbouw staan lage flats van vier of twaalf verdiepingen met strakke pastelkleurige gevels. Aangekleed door CLAS. De opdracht was het verval van de wijk tot staan te brengen. Dat betekent dat gevels worden dichtgemaakt en op de verwoeste flats nieuwe daken worden aangebracht. Acht lage flats zijn klaar, vier bijna. 55 appartementen worden ook van binnen gerestaureerd en het is de bedoeling dat veel meer appartementen zullen volgen. Als ze klaar zijn worden ze overgedragen aan het kanton Sarajevo.

'Wie er in die appartementen komt te wonen - vluchtelingen, oud-bewoners of terugkerende Serviërs - is niet onze zaak', zegt Haracic, bijna opgelucht.

Het toewijzen van woningen is uiterst gevoelig werk in Sarajevo. Niemand wil zich daaraan branden. Maar de Bosnische overheid in Sarajevo moet wel: Bosnië heeft zich, met het 'verdrag van Sarajevo' verplicht in 1998 twintigduizend gevluchte Serviërs te laten terugkeren. Maar daarvan is tot nu toe niets terechtgekomen. Er zijn geen huizen vrij. De huizen van de Serviërs zijn bezet door Bosnische vluchtelingen zodat voor bijna elke Serviër een Bosniër op straat gezet zou moeten worden. En daaraan begint de Bosnische regering niet, vooral niet met de parlementsverkiezingen van komend weekeinde in het verschiet.

Als strafmaatregel is nu een aantal hulpprojecten gestaakt. Usaid - dat de 600 miljoen dollar besteedt die president Clinton bij de ondertekening van de vredesakkoorden van Dayton beschikbaar stelde - heeft voor 10 miljoen gulden aan projecten stopgezet. Ook de reconstructie van de beroemde nationale bibliotheek in Sarajevo ligt stil, in afwachting van geld van de Europese Unie - dezelfde Unie die ook het geld voor Hrasno in haar eigen tempo laat doorkomen.

Voor Mustafa en Radmilla Hadifejzic maakt het niet zoveel uit, ze redden zichzelf wel. Hij heeft de kogelgaten in de muren van hun flatje gestopt met papier. Hij heeft een toiletpot geïnstalleerd, en een bad dat wacht op stromend water. Een dun draadje steelt stroom van beneden uit het trappenhuis - net genoeg om er een paar lampen en een televisie op te laten werken. Hij heeft zelf een schoorsteen gemaakt voor de houtkachel die het Irish Refugee Fund heeft geschonken, en hij heeft zijn halletje al volgestouwd met brandhout voor de winter. Het meubilair komt uit de verlaten flat van een gevluchte Serviër, beneden. Dat hebben ze maar genomen, niemand deed er wat mee.

De kleine oude Radmilla is er trots op hoe ze zich samen door het leven slaan. Ze hebben geen kinderen, haar familie in Servië heeft sinds het begin van de oorlog niets meer van zich laten horen, en Tito is er ook niet meer. Alleen Tito's portret hangt in de kamer. 'Hem vergeten we nooit meer', zegt Mustafa. 'Toen Tito er was hadden we een goed leven. Ik was buschauffeur. Ja, een goed leven hadden we toen.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden