Moskou wil in Wenen zaken doen
DE VISEGRAD-LANDEN - Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije - bekijken de topontmoeting tussen Boris Jeltsin en Bill Clinton met grote argwaan....
Want wat schuilt er achter de Russische bereidheid een handvest met de NAVO te accepteren dat juridisch niet bindend is? Het antwoord ligt in Wenen, waar het CFE-verdrag (Conventional Armed Forces in Europe) uit 1992 wordt herzien. Dit verdrag verschaft Moskou wellicht een handvat om garanties te krijgen die het via het roemruchte handvest niet bereikt. In het handvest probeert de NAVO met Rusland afspraken te maken die de Russische angst voor de uitbreiding van de alliantie moeten wegnemen.
Een CFE-onderhandelaar: 'Wat de Russen in het handvest niet voor elkaar krijgen, willen ze nu realiseren door aanpassingen in het CFE-verdrag. Verdragsafspraken zijn immers wel bindend.'
Met andere woorden: Jeltsin eist dat in het CFE-verdrag de consequenties (voor Moskou) van de NAVO-uitbreiding worden verdisconteerd. Dezer dagen hebben de Russen bij de NAVO hun boodschappenlijstje ingediend.
De expert van de alliantie: 'Van de 26 ideeën zijn er hoogstens een of twee aanvaardbaar.' In het algemeen komt het er volgens waarnemers op neer dat Moskou in Oost-Europa in militair opzicht de status quo wil handhaven.
Het zou betekenen dat er in de nieuwe NAVO-landen geen geallieerde infrastructuur mag worden gecreëerd: geen depots voor reserve-materieel, geen troepen, zelfs geen geallieerde manoeuvres. De Visegrad-landen geloven dat zij op die manier nooit volwaardige NAVO-leden zouden worden.
Polen eist dat de NAVO in haar onderhandelingen met Moskou de toekomst van Polen niet ondergraaft. De Poolse angst is in zekere zin begrijpelijk. De Visegrad-landen hebben nauwelijks greep op de onderhandelingen over de aanpassing van het CFE-verdrag. De Westerse onderhandelingspositie wordt bij de NAVO in Brussel uitgewerkt en vervolgens in Wenen gepresenteerd.
Jeltsin zal in Helsinki in elk geval proberen met zijn Amerikaanse collega Clinton bilaterale afspraken te maken over de (door Moskou gewenste) aanpassingen van het CFE-verdrag. Moskou heeft in zijn contacten met Washington altijd gehamerd op het 'strategisch partnerschap' tussen beide mogendheden. Westerse experts over de CFE: 'De Russen zijn constant bezig de kwestie met alleen de Amerikanen te regelen.'
Maar zij vragen zich tevens af of deze vlieger vandaag de dag nog wel opgaat. Tot in het jongste verleden was het bij de NAVO inderdaad zo dat de Amerikaanse wil wet was. De geallieerden gingen (soms schoorvoetend) akkoord met wat Washington had afgesproken met Moskou. De 'nieuwe NAVO', waarin ook Frankrijk weer een grotere rol speelt, zou wellicht minder slaafs als voorheen Amerika volgen.
Het handvest tussen NAVO en Rusland is misschien nog klaar vóór de NAVO-top van begin-juli in Madrid, het verbeterde CFE-verdrag zeer waarschijnlijk niet. Toch speelt dit verdrag in de toekomstige Europese veiligheidsstructuur een wezenlijke rol. Het is namelijk de eerste bindende afspraak tussen de oude militaire blokken in Europa om hun aanvalswapens te reduceren.
Volgens het (huidige) verdrag mogen beide 'blokken' (NAVO en Warschau Pact) in Europa elk maximaal 20 duizend gevechtstanks hebben, 30 duizend pantservoertuigen, 20 duizend artilleriesystemen, 6800 gevechtsvliegtuigen en 2000 gevechtshelikopters. Bovendien mag geen enkel land in een der 'blokken' over meer dan eenderde van de toegestane wapensystemen beschikken. De overkill aan aanvalswapens in Oost en West was per november 1995 al opgeruimd.
In 1993 begon Moskou te klagen over het CFE-verdrag. De onlangs ontslagen minister van Defensie, Pavel Gratsjov, wees op de 'gewijzigde geo-politieke situatie', waardoor de Russische veiligheidsbelangen - vooral in de Kaukasus en in de regio rond St. Petersburg - in het gedrang kwamen. Rusland voelt zich aan zijn 'flanken' bedreigd door de groeiende onrust.
Aanvankelijk was de NAVO niet bereid om aan de Russische eisen tegemoet te komen. Maar in het licht van de uitbreiding van de NAVO heeft zij een flexibeler positie ingenomen. In Wenen zijn 'radicale voorstellen' op tafel gelegd, waarin sterker de nadruk wordt gelegd op de 'nationale limitering' van aanvalswapens.
De Visegrad-landen wantrouwen deze manoeuvre van de alliantie. Maar een westerse onderhandelaar vindt de Visegrad-reactie overdreven. Zijn commentaar: 'De Oosteuropeanen maken zich schuldig aan oud denken. De NAVO bedreigt niemand meer. Al vanouds zijn er allerlei gradaties in de alliantie. Voor Polen is toch het belangrijkst dat het voor het eerste geo-politiek tot het Westen gaat behoren?'
Jos Klaassen