Reportage
Mondkapje verdwijnt uit Duits ov: ‘wil ik beschermd zijn, dan moet ik dat voortaan zelf doen’
In Duitsland verdwijnt vanaf donderdag de mondkapjesplicht in het openbaar vervoer, als een van de laatste Europese landen. In de Berlijnse S-bahn is woensdag verwarring, opluchting, en zorg. En volharding: ‘Ik blijf hem na vandaag dragen.’
Hoe lokaler het openbaar vervoer, des te lager de maskerdiscipline. Dat is de conclusie na een onwetenschappelijk rondje tellen in het Berlijnse spitsuur op woensdagochtend, de laatste dag van de verplichte mondneusmaskers. In de IC en ICE draagt 90 procent van de reizigers een mondkapje. In de regiotrein pakweg driekwart, in de S-bahn een kleine 70 procent. In de tram? De helft. De aantallen nemen af zodra ander volk dan de doorgaans regelkonforme forenzen de tram betreedt – om maar niet te spreken van de Berlijnse U-Bahn op een vrijdagavond.
Maar het is bijna gedaan. Vanaf 2 februari verdwijnt de mondkapjesplicht in het Fernverkehr, de langeafstandstreinen, en in het regiovervoer in bijna alle deelstaten. Daarmee is Duitsland een van de laatste Europese landen die het door velen verguisde symbool van de coronabeperkingen bij het vuilnis zet, of in ieder geval terug de kast indoet. Alleen Oostenrijk, Zwitserland en Spanje doen nog mee. En die laatste twee landen houden er binnenkort waarschijnlijk ook mee op: Spanje op 7 februari, Zwitserland eind maart.
Plichtbewust
Wat dat zegt over de Duitsers? ‘Dat ze een heel gezond respect hebben voor de wetenschap en de autoriteiten,’ zegt Joe Magnall (35), een Britse geoloog die in Berlijn (‘supertoffe stad’) bleef hangen na zijn promotieonderzoek. Terwijl station Wannsee verschijnt achter de beslagen ruiten van de S-bahn naar Potsdam, benadrukt Magnall zo onbewust het verschil met het wat meer anti-autoritaire Nederland. En misschien ook wel een verschil tussen de eigenzinnige Nederlandse overheid, die op 23 maart 2022 de mondkapjesplicht in het vervoer al afschafte, en Europese landen die dat later deden.
Klopt, zeggen Duitsers in de regiotrein terug vanuit Potsdam, vooral dat van respect voor regels. Maar Duitsland heeft de mondkapjesplicht ook zo lang volgehouden omdat Duitsers nu eenmaal houden van veiligheidsgaranties en zekerheden, zegt een van de passagiers. En, zegt een ander, de 27-jarige medisch specialist in opleiding ‘Lisa K.’: ‘Duitsers presenteren zich naar buiten toe graag als plichtbewust. Ze laten graag zien dat ze respect naar de medemens tonen.’
‘Ik blijf mijn mondkapje ook na morgen dragen’ zegt Elena, een 24-jarige student lucht- en ruimtevaarttechniek (beide vrouwen willen niet dat hun uitspraken met hun achternaam ‘Googlebaar’ worden). ‘Ik wil rekening houden met mensen die kwetsbaar zijn. Zij kunnen daar niets aan doen.’
Verwarring
Het verdwijnen van de mondkapjes gaat stapsgewijs in het federale Duitsland, waar de zestien deelstaten verregaande autonomie hebben. Het eigenzinnige Beieren was vrijwel de eerste, midden december – zij het drie dagen na Saksen-Anhalt. Sindsdien volgde de rest, met als laatste onder meer het inclusieve en respectvolle Berlijn (een zelfstandige deelstaat). Vooruit, Thüringen doet het pas vanaf 3 februari. Maar dan is het echt voorbij.
Het maakt het er niet overzichtelijker op. ‘O jee, morgen? Ik dacht vandaag al’, zegt lerares Stefanie Ruhl (39), terwijl ze mondkapjesloos en ineens ongemakkelijk om zich heen kijkt. ‘Ik kom uit (de zuidwestelijke deelstaat) Baden-Württemberg en daar hoeft het sinds dinsdag niet meer. Gelukkig heb ik een medisch mondkapje bij me. Oh, in Berlijn moeten het FFP2-kapjes zijn?’
De verwarring speelt het Duitse mondkapjesbeleid al langer parten. Nu het einde in zicht is, halen zowel passagiers als conducteurs slechts nog hun schouders op over ongemaskerde reizigers in het regiovervoer. Komen de mondkapjes nog eens terug, komende winter, bij een nieuwe variant, ooit? Misschien, zegt de een. Waarschijnlijk niet, hoopt een ander. Nooit, voorspelt vakbondsmedewerker Marcus Fuß, terwijl de trein Berlin Hauptbahnhof binnenrijdt.
Veilig gevoel of angstcultuur
‘Toen de mondkapjesplicht op mijn werk vorig jaar eindigde, droeg 95 procent van de werknemers hem de eerste dagen toch nog en doken collega’s in een hoek bij mensen zonder mondkapje. Toen deden ook zij hem af, en na een maand of drie, vier was er nog maar een enkeling over. Zo zal het in de trein ook gaan. Gelukkig maar. De situatie rond corona ontspant, het immuunsysteem wordt beter, en ik ben niet blij met de angstcultuur die onze autoriteiten gecreëerd hebben rond corona. Van het mondkapje zelf krijg ik hoofdpijn.’
Bovendien, zegt orthopeed Francisca (44), die wegens haar werk niet met achternaam in de krant wil: buiten de zorgsector haalt het nauwelijks wat uit. ‘Mondkapjes beschermen alleen goed als ze dagelijks worden vervangen en geheel correct worden gedragen. Dat doet bijna niemand. Die van u zit overigens ondersteboven. Goed zo, en nu ook even op de neusbrug aanknijpen.’
Wie zichzelf echt wil beschermen, moet dat volgens haar zelf doen. Dat is nu zo, en dat verandert in feite niet. Maar waar de 44-jarige arts daaruit concludeert dat een mondkapjesplicht in de trein weinig zinvol is, trekt een medepassagier die precies twee keer zo oud is een andere conclusie.
Zodra het woord coronacrisis valt, leunt deze goedlachse Irmgard Schmidt – ‘met dt, zoals de Duitse adel!’ – naar haar 35-jarige overbuurvrouw en zegt: ‘wat er nu gebeurt is niet niks, maar dat is difterie ook niet hoor. Of tyfus. Ik heb alles al meegemaakt.’
Het alom aanwezige mondmasker gaf haar desondanks een veilig gevoel. ‘Mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen kwamen dan aanrennen, zo van ‘oma kijk, ik draag ook een masker. Natuurlijk kun je twijfelen over het nut van een mondkapje in de trein als tienduizend voetbalfans zonder masker kunnen schreeuwen in een stadion, maar ik krijg nu wel het gevoel dat ik steeds meer op mijzelf ben aangewezen.’