Monarchie en Kok

MET de begroting verscheen vorige week de notitie over het koningschap die minister-president Kok de Kamer begin mei toezegde. Koks vederlichte schrijfsel bevat geen nieuwe gedachten, of het zou moeten zijn dat het ondubbelzinnig vaststelt dat niet de Koning maar de premier 'regeringsleider' is - een constatering die voor de...

Het 'debat' over de modernisering van het koningschap loopt daarmee zo ongeveer ten einde. Kok zelf opende dit eind vorig jaar in een interview naar aanleiding van 'incidenten' rond koningin ('de leugen regeert') en kroonprins (IOC-lidmaatschap); D66-leider De Graaf voorzag het daarna van nieuwe brandstof.

Op een volslagen bevestiging van de status quo is het debat niet uitgelopen. In een een-tweetje met PvdA-fractieleider Melkert lijkt Kok immers te hebben bedisseld dat de rol van het staatshoofd tijdens de kabinetsformatie enigszins wordt gereduceerd. Daarom valt de hele episode met enige goede wil te zien als weer een stapje in de 'historische' beweging van inperking van de prerogatieven van het erfelijk staatshoofd. De premier heeft zich daarbij laten leiden door het primaat van de politieke democratie én het besef dat de monarchie op brede steun van de Nederlanders kan bogen.

De wat schizofrene toestand is dat de monarchie zowel onomstreden is als politiek-filosofisch slecht gefundeerd. Terwijl op geen enkel gebied het bestaan van instituties nog louter met een beroep op traditie valt te legitimeren, is dat voor de monarchie momenteel de voornaamste rechtvaardiging. In 'onttoverd', modern en seculier Nederland bevindt de monarchie zich in een intellectueel isolement. Wie de monarchie op termijn wil behouden, zal haar beter moeten funderen.

De mededeling eind vorig jaar door premier Kok dat 'er structureel (wordt) nagedacht over de wijze waarop het koningschap in de volgende eeuw invulling moet krijgen', was daarom veelbelovend. Helaas haalde Kok ook meteen de angel uit de operatie, want dat nadenken moest volgens hem gebeuren 'in de beslotenheid die daarbij past. Bij het staatshoofd zelf, bij de kroonprins, in de omgeving van het staatshoofd. (-) Uiteraard neem ik aan de beslotenheid van die gesprekken deel.' Zo etaleerde Kok eens te meer het ongemak van een monarchie in een democratisch bestel. Kern van de democratie is openbaarheid, maar praten over de rol van het staatshoofd vergt kennelijk beslotenheid.

Wellicht komt er nog een stevige gedachtewisseling tussen kabinet en Kamer over Koks notitie. Erg hoopvol kan niemand zijn. De quasi-openhartigheid van deze excercitie verschaft de monarchie als instituut geen 'modern' fundament. Misschien kan dat ook niet meer.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden