Moederziel
Wel een kind willen, maar geen man om het mee te krijgen: voor veel hoogopgeleide vrouwen is het een kwestie. Kinderen die zonder vader opgroeien, vergaat het vaak goed, blijkt uit onderzoek. Maar de twijfel blijft knagen. Vier vrouwen over wel of niet alleen ouder worden.
Hoogopgeleide vrouwen die moeder willen worden, maar geen man kunnen vinden om kinderen mee te krijgen - we zien ze de laatste jaren steeds vaker. Astrid Theunissen schreef er het boek Slappe zakken over, Marieke Schellart maakte de documentaire Ei voor later, over het invriezen van haar eigen eicellen. Het is de keerzijde van de emancipatie: een overschot van slimme vrouwen aan de bovenkant van de maatschappij en 'dolende mannen' met weinig toekomstperspectief aan de onderkant. En nee, die twee groepen vinden elkaar niet.
Tegenwoordig zijn evenveel vrouwen als mannen hoogopgeleid. Maar mannen hebben óók interesse in een lager opgeleide levensgezel, terwijl vrouwen in de regel een partner van hetzelfde of een hoger niveau zoeken. Daardoor vissen hoogopgeleide vrouwen op zoek naar een potentiële vader nogal eens achter het net. Toch willen zulke vrouwen vaak wél graag kinderen. In hun eentje dan maar?
Barbara Lammerts van Bueren (47 jaar), zelf een bewust alleenstaande moeder van twee dochters, heeft in haar praktijk 'Alleen met een kinderwens' inmiddels 250 vrouwen gecoacht die worstelen met de vraag: Wil ik het echt en zo ja, wil ik het dan ook alleen? Ze schreef het boek Geen partner, wel een kinderwens waarin ze alle aspecten van het alleenstaand moederschap op een rijtje zet: dromen, dilemma's, ethische kwesties, juridische aspecten en praktische vragen. In haar boek presenteert ze ook de antwoorden die 139 vrouwen gaven op de vragen die ze hen voorlegde.
Driekwart van de ondervraagde vrouwen heeft een hbo- of wetenschappelijke opleiding, negen van de tien werken, van wie 80 procent dertig uur per week of meer. Gemiddeld zijn ze ruim 36 jaar oud. Ruim de helft van hen denkt een jaar of langer over hun keuze na. Lammerts van Bueren: 'Een kwart vindt het moeilijk om hun ideaal van een gezin met een moeder en een vader los te laten, en nog eens een kwart vindt het een keuze tussen twee kwaden: geen moeder worden, of alleen moeder worden. Ze willen het eigenlijk helemaal niet alleen. Deze vrouwen moeten afscheid nemen van een gedroomde toekomst: samen met een partner kinderen krijgen', zegt ze. 'Vaak worden bewust alleenstaande moeders afgeschilderd als óf sterk en onafhankelijk óf egoïstisch. Dat ze verdriet hebben, omdat in hun eentje moeder worden niet hun eerste keus is, hoor je eigenlijk nooit.'
Voor de helft van de vrouwen is hun belangrijkste dilemma of ze een kind wel zonder vader mogen laten opgroeien. Wat hen daarbij parten speelt, is dat eenoudergezinnen in onderzoek vaak verschijnen als risicogezinnen: de kinderen uit zulke gezinnen doen het slechter op school en hebben ook meer emotionele en gedragsproblemen. Lammerts van Bueren heeft daar een verklaring voor: 'Het gaat dan meestal om ongewild eenouderschap: na scheiding of na het overlijden van de vader. Conflicten tussen ouders of het wegvallen van een ouder hebben een heel andere impact op kinderen dan een positieve keuze van vrouwen om alleen een kind op te voeden.'
Zes op de tien Nederlanders vindt een positieve keuze voor het alleenstaand moederschap prima. Dat percentage loopt op als het om een vrouw in hun directe omgeving gaat, laat het onderzoek van Lammerts van Bueren zien. 'Haar' vrouwen kregen steun van vrijwel al hun vriendinnen (99 procent). Hun vaders waren het negatiefst, maar nog altijd 85 procent stond achter de keuze van hun dochter. Is die positiviteit terecht?
Engels en Nederlands onderzoek naar kinderen van bewust alleenstaande moeders laat zien dat zij het niet slechter doen dan kinderen uit traditionele gezinnen. Integendeel, zegt Lammerts van Bueren: 'Ze hebben vergeleken met deze kinderen minder last van somberheid en alcoholmisbruik, ze scoren iets beter op eigenwaarde en doen het beter op school en in liefdesrelaties.'
Hoe kan dat? Misschien wel omdat hun ouders 'betere opvoeders zijn dan gemiddeld,' zoals hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Frank Verhulst (Erasmus MC) in 1999 al zei. 'Ik kan me voorstellen dat er een selecte groep van vooral hoger opgeleide vrouwen bestaat met een competentie waar veel stellen niet tegenop kunnen.'
MARIEKE SNELLEN MET HAAR LANI, THUIS IN EINDHOVEN.
ZE 37 JAAR EN WERKT BIJ EEN ADMINISTRATIEKANTOOR
'Lani is bijna 14 maanden. Ze is van een bekende die ooit had gezegd: 'Als jij een kind wilt, wil ik je wel helpen.'
'Ik wil al sinds mijn 10de kinderen, maar niet in mijn eentje. Mijn kind móést een papa hebben, een vaderfiguur. Ik werd 35, en die vaderfiguur was er nog steeds niet. Intussen zag ik gezinnen waar de vaders waren weggelopen, nooit thuis of gescheiden. Vrouwen die ongewild en onbedoeld alleenstaand moeder waren. Toen dacht ik: ik kan het best alleen.
'Daarna moest ik opschieten, ik had bij vriendinnen gezien hoe lang het kon duren voordat ze zwanger werden. Ik ging op internet zoeken en heb een poosje met een potentiële donor gemaild. Ineens dacht ik: 'Waarom doe ik zo moeilijk? Die bekende heeft een aanbod gedaan en hij heeft gezonde zonen.'
'Hij, zijn vrouw en ik hebben er samen over gesproken. Zij vond het heel moeilijk, maar ze gunde het me. Ze hoopte wel dat het geen meisje zou worden; dat had ze zelf graag gewild. Al in de tweede ronde was het raak.
'De reacties uit mijn omgeving waren erg positief. Mijn vriendinnen, die al grotere kinderen hebben, vonden het leuk dat er weer een kleintje zou komen logeren. De donor ziet Lani soms. Ik wil niet dat hij zich met de opvoeding bemoeit en ik wil ook geen financiële bijdrage. Hij wil zelf ook niet meer dan donor zijn.
'In zijn omgeving weet niemand ervan, in mijn omgeving weet iedereen het. Zijn kinderen weten niet dat het meisje met wie ze soms spelen, hun halfzusje is. Ik weet niet of hij het hun vertelt, en zo ja, wanneer. Dat is zijn zaak. Lani vertel ik het als ze eraan toe is.
'Soms voel ik me schuldig tegenover zijn ouders, die een kleinkind hebben zonder dat te weten. Ik was bang Lani een vaderfiguur te ontnemen, maar ze ziet mijn vader heel veel. Mijn ouders zijn regelmatig hier. Ik weet niet of zijzelf op dit moment een vader mist.
'Tegenwoordig is het niet meer zo vreemd om geen vader te hebben. En wie weet wil in de toekomst iemand een vader voor haar zijn.'
'Ik heb altijd kinderen gewild. Toen ik op mijn 28ste nog geen vaste relatie had, zei ik tegen mijn vriendinnen: 'Als ik niemand tegenkom met wie het lukt, doe ik het alleen.' Een jaar later ontmoette ik de man die nu mijn ex is. Hij bleef maar twijfelen of hij kinderen wilde. Na vijf jaar heb ik besloten dat wij geen toekomst hadden samen. Een bizarre keus als je veel om elkaar geeft, maar ik kon niet anders. Mijn omgeving begreep het wel, ik kon er heel open over praten. Het is zo'n oerding. Dat kun je misschien even wegdrukken, maar de kans is groot dat je relatie daar later alsnog aan kapotgaat. En dan zou ik te oud zijn om nog zwanger te kunnen worden. Of je dat lukt, weet je nooit. Maar ik wilde mezelf wel de gelegenheid geven om het te proberen.
'Mensen in mijn omgeving zeiden weleens: 'Ga toch gewoon een avondje stappen.' Maar het gaat er niet alleen om dat ik moeder wil worden. Ik wil ook een vader voor mijn kind.
'Ik kreeg een artikel in handen over homo's met een kinderwens. Ik ging naar een bijeenkomst, liet het allemaal goed op me inwerken en sprak erover met mijn beste vriendin. Zij grinnikte: 'Wie kennen we?' Haar vrienden Dennis en Roland, al lang samen en getrouwd, bleken een kinderwens te hebben. Het klikte meteen tussen ons. Ik wil geen co-ouders, maar wel betrokken vaders; zij willen wel voor een kind zorgen, maar niet zoveel als ik. We zijn inmiddels twee jaar bezig.
'Iedereen in mijn omgeving is hier heel positief over. Zij zijn twee intelligente, goede mannen met wie ik een hechte, bijzondere verbintenis heb. We vormen echt een team. Dat blijft zo, ook al heb ik sinds kort een vriend. Zoals ik begrijp dat hij met al drie kinderen er niet nog een wil, begrijpt hij dat ik probeer zwanger te worden. Hij staat open voor een kind van mij erbij. We zullen wel zien hoe dat in de toekomst uitpakt.'
REBECCA
36 JAAR, WERKT AAN UNIVERSITEIT
'Ik twijfel. Niet over het durven of kunnen, maar over het willen en over de manier waarop. Ik BEn zelfstandig, ik kan me goed redden, die praktisChe kant lukt me wel. Mijn ouders en vrienden zullen me steunen als ik besluit om alleen een kind op te voeden. Andere mensen heb ik het nog niet verteld.
'Ik vind het wel spannend hoe mijn werkgever zal reageren, moCht ik zwAnger willen worden. Dat zal ik moeten vertellen, omdat ik in dat geval naar een kliniek ver weg moet. Maar ik heb de knoop nog niet doorgehakt.
'Ik had een bekende gevonden die donor wilde ziJn, mAAR hij haakte af. Het alternatief is nu een kind van de spermabank. Volgens de literatuur hebben veel kinderen geen probleem met een onbekende donor. Maar ik WEl. Mag ik dat een kind aandoen: geen vadeR? Het weet dan niet waar het vandaan KomT, of de donor een AArdige maN is.
'Ik vind mijn werk ontzettend leUk eN Ik reis VEel. DaaRnaaSt wIl ik heT lEven graag doorgeven, verbondenheId Tussen moeder en kind ervaren, zien hoe een kind zich ontwikkelt en het daarbij begeleiden. Een kind opvoeden is een heel nieuw avontuur waarbij ik andere kanten van mezelf leer kennen, en niet alles om mij draait. Toch zijn er ook momenten dat ik langs een opvoedprogramma zap, een moeilijke kleuter zie en denk: wil ik het wel echt?
'Ik worstel al vier jaar met deze vraag, maar ik wil niet dat straks de tijd voor mij beslist. Dat ik spijt krijg als ik te laat ben. Ik heb bij vriendinnen met een partner gezien dat het lang kan duren voordat je zwanger bent. Na goedkeuring door een kliniek kom ik op een wachtlijst terecht die drie jaar kan duren. Dan ben ik 39 als ik kan beginnen. Als een man en een vrouw samen kinderen krijgen, vraagt niemand: 'Waarom willen jullie dat, kunnen jullie dat wel?' Per ongeluk zwanger worden, lijkt soms gemakkelijker. Als je alleen bent, moet je zó'n bewuste keuze maken.'
Rebecca heet in werkelijkheid anders.
MARJAN VAN VLIET
41 JAAR, WERKZAAM IN DE JEUGDZORG
'Mijn vriend en ik kenden elkaar een jaar of zes toen we uit elkaar gingen. Hij had al drie kinderen, hij was klaar. Ik was 38, voor mij was het nu of nooit. Natuurlijk was het pijnlijk en verdrietig om uit elkaar te gaan. Maar ik kon mijn kinderwens niet loslaten.
'Ik ging naar een kliniek en na medisch onderzoek en gesprekken met een psycholoog kwam ik op de wachtlijst terecht. Maar ik twijfelde. Op alle voorwaarden scoorde ik positief: praktisch, financieel, sociaal, emotioneel. Maar ik gun een kind ook een vader, iemand met wie het een geschiedenis heeft. Ik kom uit een warm nest. Dat twee mensen veel van een kind houden, vind ik heel belangrijk.
'Ik heb een aantal maanden met deze twijfel rondgelopen en met familie en vrienden over mijn dilemma gesproken. Mensen kwamen met tegenargumenten: er zijn ook kinderen wier ouders zijn gescheiden en die hun vader nooit meer zien, of van wie de vader is overleden. Maar dat vond ik geen goede redenen om het in mijn eentje te doen. Want zulke moeders kunnen hun kind wél vertellen hoe blij ze samen waren toen het werd geboren, en wat het van zijn of haar vader heeft meegekregen.
'Inmiddels had de kliniek een donor gevonden. Ik zei 'Nee'. Uiteindelijk was mijn gevoel dat ik een kind niet kan geven wat ik wil, voor mij belangrijker dan mijn kinderwens.
'Ik heb vrede met mijn besluit, maar de pijn blijft. Om een zwangerschap en een kind die er nooit zullen zijn, om de moeder en oma die ik nooit zal worden. Als bijvoorbeeld een kind in mijn omgeving naar zijn moeder holt en zegt 'Mama, ik hou zoveel van jou', dan komt die pijn even naar boven. Dat hoort erbij. Maar ik kan wel wat betekenen in het leven van neefjes, nichtjes, kinderen van vrienden en buren. En misschien ga ik in de toekomst voor een pleegkind zorgen. Ik heb genoeg te geven.'
undefined