MISLUKT: DE NIEUWE MENS (Gerectificeerd)
KREILEROORD In de Wieringermeer moest de nieuwe, zuivere mens ontstaan. Maar driekwart eeuw na de inpoldering is in Kreileroord duidelijk geworden dat land weliswaar maakbaar is, maar de samenleving niet....
De eerste paal voor de bouw van Kreileroord had een kwaad omen moeten zijn, maar de mens wist het weer eens beter.
Op 8 mei 1956 zakte de paal zo diep de grond in dat er een tweede op moesten worden gezet. Grietje Leffers (71), een van de eerste bewoners van Kreileroord en nog steeds woonachtig in 'de afvalput van Noord-Holland', zag het gebeuren en wist toen al dat het nieuw gewonnen land van de Wieringermeer een waarschuwing gaf.
'Dit dorp had natuurlijk nooit gebouwd moeten worden.'
Thuis, in de Vlasstraat, waar ze komende dinsdag 48 jaar geleden kwam te wonen, praat Grietje Leffers met grote stelligheid maar zonder zelfbeklag. Terwijl de zware Van Nelle tussen de gerimpelde vingers danst, spreekt ze de wens uit dat ze nog maar lang mag blijven autorijden, voorwaarde voor een nóg langer verblijf in Kreileroord .
Dat het vierde dorp van de jubilerende Wieringermeer (morgen 75 jaar geleden viel die eerste Zuiderzeepolder droog) nooit had moeten worden gebouwd, wist toenmalig boerenknecht Grietje Leffers al ruim voor die eerste paal. De grond die ze nu bewoont, bewerkte ze vroeger. Er zat kwel in, brak water. Slecht voor de landbouw, dus slecht voor alles.
Zeker, erkent ze, een boerenwijsheid van het zuiverste water en achteraf de koe in de kont kijken is inderdaad erg gemakkelijk. Maar al die knappe heren van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, al die ingenieurs met hun tekentafels, al die bestuurders met hun ideologieën en vertrouwen in de maakbaarheid, die hebben ook niet de absolute waarheid in pacht.
Niets is sterker dan de natuur, beklemtoont Grietje, niets! Daarom: je kan wel nieuw land maken, maar de natuur geeft zich nooit snel gewonnen. Een nieuw dorp maken en daarbij de zekerheid uitspreken dat het een enclave van geluk wordt voor de nieuwe, zuivere mens, is helemaal een hachelijke zaak.
Nee, concludeert Grietje, het was beter geweest als Kreileroord er nooit was gekomen.
Kruidenier Maar het dorp is er nu eenmaal, sinds 1957, en er wonen (vermoedelijk) 611 mensen. Kreileroord heeft tien straten, die namen dragen als Landbouwstraat, Korenstraat, Vlasstraat en Bollenstraat. De enige straat die naar een mens verwijst, is de Gijs van Gaalenstraat, vernoemd naar de boer in wiens wagenberging het eerste schooltje was gevestigd.
Wat Kreileroord sinds jaar en dag niet meer heeft, is een winkel. Een rijdende kruidenier is nooit gesignaleerd. De bus komt al jaren niet meer. De bank is weg, het postfiliaal ook en nadat tante Nel twee jaar geleden overleed, heeft ook haar schuurtje, waar kinderen een ijsje konden kopen en ouderen hun shag, geen publieke functie meer. Voor elke boodschap moet de inwoner van Kreileroord naar het enkele kilometers westwaarts gelegen Wieringerwerf of naar Medemblik, kilometers zuidelijker.
Daar staat dan weer tegenover dat Kreileroord ook veel heeft waar menig dorp niet aan kan tippen. Zo biedt de horizon in zuidelijke richting een blik op een enorm windmolenpark, met de hoogste windmolen van Nederland. Overal in Nederland protesteren omwonenden tegen die horizonvervuiling, nergens zijn de windmolens zo dicht bij de bebouwde kom gesitueerd als bij Kreileroord.
Er lijkt enige trots door te klinken in de stem van wethouder Martien Dekkers als hij, al wandelend door Kreileroord, de komst van het windmolenpark toelicht. De exploitant blijkt verzet tegen de molens te hebben afgekocht. Kreileroord krijgt jaarlijks tienduizend euro, door de bewoners gezamenlijk te gebruiken voor leuke dingen. Dekkers stipuleert: 'Dus niet voor iets wat eigenlijk een gemeentelijke taak is.'
En zo heeft Kreileroord nog wel meer. Een kamp voor woonwagenbewoners bijvoorbeeld. Dat hebben de drie grotere dorpen van de Wieringermeer (Wieringerwerf, Middenmeer en Slootdorp) dan weer niet, net als het hoger gelegen ex-eiland Wieringen.
Voorts heeft Kreileroord een zeker imago. Een beeldvorming die er nog maar enkele jaren geleden toe leidde dat deWieringermeer 'overstroomd werd door sociologen en andere -logen', grapt gemeenteambtenaar Jan de Vries in zijn werkkamer in Wieringerwerf. Aanleiding tot die invasie: een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) waarin Kreileroord twintigste bleek in de topvijftig van achterstandsbuurten.
Nadat ze eindelijk hadden uitgevogeld dat Kreileroord geen wijk was van pakweg Utrecht of Rotterdam, stroomden de onderzoekers naar de kop van Noord-Holland, herinnert De Vries zich. Sterker, iedereen in de Wieringermeer herinnert zich hoe Kreileroord destijds onnoemelijk veel aandacht kreeg. En anders was er altijd nog wel de correspondent van de S chager Courant, die jaren achtereen een zoveelste vechtpartij bij de voetbalvereniging Kreileroord altijd wel weer wist te linken met het S C P-rapport.
'Tsja, die ranglijst van probleemwijken', zegt Grietje Leffers, 'we kunnen er maar beter niet meer over praten.'
Dorp IV Over het al dan niet bouwen van Dorp IV, zoals het latere Kreileroord dertig jaar lang op papier heette, is in de Wieringermeer jarenlang gesproken. Toen die polder op 21 augustus 1930 droogviel, werd in rap tempo tot bouw overgegaan. De eerste echte woning van de Wieringermeer was welbeschouwd het diensthuis naast het gemaal Lely (pal boven Medemblik), het eerste dorp dat verrees, was Slootdorp.
Na dat dorp – op 4 november krijgt koningin Beatrix daar hét feestboek over 75 jaar Wieringermeer uitgereikt – werden Middenmeer en Wieringerwerf gebouwd. Vervolgens namen de landinrichters gas terug, totdat de (uitverkoren) boeren van de Wieringermeer beklemtoonden dat ze nog veel meer (eveneens geselecteerde) landarbeiders nodig hadden. De boerenschuren dienden tot dan als slaapplaats voor de knechten.
Jaren van discussie resulteerden erin dat de gemeenteraad van Wieringermeer op 27 mei 1955 besloot tot de bouw van Kreileroord. In eerste aanleg moesten er 92 woningen en vier winkel/woningen komen, nadien gaven de becijferingen aan dat Kreileroord 1330 inwoners moest gaan tellen.
Zo stond het op papier, zo was het dus. Land is maakbaar, zo had dr. ir. Lely aangetoond. In de jaren van de wederopbouw won de gedachte aan kracht dat ook de samenleving maakbaar was. Heel Nederland dacht in zwart-wit. En zag in zwart-wit hoe Polygoons Philip Bloemendaal steeds maar weer commentaar gaf bij opvallend gezond en sterk en opgewekt ogende mannen en vrouwen die altijd aan het bouwen of verbouwen waren.
Zo simpel was het nog niet om in Kreileroord te mogen wonen, kijkt Grietje Leffers terug. Zijzelf en haar man ('Hij is nu een paar jaar weg') woonden in bij haar schoonouders, agrariërs, en solliciteerden naar de functie van landarbeider en inwoner in Kreileroord. 'Onze hele familie werd gecontroleerd. Of alles wel schoon was. Of we gezond waren. Geen schulden hadden, niet dronken.'
Elders in de Wieringermeer was het al niet anders gegaan. De boeren aan wie grond werd uitgegeven, ondergingen een strenge selectie. Voor de landarbeiders gold later min of meer hetzelfde. Want het nieuwe land was bestemd voor de nieuwe mens, de soort die louter voorspoed zou brengen. Ze kwamen uit heel Nederland, uit Groningen en Friesland het meest.
De nieuwe mens kwam voort uit ideologisch denken. De Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende crisis hadden een somber mensbeeld opgeleverd. Er moest voorspoed en heil komen!
De nieuwe mens zou in harmonie met zijn omgeving leven. Uitverkorene voor de Wieringermeer Grietje Leffers: 'Als je meubels houtworm hadden, kwam je niet in aanmerking. En je mocht niet De Waarheid lezen.'
Amper was Grietje Leffers in de Vlasstraat gekomen, of de voorziene voorspoed moest het afleggen tegen het lot. Gelijktijdig met de bouw van het dorp kwam de landbouwmechanisatie zo snel op, dat landarbeiders overbodig werden.
Het half afgebouwde dorp reikte nooit verder dan de helft van de gedachte 1330 bewoners. Dat exacte aantal werd begin jaren vijftig keer op keer ontvouwd door prof. Wieger Bruin, de Amsterdamse planoloog die ook plaatsen in de Haarlemmermeer en de Noordoostpolder had ontworpen. Dat de realiteit weerspanniger is dan wat de tekentafel dicteert, ondervond ook hij. Nooit kreeg Kreileroord zijn tweede woonwijk, nooit kwam er een kerk.
Kwelhuis Het had allemaal nog een stuk triester kunnen worden wanneer Kreileroord níet naar het verdwenen oerbos De Kreil was vernoemd. Op de oproep een naam te verzinnen voor dorp IV (of dorp A) kwamen begin jaren vijftig 125 suggesties binnen. Het had ook Veni Vidi Vici, Kwelhuis, Biggendorp of Kenau kunnen zijn.
Wie nu in de Wieringermeer rondstapt, krijgt als vanzelf de weinig vleiende bijnamen van Kreileroord toegespeeld. Ze komen zomaar terloops voorbij, in een zin of een betoog. Of ze worden met enig aplomb gepresenteerd, door Wieringermeerders die elders wonen.
De meest gehoorde is toch wel 'Het dorp dat niet gebouwd had moeten worden'. Een titel die de ontdekking van een verloren gewaande aflevering uit de Zweedse detectivereeks van Sjöwall en Wahlöö doet vermoeden. Ook 'De afvalput van Noord-Holland' en 'De miskraam van burgemeester Loggers' (onder diens verantwoordelijkheid werd tot de bouw besloten) zijn niet van de lucht.
Zie verder pagina 24 OVERHEDEN MAAKTEN VAN KREILEROORD PROBLEEM
Vervolg van pagina 23
Wie nu naar Kreileroord gaat en gevoel heeft voor somberen, ziet overal tekens dat het lot hier wel heel wreed heeft toegeslagen. Het modeldorp voor de modelarbeider straalt een triestheid uit die – voor wie het zo voelt – tot in de namen van straten en wegen doorsijpelt. Het woord 'kwel' heeft meerdere betekenissen en één daarvan is wel erg van toepassing op een dorp dat voornamelijk via de Zuiderkwelweg en de Noorder-en de Oosterkwelweg kan worden bereikt.
Het vlakke en in vlakken verdeelde polderland met zijn kaarsrechte wegen maakt dat de bezoeker het gevoel bekruipt dat iedere speelsheid hier uit den boze is. Dat de Wieringermeer onberispelijk rechte wegen kent was niet het gevolg van de starheid van de tekenaars van het nieuwe land, maar hield eerder verband met de bestemming: hier moesten agrariërs komen te wonen en landbewerking en afwatering waren gebaat bij rechte lijnen.
Als gezegd, juist in Kreileroord is het utopisch denken verandert in het tegendeel. Hoe krijgt een amper vijftig jaar oud dorp het voor elkaar om in de SCP-topvijftig van achterstandsbuurten te belanden? Wat is er hier misgegaan?
Onkruid Tien straten telt Kreileroord en behalve de vijf luxere woningen aan de Korenhof lijkt alles op elkaar. Woningblokken met rijtjeshuizen met een voor-en achtertuintje. Nummer 1 en 3 van de Klaverstraat zijn dichtgespijkerd. In de Bollenstraat, waar burgemeester Omta de eerste bewoners van Kreileroord verwelkomde, is menig voortuintje door onkruid overwoekerd.
Het huis De Zoete Inval in de Korenstraat wordt bewaakt door tientallen kabouters. De buurman verzamelt kennelijk verroeste en uitgebrande auto's. Helemaal weggestopt, aan het eind van de doodlopende Tuinbouwstraat en voorbij de PCO School, verscholen onder bomen, staan woonwagens.
Ooit veroorzaakten de 'kampers' problemen in Den Oever, het havenplaatsje boven Kreileroord waar de Afsluitdijk begint. Het dorp dat nooit gebouwd had moeten worden, had nog wel plaats. Zo is het Kreileroord decennialang vergaan. Omdat het dorp er dan toch was, kon het wel een opvangfunctie vervullen.
Elders in de Wieringermeer, in Middenmeer, woont Tonny Teeling-Geers (74), mede-oprichtster van het twaalf jaar oude Genootschap voor de Geschiedenis van de Wieringermeer. Als kind van zestien maanden kwam zij met haar ouders mee naar Slootdorp, het eerste dorp van de nieuwe polder. Ze kwamen uit Nieuw-Vossemeer, West-Brabant, 'het dorp van Merijntje Gijssen'. Vader wilde eigenlijk boer in Frankrijk worden. Na verzet van moeder solliciteerde hij naar land in de nieuwe polder.
'Mijn ouders en de hele familie werden ook psychisch heel streng gecontroleerd. En alles moest schoon zijn, tot aan ons schuurtje aan toe', zegt Tonny Teeling-Geers wier man sinds twee jaar 'weg' is.
Ach ja, Kreileroord. Had nooit gemoeten, zegt Telling-Geers. Heel vroeger zat er tenminste nog een bakker, een groenteman, een kruidenier en een kapper met manifacturen. Maar het dorp is eerst door het noodlot getroffen (de overbodige landarbeiders gingen dan maar bij de Hoogovens werken) en daarna nog eens welbewust door overheden, weet de amateur-historica .
Al twee jaar na de eerste paal belandde Kreileroord in de pers als 'Het dorp zonder hart'. Indachtig de ware pioniersgeest maakten de Kreileroorders er het beste van en bloeide het verenigingsleven. Vooral de lokale Friese toneelvereniging floreerde. Maar het gemor verstomde nooit meer. Geen officieel feest in Kreileroord of de mislukking van het dorp werd door de hoogwaardigheidsbekleders zélf te berde gebracht.
Bij de opening van het dorpshuis (1964) merkte de Noord-Hollandse commissaris van de koningin mr. Kranenburg op dat 'er van thans zeer bloeiende plaatsen destijds is gezegd dat ze op een verkeerde plaats gepland waren'. Vijf jaar later, bij het 12,5-jarig bestaan van het dorp, begon burgemeester Omta zijn feestrede aldus: 'Als iemand, terecht of niet, eenmaal een bepaalde slechte naam heeft opgelopen, is het een zeer tijdrovende, maar helaas ook verspilde, moeite om te pogen, hem te rehabiliteren.'
De gotspe is dat het de overheden zelf zijn geweest die – na de 'pech' van de landbouwmechanisatie – hard hebben meegewerkt aan die 'slechte naam'. De kleine, goedkope huisjes van Kreileroord werden decennialang gebuikt voor huisvesting van 'probleemgevallen'.
'Als er hier bij ons in Middenmeer iemand een slechte betalingsmoraal
had en achterliep met de huur, dan ging zo iemand naar Kreileroord', zegt Tonny Teeling-Geers op onbewogen toon. Voor aso's uit de hele kop van Noord-Holland was altijd nog wel een huisje vrij. De ex-gedetineerde kon de resocialisatie maar het beste oppakken in Kreileroord. Juist omdat de gemeente tot enkele jaren geleden vrijwel alle huisjes bezat, kon het woningtoewijzingsbeleid bizarre vormen aannemen.
Wie dit verwijt, dat de overheid zelf welbewust heeft bijgedragen aan de onttakeling van Kreileroord, nu aan een bestuurder voorlegt, krijgt geen weerwoord. Maar natuurlijk is dat waar! Vanzelfsprekend is het een feit dat Kreileroord tot een probleem is 'gemaakt'! Erkent ook de wethouder, die ene die Leefbaarheid Kreileroord in zijn portefeuille heeft. Maar ja, de schuld van de voorgangers.
Maar er is hoop voor 'De afvalput van Noord-Holland'. Het is namelijk feest! De Wieringermeer, de oudste van de Lely-polders, bestaat 75 jaar! Koningin Beatrix komt op bezoek. Weliswaar in Slootdorp (bij nagenoeg alle eerdere koninklijke bezoeken werd Kreileroord gemeden), maar ook in Kreileroord is menige tuin versierd met een geel-blauw vlaggetjeslint.
Kan best een leuk worden, die feestelijkheden, vermoedt Grietje Leffers. Een verzetje kan ze wel gebruiken, want haar eigen verjaardagen leveren amper familiebezoek op. Haar zussen wonen elders in Noord-Holland en geen enkele die de weg naar Kreileroord weet te vinden. 'Dan zeg ik tegen mijn ene zus: Meid, je neemt de bus naar Wieringerwerf en dan kom ik je met de auto halen. Ze verdommen het. Ze willen hier niet zijn.'
Dat familie Kreileroord mijdt, is ook de ervaring van Frans Bas, de 31-jarige voorzitter van de dorpsraad. Hij kwam uit Schagen en toen hij in 1987 in de Vlasstraat zijn huisje betrok, kreeg hij van familie te horen: ”Ik zou hier nog niet begraven willen worden!”
Bas, getrouwd, vader van twee dochtertjes, ligt er niet wakker van. Hij werkt onverdroten voort aan het opkrikken van het dorp. Sinds vrijwel alle huurwoningen tot koophuizen zijn gemaakt, gaat het een stuk beter, vindt hij.
Bas is een van de mensen achter de komst van een Multi Functioneel Centrum. Dit forse complex biedt vanaf oktober onderdak aan de twee schooltjes, het dorpsgebouw en een gymzaal.
Verspilde moeite Over dat MFC is in Kreileroord de laatste jaren veel gezegd. Analoog aan de ontstaansgeschiedenis van het dorp vonden velen het verspilde moeite. Vooral ouderen. Zoals Jan Lanser (61), sinds 1966 in Kreileroord woonachtig, die in het blad van het Geschiedkundig Genootschap van zijn hart geen moordkuil maakt: 'Zeur niet, jeugd! Doe wat (...) Het is een kwestie van mentaliteit. Laten we met zijn allen weer trots zijn op Kreileroord. Net als in de jaren tachtig. Toen iedereen trots meeleefde met Kreileroord, toen we vier maal het Guiness Book of Records behaalden met de grootste pannenkoek, de grootste tompouce, de grootste sjoelbak en de grootste loempia.'
Het MFC gaat het dorp een nieuwe impuls geven, weet Frans Bas zeker. En zo wacht de Wieringermeer in brede zin nog meer moois. Agriport staat voor een reusachtig kassencomplex dat zich in die polder gaat vestigen. En het Wieringerrandmeer ziet er op de tekentafel al net zo kansrijk uit als tachtig jaar geleden de inpoldering: dit randmeer gaat het IJsselmeer weer met het Amstelmeer verbinden, opdat Wieringen weer een eiland wordt en de hele kop van Noord-Holland een immense toeristisch/recreatieve impuls krijgt.
Ook bij dit plan herhaalt de geschiedenis zich. De mens denkt alles te kunnen maken, maar de natuur buigt niet vanzelf, waarschuwt Grietje Leffers opnieuw. Dat randmeer zal tot nog meer kwel leiden! Kwel! Slecht voor de agrariër, dus slecht voor alles!
Maar er wacht Kreileroord in ieder geval iets positiefs. Aanstonds wordt in de Klaverstraat een snackbar geopend! Goed, geen 'echte' middenstand, maar na jaren en jaren valt er tenminste weer eens 'iets' te kopen in het dorp.
'Ik zal er geen patatje kopen', zegt Grietje Leffers. Zij doet er verder het zwijgen toe, maar op straat zoemt het. Wisten we dat het oude winkelpand plus woning is gekocht door een 18-jarige jongen? Is dat normaal? Of zou het soms te maken hebben met het feit dat diens vader, vanwege zekere antecedenten, geen hypotheek of andere lening kan krijgen?
'Ach joh', jubelt Grietje, 'als de zon maar schijnt.' Haar krijgen ze nooit klein. Als de auto het maar blijft doen en de Van Nelle blijft branden.