Miskend door de boze wereld
Bij het monument dat herinnert aan de Bijlmerramp van 1992 verzamelt zich omstreeks acht uur een aantal buurtbewoners. Ze wisselen herinneringen uit aan die memorabele zondagavond, nu bijna zes jaar geleden....
Van onze verslaggever
AMSTERDAM
De bewoners voelen zich miskend door de boze wereld. 'We voelen ons net marsmannetjes die niets mogen weten. En over óns mag ook niemand iets weten.'
Niemand in hun vrienden- en kennissenkring die géén problemen heeft met de gezondheid. De klachten? Alles waar de veteranen van de Golfoorlog ook last van hebben. Gewrichtspijn, huiduitslag, vermoeidheid; chronische vermoeidheid.
Elk geluid dat herinnert aan de ramp, roept vervelende reflexen op. 'Van springende en schreeuwende kinderen op de galerij word ik agressief. Daar kan ik niks aan doen. ''Houd je smoel'', zeg ik dan. Waarom? Ik heb schreeuwende kinderen gezien op instortende flats. Daarom'
Maar het gedeelde leed vormt ook de opmaat van een grote lotsverbondenheid. 'Ik zou nergens anders kunnen wonen dan hier. Wat moet ik in het centrum? Op driehoog tegen de dakpannen aankijken zeker. En niemand wil daar toch iets weten van wat wij hier hebben meegemaakt. Daar kun je alleen maar met elkaar over praten. Voor de anderen zijn wij de gekke Henkies.'
Alleen de 'gekke Henkies' hebben op het dak van een der flatgebouwen drie dagen achtereen een brand zien woeden die niet te blussen was. Zij alleen hebben gezien hoe het getroffen complex in een mum van tijd met grof geweld werd gesloopt. Zij halen tot op de dag van vandaag stukken metaal uit de grond. Zij weten dat het gras op de plaats van de ramp niet meer groeien wil, dat hun telefoon wordt afgetapt, en dat het luchtverkeer wordt omgeleid als cameraploegen willen registreren hoe druk het boven de Bijlmer is. Alleen zíj weten het, en staan er tot dusverre helemaal alleen voor. 'Er zijn wel mooie meneren uit Purmerend die zich over ons ontfermen, maar die doen dat vooral voor zichzelf. Wij lopen ze alleen maar in de weg. Het is alleen jammer voor ze dat wíj hier wonen.'
Misschien zullen ze vanaf nu eindelijk serieus worden genomen. Op meer durven de zes Bijlmerbewoners niet te hopen als ieder om half tien zijns weegs gaat. De een heeft nog spruiten opstaan, de ander begeeft zich naar een vergadering, en de derde haast zich naar het voetbal.