Ministers leggen eerste steen voor grotere EU
De Europese ministerraad van Buitenlandse Zaken heeft maandag voor het eerst kunnen voelen hoe het is om met 26 bewindslieden rond een tafel te zitten....
Van onze correspondent
Peter de Graaf
BRUSSEL
'Vandaag is een historische mijlpaal in de ontwikkeling van de Europese Unie', zei de Britse minister Cook, fungerend voorzitter van de EU. Zijn Nederlandse collega Van Mierlo beaamde dat, maar zei dat de entourage hem ook wel 'een eng gevoel' gaf. 'Hoe moet dat met zovelen?', vroeg hij zich af.
Niet alleen de kandidaat-lidstaten moeten zich nog enorme inspanningen getroosten om aan de regels van de EU te voldoen, ook de EU zelf staan grote hervormingen te wachten. Om de financiering binnen de perken te houden, heeft de Europese Commissie al ingrijpende hervormingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de structuurfondsen voor regionale ontwikkeling aangekondigd.
Daarnaast zal ook de werking van de Europese instellingen, waaronder de ministerraad, moeten worden gestroomlijnd. Dat is nodig omdat de EU anders onbestuurbaar wordt. Het buitenlands beleid is nu al een onoverzichtelijke lappendeken. Iedereen doet maar wat.
'Vooral de grote landen maken er een zootje van', vindt Van Mierlo. Samen met zijn collega's van de Benelux pleit hij voor meer gezamenlijkheid. Want de 'Alleingang' van sommige landen ondergraaft het ideaal van de gezamenlijke buitenlandse politiek van de EU.
Gisteravond tijdens het diner bogen de ministers van Buitenlandse Zaken zich over een betere werking van hun 'Algemene Raad'. Volgens Van Mierlo mogen grote landen best een voortrekkersrol vervullen, maar dan binnen de Raad zelf. Nu gaan Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland vaak alleen of in kleine groepen op avontuur in het buitenland.
Eerder op de dag was veel tijd verloren gegaan aan de ceremoniële opening van de toetredingsonderhandelingen met tien Oost-Europese landen en Cyprus. De superlatieven waren niet van de lucht. Vooral de ministers uit de Oost-Europese landen gaven uiting aan hun blijdschap en begeerte om snel deel te kunnen uitmaken van de grote Europese familie.
'De Polen hebben lang gewacht op dit moment', zei minister Geremek. 'Tegen het eind van een turbulente en dramatische eeuw hebben we nu de kans om gezamenlijk op de uitdagingen van onze tijd te reageren en van het Europa van de 21ste eeuw een project van voorspoed, vrede en broederschap te maken.'
De EU onderstreepte dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen de kandidaatleden. 'Zij die onderhandelen en zij die zich daarop voorbereiden zitten onverbrekelijk in één proces en dat is de grote winst van het laatste halfjaar', zei Van Mierlo. Maar die zachte woorden waren vooral bedoeld om de bittere pil voor Bulgarije, Roemenië, Letland, Litouwen en Slowakije te vergulden, die voorlopig in de wachtkamer worden gezet.
Want vandaag praat de Europese ministerraad in zes afzonderlijke sessies van drie kwartier met de meest kansrijke aspirant-leden: Polen, Hongarije, Tsjechië, Slovenië, Estland en Cyprus. Daarmee beginnen met deze zes landen de formele toetredingsonderhandelingen.
Over het tijdstip van toetreding durft niemand voorspellingen te doen. De Oosteuropese landen rekenen op kort na de eeuwwisseling. Maar EU-diplomaten denken dat het nog wel wat langer gaat duren en dat de eerste nieuwe lidstaat op zijn vroegst pas tegen 2005 in de gelederen zal worden opgenomen.