Ministeries voeren verbeten gevecht over Métis-bont

Over de ruggen van enkele honderdduizenden indianen in Canada voeren de ministeries van Economische Zaken en Landbouw een verbeten gevecht....

THOM MEENS

Van onze verslaggever

Thom Meens

DEN HAAG

Terwijl half ambtelijk Den Haag vakantie vierde, kondigde Landbouw aan de vooravond van kerstmis 1995 zonder enige noodzaak ineens een Nederlands importverbod af voor bont uit wildklemmen. Zegt Economische Zaken.

Landbouw beroept zich erop dat Nederland gewoon Europese regels uitvoert, maar erkent dat het wel de eerste lidstaat is die dat doet. Het conflict tussen beide departementen is hoog opgelopen. Staatssecretaris Van Dok van Buitenlandse Handel laat zich permanent op de hoogte houden van de stand van zaken in het geschil.

Gistermiddag speelde de zoveelste aflevering van de ruzie voor de Haagse rechtbank. Daar diende een kort geding van de Canadese indianenstam Métis tegen het ministerie van Landbouw. De Métis vinden dat Landbouw hen onevenredig hard treft met het importverbod. Economische Zaken zat als oplettende toehoorder op de tribune, want als de Métis gelijk krijgen van de rechter - en daar hoopt EZ vurig op - heeft dat grote gevolgen voor de Nederlandse handelspolitiek.

Amper twee weken voordat Landbouw het besluit in de Staatscourant zette, is door ambtenaren van de Europese Commissie aan alle lidstaten verzocht het importverbod voorlopig niet af te kondigen. De EU zou anders grote problemen krijgen met belangrijke handelspartners, waaronder de Verenigde Staten, Rusland en Canada. Landbouw erkent het bestaan van die brief, maar betwist de status. 'Die brief is niet meer dan een uiting van de mening van twee ambtenaren van de diensten van de Commissie', zei advocate A. Braams namens Landbouw.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de EU het importverbod op wildklem-bont uitdrukkelijk niet heeft bedoeld voor bont dat is geleverd door inheemse volkeren die ervan moeten leven. De Métis zouden dus buiten het verbod moeten vallen. Maar dat is nog niet vastgelegd in een verordening. Wel heeft de Europese raad van milieuministers begin maart besloten te werken aan een wijziging van dien aard.

Volgens Landbouw kan het nog wel zes maanden duren voordat die wijziging er is. En bijkomend: de Métis lijden helemaal geen schade door het importverbod, want er is nog geen enkele zending huiden tegengehouden. Evenmin is ontheffing van het importverbod gevraagd. 'Ze kunnen de wijziging van de verordening dus gewoon afwachten', meende advocate Braams namens het rijk. Ze voegde er nog aan toe dat als voor de Métis de nood echt aan de man komt, er altijd nog een tussenoplossing is. 'Het invoerverbod geldt niet voor zover de diersoorten afkomstig zijn uit een andere lidstaat van de EU. Invoer van bont en pelterijen zou bijvoorbeeld via België kunnen.'

Namens de Métis betoogde advocaat Versteeg dat er wel degelijk schade wordt geleden. De Algemene Inspectiedienst van het ministerie van Landbouw nam sinds 1 januari al twee ladingen huiden in beslag. Braams namens Landbouw: 'Dat wist ik niet.'

Beide juristen bestookten elkaar langdurig met teksten van EU-verordeningen en gebruikten hetzelfde tussenvonnis van het gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen om hun gelijk te staven. Namens de Métis leest Versteeg daar in dat Nederland geen enkele reden had dit importverbod af te kondigen.

Braams ziet het anders. 'Als de Europese rechter zich al niet heeft willen uitspreken over de vraag welke uitleg van de Wildklemverordening de juiste is, is er zeker geen plaats voor een dergelijke keuze door de nationale rechter.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden