NieuwsWet openbaarheid van bestuur (Wob)
Ministeries steevast laat bij verzoek om openbaarheid: termijn vaker wel dan niet overschreden
Ministeries zijn laks met het openbaren van opgevraagde documenten. Ze zijn wettelijk verplicht brieven, stukken, mails of app-correspondenties binnen twee maanden toe te sturen, maar bij tweederde van de verzoeken overschrijden de ministeries de termijn. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.
Dankzij de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) zijn de afgelopen jaren, soms met veel pijn en moeite, belangrijke maatschappelijke kwesties aan het licht gekomen. Donderdagochtend beslist het gerechtshof Den Haag of het ‘minder Marokkanen’-proces tegen PVV-leider Geert Wilders wel kan worden voortgezet, nadat via een lang aangehouden Wob-verzoek vorige week documenten aan het licht waren gekomen waaruit blijkt dat minister Opstelten mogelijk betrokken was bij de beslissing van het Openbaar Ministerie om Wilders te vervolgen.
Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.
Juist bij politiek gevoelige kwesties zijn ministeries niet happig om snel en veel documenten te openbaren. Volgens de wet moet de overheid binnen vier weken reageren op een verzoek om informatie, met de mogelijkheid eenmalig met vier weken te verlengen als daar een goede reden voor is. In 16 procent van de onderzochte Wob-verzoeken lukte het de ministeries binnen vier weken te antwoorden. Bij 34 procent van de gevallen werd binnen twee maanden een besluit op een verzoek genomen. Vaak levert dat ook documenten op waar allerlei passages zijn weggelakt.
Burgers kunnen een beroep doen op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om documenten van de overheid te krijgen die de overheid niet vrijwillig openbaar maakt. Ook journalisten, advocaten en wetenschappers schrijven Wob-verzoeken om gedetailleerde informatie te krijgen over beslissingen die overheidsinstanties – van gemeenten tot waterschappen – nemen. Zo wisten twee hoogleraren documenten op te duikelen waardoor het dividendplan van premier Rutte uiteindelijk sneuvelde. Commissaris van Koning Jacques Tichelaar moest opstappen nadat facturen waren opgedoken van klussen die hij zijn schoonzus had toegespeeld.
Steeds trager
De Rijksoverheid is de laatste jaren steeds trager geworden, blijkt uit het Volkskrant-onderzoek naar alle 2.077 verzoeken volgens de Wob die de Rijksoverheid sinds 2016 online heeft gepubliceerd. Waar ministeries in 2016 in 61 procent van de gevallen de termijn van twee maanden overschreden, is dat in de eerste helft van 2019 verslechterd naar 71 procent. Het ministerie van Volksgezondheid spande de kroon: het was in 90 procent van de verzoeken te laat.
‘Verzoeken om informatie zijn een recht, maar de overheden behandelen het als gunst’, stelt hoogleraar bestuursrecht Wim Voermans in reactie op het onderzoek. ‘Er heerst een verstikkende cultuur waarin overheden er alles aan doen je met een kluitje in het riet te sturen. Het is steeds erger geworden.’
Voor overheden is de wet wel steeds complexer geworden, verklaart directeur Guido Enthoven van het Instituut Maatschappelijke Innovatie, een adviesbureau dat onderzoek heeft gedaan naar hoe de overheid met de wet omgaat. Hij ziet dat ministeries steeds meer informatie zijn gaan produceren. Begin dit jaar besloot de hoogste bestuursrechter dat ook whatsappjes van ambtenaren via de Wob opgevraagd kunnen worden. ‘Het is voor de overheid al een hele klus om überhaupt te weten welke informatie er is. En dan moeten ze nog besluiten of dat allemaal zomaar naar buiten mag.’
‘Door toenemende digitalisering wordt steeds meer berichtenverkeer opgeslagen’, geeft ook het ministerie van Binnenlandse Zaken als verklaring. ‘Dat betekent dat bij ieder Wob-verzoek meer documenten moeten worden beoordeeld. Dat vergt navenant meer tijd’, zo stelt een woordvoerder.
Het ministerie dat het snelst verzoeken beantwoordt is Defensie, dat op tweederde van de Wob-verzoeken binnen twee maanden antwoordt. Juristen vallen ook onder de afdeling communicatie en kunnen daardoor gemakkelijker ingaan op verzoeken van vraagstellers, zo geeft Defensie een verklaring voor de snellere afhandeling. Onderaan de lijst staat het ministerie van Volksgezondheid, waarbij dat maar bij een tiende van de verzoeken lukt. Het ministerie vindt de conclusies van het onderzoek te somber. Bij omvangrijke en complexe verzoeken worden vaak afspraken gemaakt over uitstel, en als een ministerie deze nakomt, geldt het voor het ministerie ook als ‘op tijd’. In 2018 was daarmee op 52 procent van de Wob-verzoeken tijdig gereageerd.
Met medewerking van Serena Frijters
LEES MEER: Ambtenaren geven in kat-en-muisspel journalisten beleidsstukken terug als gatenkaas