NIEUWSSTINT
Minister vindt uitweg uit de impasse, Stint keert twee jaar na dodelijk ongeluk terug op de weg
De Stint keert binnenkort terug op de weg. Verkeersminister Cora van Nieuwenhuizen (VVD) heeft dit woensdagavond aan de Tweede Kamer laten weten. Volgens haar zijn er geen beletsels meer om de elektrische bolderkar, die twee jaar stilstond na het dodelijke ongeluk in Oss, weer aan het verkeer te laten deelnemen.
Van Nieuwenhuizen stelde een beslissing over de vernieuwde Stint, inmiddels BSO Bus geheten, meerdere keren uit. De ommezwaai is opvallend: maandag had de bouwer van de elektrische bolderkarren aan de Volkskrant en RTL Nieuws laten weten dat het einde voor zijn bedrijf nabij is.
De stroperige en steeds weer opgerekte procedure, en de houding van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waren daar volgens fabrikant Edwin Renzen debet aan. Vorige week ontsloeg hij zijn negentien personeelsleden. Renzen wachtte al een jaar op een ministeriële beoordeling van zijn aanvraag, terwijl die procedure hooguit drie maanden in beslag zou nemen. Van Nieuwenhuizen gaat deze donderdag in de Tweede Kamer in op de toelatingsprocedure van de BSO Bus.
‘Ik ben er stil van’, zegt Renzen. ‘Dit zag ik niet aankomen. Het proces zat muurvast. Dit zou ook geen overwinning mogen zijn, maar een constatering dat het voertuig aan de beleidsregel voldoet.’ In een loods in Nijkerk staan zestig van de 1.500 bestelde BSO Bussen klaar om uit te rijden; Renzen wacht alleen nog op een handtekening van de minister.
Advies
Zijn aanvraag om weer tot de weg te worden toegelaten, leek voorgoed gestrand bij het advies dat de minister wilde hebben van de SWOV, de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid. De SWOV liet tot drie keer toe weten dit advies niet te kunnen geven, terwijl dit voor haar een vereiste was na een spijkerhard rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Dat concludeerde vorig jaar oktober dat er politiek gezien van alles was misgegaan bij de toelating van de Stint, in 2011.
Onder druk van dat OVV-rapport besloot Van Nieuwenhuizen dat de adviezen van de SWOV en RDW voortaan bindend zouden zijn bij de toelating van nieuwe voertuigen, zolang hiervoor nog geen onafhankelijke keuringsinstantie is aangewezen. De RDW toonde zich na een uitgebreide keuring positief over de nieuwe Stint. Dat gold ook voor de door de fabrikant geraadpleegde onderzoeksinstantie TNO, die kort na het dodelijk ongeluk in Oss nog hard had geoordeeld over de oude Stint.
De SWOV was uit het oogpunt van verkeersveiligheid minder enthousiast en constateerde elf risico’s bij de BSO Bus. Die hadden vooral betrekking op de kwetsbaarheid van de maximaal tien inzittenden, vanwege het grotendeels ontbreken van een ‘beschermende schil’. De fabrikant reageerde op deze bevindingen, waarna Van Nieuwenhuizen ook de RDW recentelijk vroeg zich uit te spreken over de risico-inventarisatie door de SWOV.
De RDW liet dinsdag weten ‘de door de SWOV gestelde risico's te kennen’ en zei hier ook aandacht aan te hebben besteed bij het testen van de BSO Bus. De SWOV had zelf al opgemerkt dat sommige geconstateerde risico’s ‘inherent zijn aan verkeersdeelname en dat nooit alle risico’s geheel weggenomen kunnen worden’, schrijft Van Nieuwenhuizen aan de Kamer.
Zo maakte ze woensdag de weg vrij uit een impasse waarin ze zichzelf voor een deel had gemanoeuvreerd, door te blijven vasthouden aan de SWOV die geen advies wilde geven. ‘We zijn heel erg blij dat de minister de feiten heeft gevolgd en de adviezen van alle experts goed heeft gewogen’, zegt directeur Emmeline Bijlsma van de Brancheorganisatie Kinderopvang.
‘Je wilt niet weten hoeveel blije appjes en mailtjes ik heb gehad van kinderopvangbedrijven’, zegt Bijlsma over de ommezwaai van de minister. ‘Er is in de branche zoveel vertrouwen in dit voertuig en de fabrikant. We zijn ontzettend verheugd dat we hier binnenkort weer gebruik van kunnen maken.’
Bakfietsen
Met de twee andere branchepartijen (BMK en Boink) benadrukte de BK herhaaldelijk bij Tweede Kamerleden en de minister dat er in de ogen van veel kinderopvangbedrijven nog altijd geen veiliger manier is om kinderen te vervoeren dan met de Stint. Woensdag werd duidelijk dat twee veelgebruikte elektrische bakfietsen, vaak ingezet als alternatief na het van de weg halen van de Stint, niet voldoen aan alle regels. Het motorvermogen van deze e-bakfietsen is bijvoorbeeld te hoog, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van de kinderopvangbranche.
Van Nieuwenhuizen zegt zich ervan bewust te zijn ‘dat deelnemen aan het verkeer risico’s met zich meebrengt’. En ze realiseert zich dat haar voornemen om de BSO Bus tot de weg toe te laten ‘de nodige emoties kan oproepen’. ‘Dat is begrijpelijk gezien de tragische aanleiding’, verwijst ze naar het ongeluk in Oss. In september 2018 kwamen vier kinderen om het leven toen een Stint daar op een intercitytrein botste.
Door middel van een eerder gesloten convenant met de kinderopvangbranche denkt de minister de risico’s voor het gebruik van de BSO Bus zo veel mogelijk in te dammen. Dat pakket afspraken verplicht onder meer tot rijvaardigheidstraining voor de bestuurders en het volgen van vastgelegde routes. Een onafhankelijke commissie moet door middel van steekproeven toezicht houden op de naleving van het convenant.
Lees ook
Bij het ongeluk met de Stint in Oss kwamen in 2018 vier kinderen van basisschool de Korenaer om het leven. Hoe gaat een school om met zo’n drama? Wat doe je met de tafel van een overleden kind? En wanneer ga je weer verder met werkwoordspelling?
En twee jaar na het dodelijke ongeluk rijdt de Stint nog altijd niet. Edwin Renzen, de maker van het voertuig, staat het water aan de lippen. Hij heeft het gevoel gekregen dat de Stint ‘besmet’ is. ‘Door de manier waarop deze procedure is verlopen.’