Nieuws
Minder gevaarlijke variant gekkekoeienziekte op Nederlands boerenbedrijf aangetroffen
Op een boerderij in de provincie Zuid-Holland is bij een dode koe de gekkekoeienziekte BSE aangetroffen, meldt het ministerie van Landbouw. Uit onderzoek blijkt dat het gaat om de minder gevaarlijke atypische variant.
BSE tast het zenuwstelsel van koeien aan en leidt ertoe dat de hersencellen van de dieren in hoog tempo afsterven. Mensen die BSE-geïnfecteerd vlees eten, kunnen daardoor de dodelijke ziekte van Creutzfeldt-Jacob oplopen. Vooral mensen rond de dertig jaar oud worden getroffen door de ziekte. Eenmaal besmet is er weinig tegen te doen en overlijdt de patiënt binnen enkele maanden tot twee jaar. Patiënten ervaren zware pijn door aantasting van het zenuwstelsel.
Het ministerie meldde woensdagmiddag dat de ziekte bij een reguliere controle is aangetroffen op het kadaver van een achttienjarig rund. Na de vondst is de boerderij door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geblokkeerd. Dat houdt in dat het bedrijf geen dieren of mest mag afvoeren. Het ministerie verzekert dat het positief geteste rund niet in de voedselketen terecht is gekomen en dat de voedselveiligheid voor zover bekend dus niet in gevaar is.
BSE kent een ‘atypische’ en een ‘klassieke’ variant. De atypische variant kan spontaan ontstaan bij oudere koeien. De ‘klassieke’ variant komt voort uit voer dat is besmet met dierlijke eiwitten. In beide gevallen zonderen besmette koeien zich af van de kudden en vertonen ze na verloop van tijd agressief gedrag. Nader onderzoek wees woensdagmiddag uit dat het rund besmet was met de atypische variant, wat betekent dat de besmetting op zichzelf staat.
De NVWA voerde woensdag ook bron- en contactonderzoek uit. Dat betekent dat jonge nakomelingen van de besmette koe, dieren die met de koe zijn opgegroeid, en dieren die hetzelfde voer hebben gegeten worden afgemaakt en getest op BSE. Met het afmaken en vernietigen van deze dertien dieren voorkomt de NVWA dat hun mogelijk besmette vlees in de voedselketen terechtkomt. Vier nakomelingen van de koe die ouder zijn dan twee jaar mogen wel blijven leven, zij vormen volgens het ministerie ‘een verwaarloosbaar risico voor de volksgezondheid’.
In 2011 werd voor het laatst in Nederland een besmetting geconstateerd. Het ging toen ook om de atypische variant. BSE werd voor het eerst aangetroffen in Engeland in 1986, en ging vooral in de jaren na de eeuwwisseling veel rond in Nederland. Sinds 1997 zijn er in totaal 88 besmettingen geconstateerd met de klassieke variant. In Nederland zijn drie mensen overleden aan de variant van Creutzfeldt-Jakob die veroorzaakt wordt door BSE.