Hij zegt dat zijn leven in gevaar is als zijn identiteit bekend wordt. Milosevic wist K-002 tijdens het kruisverhoor te ontfutselen dat hij betrokken was bij de moord op de beruchte militieleider Arkan en daarom vreest zelf vermoord te worden.

Arkan, leider van de 'Tijgers', een beruchte Servische militie, was zelf aangeklaagd door het tribunaal wegens oorlogsmisdaden in Bosnië. Hij werd in 2000 doodgeschoten in een hotel in Belgrado.

K-002 zette uiteen hoe de interne cultuur van de Rode Baretten eruit zag. Er werd heel geheimzinnig over gedaan. Hij mocht niemand vertellen waar hij werkte. Als ernaar gevraagd werd, moest hij zeggen dat hij in dienst was van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Bij de Rode Baretten werd je opgeleid om geruisloos te doden, zo vertelde K-002, met een mes, met een snaar of door iemand zijn nek te breken. Een groot gedeelte van de getuigenis van K-002 was niet openbaar om zijn identiteit geheim te houden. In het openbare gedeelte vertelde de getuige vrijwel niets over oorlogsmisdaden dat relevant zou zijn voor de Milosevic-zaak, behalve dingen die hij slechts van anderen had gehoord.