Milieu en Maasvlakte
De bescherming van natuur en milieu is de relatief hoge plaats die zij ooit op de politieke agenda innam reeds geruime tijd kwijt....
Net als bij Schiphol streeft het kabinet bij de uitbreiding van de Rotterdamse haven een dubbel doel na: versterking van de positie van de haven en verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. En net als bij Schiphol laten economische groei en zorg voor het milieu zich hier niet zonder meer combineren.
De zogeheten planologische kernbeslissing die voorziet in uitbreiding van de Rotterdamse haven wordt door de Raad van State op acht punten nietig verklaard. Het gaat daarbij vrijwel steeds om onvoldoende waarborgen voor de bescherming van natuur en milieu.
De uitspraak is een hard gelag voor de Rotterdamse havenlobby die al meer dan tien jaar ijvert voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Deze havenuitbreiding wordt noodzakelijk geacht voor de groei van de containeroverslag en olieopslag. Om hiervoor een zo breed mogelijk draagvlak te creëren, werden ook natuur- en milieuorganisaties bij de uitwerking van de plannen betrokken. Het heeft de buiten het overleg gebleven organisaties niet kunnen overtuigen.
De Raad van State bestrijdt de argumenten voor de Tweede Maasvlakte overigens niet. Waar het om draait, is dat de economie niet bij voorbaat zwaarder weegt dan het milieu. De waarde van de uitspraak ligt vooral in de duidelijkheid die wordt verschaft over de toepassing van de Europese richtlijnen op dit punt: voor tot de aanleg van een haven of een weg wordt besloten, moet er duidelijkheid zijn over de gevolgen voor natuur en milieu. Het kabinet kan het vooral zichzelf verwijten dat het dat onvoldoende heeft gedaan.
Een vertraging van de havenuitbreiding hoeft trouwens geen ramp te zijn. Vorig jaar november besloot de Tweede Kamer zelf de aanleg van de Tweede Maasvlakte op te schorten totdat duidelijkheid bestaat over de financiering. Aanleiding was het schandaal rond het Rotterdamse havenbedrijf. De twijfels over het project zijn slechts vergroot door het vernietigende oordeel van de commissie-Duivesteijn over de gang van zaken rond grote projecten als de Betuwelijn en de HSL.
Het economisch belang van de Rotterdamse haven wordt door niemand betwist, maar evenzeer is duidelijk dat de toekomst niet uitsluitend ligt in het overladen van nog meer containers. Dat de Betuwelijn, zoals vorige week viel te beluisteren, zonder Tweede Maasvlakte nog onrendabeler dreigt te worden, kan nauwelijks een reden zijn vast te houden aan een project waarvan het nut evenmin onomstotelijk vaststaat.
