Mike Boddé verkiest muziek boven de grap
Het heeft lang geduurd, maar Mike Boddé heeft zich bevrijd uit de dwangbuis van de humor. Hij stopt met grappen maken in het tv-programma Cojones van zijn goede vriend Thomas van Luyn. De muziek heeft gewonnen.
Al een leven lang verkeert hij in een moeizame latrelatie met zijn grote liefde. Het liefst maakt Mike Boddé muziek. Hij is ervoor op aarde gekomen, muziek zit in zijn genen en zijn tenen, hij zat als kleuter al met zijn vingertjes op de piano. Vanaf zijn vijfde had hij les, meteen al solfège en andere gehooroefeningen - en toch, telkens opnieuw laat hij zich verleiden leuk te zijn. Hij zet typetjes neer als weinig anderen, Ivo Opstelten mag van het toneel zijn verdwenen, hij leeft voort in Mike Boddé. Het is niet dat het cabareteske werk hem zwaar valt, maar het is domweg zijn liefde niet en zijn leven niet.
Nu heeft Mike Boddé, in zijn 49ste levensjaar, een besluit genomen: hij wil niet meer leuk zijn, hij wil alleen nog musicus zijn. Hij denkt dat de tijd er rijp voor is. Hij is serieuzer geworden, het zal de leeftijd zijn, het hebben van kinderen. Ook het besef dat het leven kort is, telt en dat je tijdig to the point moet komen.
Concreet: hij heeft de VARA laten weten dat hij niet meer beschikbaar is voor Cojones - Spaans voor 'teelballen' - het succesvolle comedy-programma op de zaterdagavond, dat voor een belangrijk deel gedragen wordt door nota bene een van zijn beste vrienden, Thomas van Luyn. Hij heeft het afgezegd. En hij heeft de NTR laten weten dat hij heel graag doorgaat met Podium Witteman, het klassiekemuziekprogramma op de zondagnamiddag. 'Mike is een muzikaal beest', zegt presentator Paul Witteman. 'Er is geen muzieksoort waarvoor hij wegloopt. Het maakt hem onmisbaar voor ons programma.'
Almaar grappig moeten zijn
Het verhaal over de leuke man die niet meer leuk wil zijn, kent een lange voorgeschiedenis. Al jaren laat hij de omgeving weten dat hij 'domweg klaar' is met cabaret en satire. Hij is het als een last gaan ervaren almaar grappig te moeten zijn. Over het theater zei hij al tien jaar geleden: 'Voor mij is het geen heilig moeten meer.' (Hij heeft een gezonde kolere hekel ontwikkeld aan liefdeloze theaters, waarvan er steeds meer zijn in het land, vindt hij. Waar de kleedkamer een smerige bende is en de bezoekende artiest geacht wordt de genoten consumpties aan te kruisen op een bonnetje. Het zijn van die plekken waar je, in zijn woorden, 'nog niet geconcipieerd zou willen worden'.)
Op zijn sterfbed wil hij niet aan Geert Wilders hoeven denken, maar aan Johan Sebastiaan Bach. (Dan wel de enigszins lichtvoetige Bach, van de Franse suites en de Brandenburgse concerten. Denk niet dat Boddé nu de Goede Week aanbreekt een toer maakt langs de uitvoeringen van de Mattheüs Passion, van Naarden tot Heusden, van Leiden tot Amsterdam. De opening van de Mattheüs is voor hem het allermooiste dat ooit geschreven is, maar de hele Mattheüs is een kruistocht. 'Je gelooft toch niet dat al die kabinetsleden op de eerste rij drieënhalf uur geboeid zitten te luisteren? Dat is toch nep?').
Tekst gaat verder onder de foto.
HEMA-worst
Hij begon met Seroxat. Via Remeron kwam hij terecht bij Zoloft. Uiteindelijk kwam hij bij Anafranil uit. Anafranil bleek zijn levenselixer. Wat een pil al niet vermag. Het was een verbijsterende ervaring. Hij ging weer de straat op, in Rotterdam. Uit zijn boek Pil: 'Hup: ik betreed de Koopgoot. Loperdeloop. (-) Ik ruik HEMA-worst. Mmm. Even rondneuzen.' Hij koopt een blocnote. Op naar de kassa, de rij voor de kassa: 'Weet je wat, ik kies de langste rij, ha ha. Nee, nee, we zijn geen mietjes, we nemen de langste. Wachterdewacht. Enigszins onprettig is het wel.'
Wisselgeld
Hij deed een jaar of tien geleden met Thomas van Luyn een absurde tv-quiz; de Mike & Thomas Show heette het programma. Daar zat muziek in; voor menig kijker was dan het ideale moment aangebroken om weg te zappen. Boddé: 'We hebben zonder het te beseffen een soort deal met de kijker weten te maken: wij geven jullie grappen en in ruil daarvoor mogen wij muziek maken.' De grap als wisselgeld. 'Ik zou heel graag een aflevering maken met alleen maar muziek.'
Zeven jaar geleden, in De Telegraaf: 'Het is fijn om ontslagen te zijn van de verplichte grappen en grollen. Ik heb de laatste jaren sowieso de behoefte om muziek een belangrijker plaats in mijn leven te geven.'
Hij heeft twee vrienden die hij 'hoofdrolspelers in mijn leven' noemt. Behalve Thomas van Luyn is dat de cabaretier Onno Innemee. Eigenlijk heeft hij er drie. Als kind voelde hij zich buitenstaander in de wereld om hem heen, maar 'ik had de piano als vriend'. Een piano is een trouwe kameraad, vindt hij. Om te beginnen loopt een piano niet weg. En wat ook helpt: een piano praat terug. Als je hem tenminste goed bespeelt en er niet op tekeer gaat als een Hans Liberg. Daar hebben Mike en zijn piano een gloeiende hekel aan, aan liefdeloos beuken.
Noteer verder dat hij op z'n 19de voor een jaar naar Hartford, Connecticut vertrok om zich te verdiepen in de jazz. En dat hij op z'n 40ste nog naar het conservatorium ging om compositieleer te studeren. Hij zei daarover: 'Er is een wereld voor me open gegaan. Daar zou ik me op den duur graag helemaal in storten.' Paul Witteman vertelt hoe Boddé schijnbaar moeiteloos een lied componeerde bij een onderwerp over Schumann. In de romantisch-weemoedige stijl van Schumann. Witteman: 'Het zat heel goed in elkaar. Jaloersmakend knap vind ik dat.'
Gered door een pil
Mike Boddé is altijd open geweest over de depressie die hem ruim bemeten tussen zijn 20ste en 30ste teisterde. Een schaduwkant daarvan is dat het onderwerp hem niet meer verlaat, ook nu hij verlost is van de grauwste vormen van somberheid. Interessant was en is dat een pil hem heeft gered. Hij heeft natuurlijk lang gedacht dat het door zijn jeugd kwam. Te beschermd opgevoed. Of een te emotioneel jochie. Van die dingen. Hij bezocht een iriscopist, een orthomoleculair arts, een homeopaat, een elektro-acupuncturist, een medium. Overal ving hij bot. 'Het lijkt bij mij echt een hersenziekte', zei hij in Het Parool.
Musicus pur sang
En toch, het is alsof Mike Boddé voor zichzelf een fait accompli moet creëren alvorens hij musicus pur sang kan zijn. Je bevrijden uit de dwangbuis van de humor is in zijn geval een lang proces. Wat daarbij niet geholpen heeft, is dat hij zo verdomd grappig is. Onno Innemee: 'Hij probeert niet grappig te zijn, hij ís het. Bijna zijns ondanks. Ik heb sterk de idee dat hij zelf er amper iets bij voelt, bij grappig zijn. Hij doet maar en het zijn de toeschouwers die invullen.'
Thomas van Luyn en Mike Boddé kennen elkaar al bijna dertig jaar. Van de universiteit van Leiden, waar beiden Chinese taal en letterkunde studeerden. 'Een beetje een vluchtweg', erkent Van Luyn. 'Mike zei op zekere dag: wij gaan cabaret maken. Als een dwingende mededeling kwam het. Mike was een geboren leider. Ik was onzeker. Ik zei: oké, goed dan. Ik wilde ook wel beroemd worden.'
Boddé had besloten dat het voor hem cabaret in plaats van muziek moest worden, nadat hij enigszins gedesillusioneerd was teruggekeerd uit Amerika. Er werd daar hard gespeeld, allemachtig hard, vooral door toedoen van de drummers. Vanaf z'n zestiende leed hij aan lawaaidoofheid. Bij harde muziek hoort hij allerlei bijgeluiden; geruis en gekraak. Hij dacht: dan kun je maar beter het theater in, waar het geluidsniveau nog aanvaardbaar is.
Tekst gaat verder onder de foto.
Snel uit balans
Ze hielden van Monty Python. Dat was hun referentie. In de kleinkunstacademie hadden ze geen zin. Zo gemaniëreerd! Ze leerden het vak gaandeweg wel. Wat van pas kwam, is dat Van Luyn naar eigen zeggen een bord voor zijn kop heeft. Hun begin was betrekkelijk rampzalig. Van Luyn: 'Ik dacht: we moeten gewoon stug doorgaan. En Mike is altijd al hardnekkig zichzelf geweest. Hij maakt zich totaal geen zorgen over de vraag wat mensen van hem zouden kunnen vinden.'
In 1991 wonnen ze als het duo Ajuinen en Look het Groninger Studenten Cabaretfestival, een jaar later het Amsterdams Kleinkunstfestival. De weg naar de hemel lag open. Maar Boddé was al snel niet meer vooruit te branden. Na veel doktersbezoek was de diagnose dat hij leed aan een 'geagiteerde depressie'. Het heeft hem zeven jaar van zijn leven gekost. Hij heeft het 'een eindeloze achtbaan door de hel' genoemd. Hij beschreef de barre tocht in het boek Pil, dat in 2010 uitkwam. Er zijn 50 duizend exemplaren van verkocht, dat dan weer wel.
Onno Innemee: 'Als er druk ontstaat, is hij snel uit balans. De depressie is een ongelofelijke smet op zijn bestaan geweest. Mensen zoals Mike zien de hele tijd ongelukken aankomen die er nog niet zijn. Toch, hij prijst zich gelukkig. Hij weet natuurlijk als geen ander hoe zijn bestaan was. Pikzwart. Dat is het niet meer. Hij is eruit. Hij is heel blij.'
Thomas van Luyn: 'Hij kan nu beter keuzes maken. Hij zegt: ik doe de dingen alleen nog zoals ik het wil hebben. Uiteindelijk is dat ook het beste. Dan krijg je de best geluimde Mike.'
Hadewych Minis
Mike Boddé heeft twee programma's gemaakt met Hadewych Minis, muziekvoorstellingen in het land. Ze was te gast geweest in de quiz die hij met Van Luyn voor de tv had gemaakt. Ze begrepen elkaar. Ze besloten tot samenwerking. Ze zongen liedjes waar ze zin in hadden, hij met zijn bas, zij als alt; de 23rd Psalm van Bobby McFerrin als duet, maar ook iets uit de Middeleeuwen, een Franse medley, Eisler&Brecht, Kate Bush, Schubert, Rachmaninov , My funny Valentine en Blackbird van de Beatles. Vrij heette het tweede programma. Het eerste programma van het tweetal had ook al zo'n smachtende titel: Gelukkig.
Thomas van Luyn: 'Er komen een hoop dingen bijeen in Mike: zeer gevoelig, zeer geestig, zeer slim, zeer opiniërend. Het is goed gekomen. Dat komt doordat hij nu weet waar zijn grenzen liggen. Hij is daardoor een stuk prettiger om mee om te gaan. Het is makkelijker geworden om van hem te houden.'
Tijdlijn
1968
Geboren in Rotterdam
1986
Jazz en piano aan conservatorium VS
1987
Sinologie Universiteit Leiden
2000-2005
Cabaretprogramma Kopspijkers
2004-2010
Ajuinen en Look, met Thomas van Luyn. Mike & Thomas Show
2008-2012
Liedjesprogramma Gelukkig, met Hadewych Minis (tot 2010) Cabaretgroep C3, met Onno Innemee
2010
Het boek Pil, over zijn depressie
2014-heden
vaste medewerker tv-programma Cojones, vaste medewerker Podium Witteman