Mijnramp Belgische Marcinelle herdacht
In het Waalse Marcinelle bij Charleroi heeft dinsdagochtend een herdenking plaatsgevonden van de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis, exact vijftig jaar geleden....
Ongeveer de helft van de slachtoffers was van Italiaanse origine. Vandaar dat ook veel Italiaanse delegaties aanwezig waren om hun landgenoten te herdenken. Verder is in het Waalse plaatsje een nieuwe herdenkingsplaat onthuld. Daar werden ook bloemen neergelegd. Daarnaast was er dinsdagochtend nog een oecumenische kerkdienst. Onder de slachtoffers bevonden zich in 1956 namelijk mijnwerkers uit zestien landen, onder wie ook orthodoxe Russen en Oekraïeners.
De ramp in de mijn Bois-du-Cazier ontstond nadat een karretje uit een lift viel en tegen een serie steunbalken aan botste. Daardoor ontstond kortsluiting, waarop brand uitbrak. Van de ochtendploeg van 275 mijnwerkers overleefden er slechts dertien de ramp. Het jongste slachtoffer was slechts veertien jaar oud.
Naar verhouding werkten veel Italianen in de Belgische mijnen, omdat Italië na de oorlog hard steenkool nodig had. In ruil voor goedkope steenkool leverde Italië grote groepen mijnwerkers. Na de ramp ontstond er kritiek op de directie, die om te besparen weinig werk had gemaakt van onderhoud en veiligheidsvoorzieningen.
Marcinelle herdenkt volgende week overigens een tweede triest jubileum. Dan is het tien jaar geleden dat in het troosteloze voorstadje van Charleroi de ontvoerde meisjes Sabine en Laetitia werden gered uit een geheime kelder onder een woning van de inmiddels tot levenslang veroordeelde kindermisbruiker Marc Dutroux.
