Column
Mijn beeld van naaktlopers bleek weer te kloppen
Ik heb een snipperdag genomen. Deze column vreet energie en tijd en als ik niet af en toe een momentje voor mezelf neem, raak ik overspannen. Zojuist heb ik een nog bijna levend inktvisje geprikt in Santa Luzia, nu ben ik op het tegenovergelegen Ilha de Tavira, waar een ankerkerkhof aan de verdwenen tonijnvisserij herinnert. Terwijl ik langs de roestige meuk wandel, denk ik aan Korreltje Sand van Ingrid Jonker: Timmerman bouwt aan een kist/ Ik maak me gereed voor het Niks/ Korreltje klein is mijn woord korreltje niks is mijn dood.
Maar ik wil helemaal niet aan de dood denken op deze stralende dag. Weg met die Zuid-Afrikaanse verdrietzak en haar doodswensrijmelarij! Ik herpak mijzelf en dartel door de vloedlijn. Een flink eind verderop ga ik het pontje naar Fuseta pakken. Daar zal ik mijn welverdiende wekelijkse biertje naar binnen hakken.
undefined
Naaktstrand
Dan bots ik tegen een bord met het opschrift Praia do Homem Nu. Ik tuinier en kook graag in mijn blote gat maar de georganiseerde naaktloperij is mij een gruwel. De beoefenaars zijn meestal parenclubtokkies, promiscue homoseksuelen en geradicaliseerde Duitsers. Op het strand voor me liggen diverse Teutoonachtigen die gebraden en wel uit de Hel van Dante lijken te komen.
Als puber was ik enorm geboeid door het FKK-gebeuren en gebruikte ik mijn Tienertoerkaart hoofdzakelijk om naakstranden te bezoeken, met de bammetjes van mama en de fles Exota in de knapzak. Ergens in de zomer van 1973 zag ik in de Zandvoortse duinen een meneer naar mij wenken. Met zijn linkerhand, want met zijn rechter was hij druk aan het rukken. Op sandalen na was hij naakt. Ik zocht daar verder niets achter, zwaaide vrolijk terug en ging verder op tietenjacht.
Een jaar of wat later bevond ik mij met een verloofde op een naaktcamping in het voormalige Joegoslavië. Daar stond ik dan in mijn blote reet tussen de moffen in de rij voor de kassa, met een dienblad vol mensonterend Oostblokvoer. De volgende ochtend braken lief en ik in rap tempo de tent af en vluchtten we naar de betrekkelijke beschaving van Oostenrijk, waar we de culinaire schade inhaalden met salmonellavrije Hausmannskost.
Mijn beeld van naaktlopers blijkt weer eens te kloppen als ik twee kerels in de hondjeshouding passeer. De bovenste grijnst naar me. Ik plof in het zand en staar naar het tafereeltje, slurpend aan mijn veldfles. Vrijheid, blijheid is mijn levensmotto. Toch ben ik blij dat de kinderen er niet bij zijn.