'Mijn afkomst is een verrijking'
Welke rol speelt afkomst in Nederland? Dat onderzoekt de Volkskrant in een reeks interviews. Advocaat Natacha Harlequin (44): 'Mijn afkomst is een verrijking.'
Op haar eerste werkdag als advocaat ging Natacha Harlequin met een kantoorgenoot mee naar een zitting. Als enige toeschouwer zat ze in de rechtszaal, zonder toga aan. 'De rechter keek in zijn papieren en naar de zaal. Waar bleef de verdachte? Hij wees naar mij: bent u de verdachte? Voor mij was alles nieuw, dus ik vroeg: de verdachte komt toch door een deur?'
Een ander voorbeeld: 'Ik stond te wachten met mijn blonde cliënt, de toga en bef hingen al over mijn arm, en de bode zag de verdachte aan voor mijn advocaat. Of de keer dat de bode, die zelf een getinte huid had, tegen mij zei: dag mevrouw de tolk. Dan antwoord ik: vandaag ben ik de advocaat.'
Wat doet u verder op zo'n moment?
'Je kunt moeilijk lopen doen, maar de realiteit is dat er niet veel donkere vrouwen zijn die dit werk uitvoeren. Dat zie ik zelf ook. Strafrecht is hard en was, zeker toen ik begon, een mannenwereld. Ik ben een vrouw en ook nog bruin. Dat is anders dan mensen verwachten. We lachen om de vergissing en verder zeg ik niets. Ik sta daar als advocaat, mijn punt is al gemaakt. Een volgende keer zal zo iemand echt niet dezelfde fout maken.'
Haar vader werkte in Suriname bij een bank, de moeder van Natacha Harlequin was docent en dochter van een schooldirecteur. In Nederland bleef ze lesgeven, haar vader was onder meer in dienst bij Delta Lloyd. 'We woonden in Delft, mijn moeder werkte op een school in het Westland, in Den Hoorn. Ik ging weleens met haar mee, dan waren we de enige donkere mensen in dat dorp en dat was prima. Het was niet bijzonder dat ik naar de universiteit ging. Als kind keek ik een keer op tv naar een verdachte in een advocatenserie. Hij was alleen. Mijn vader vroeg: iedereen is tegen hem, maar wie is er met hem? Vanaf dat moment wilde ik advocaat worden. In mijn studie heb ik me meteen gericht op strafrecht en criminologie.
Natacha Harlequin (Nederland, 1973) is vijftien jaar strafpleiter en sinds tien jaar mede-eigenaar van Taekema Harlequin Advocaten in Den Haag. Ze is werkzaam in heel Nederland en ook veel in Curaçao. De kern van haar praktijk bestaat uit de verdediging van verdachten voor moord, ontucht, terrorisme en drugs, wapenbezit en witwassen.
'Bij mijn ouders kwamen vrienden en familie over de vloer, het was een mengelmoes van bruin en blank. Verder was in mijn kindertijd mijn hele omgeving wit. En nu is, afgezien van een deel van de cliënten, in mijn professie bijna iedereen blank. Dit doet me denken aan een uitspraak van een cliënt. Ik vroeg hem een betrokkene bij zijn zaak te omschrijven. Hij zei: ze is zo wit dat ze bijna licht geeft. Ik vroeg wat hij bedoelde. Zag ze bleek, was ze ziek? Ik merk dat donkere mensen het moeilijk vinden om een signalement te geven van blanken. Omgekeerd zie je dat blanken geen verschil zien tussen donkere mensen. Bij een line-up voor een verdachte zetten ze zo een Hindoestaan naast een boslandcreool. Dan moet ik ingrijpen. Of ik moet uitleggen dat vlechtjes echt iets anders zijn dan dreadlocks.
'Ik hou ervan om ergens in te duiken. Op de universiteit dacht ik: dan wil ik het ook echt meemaken. Toen ik mijn ouders vertelde dat ik zou deelnemen aan de ontgroening bij Minerva, zaten ze me met grote ogen aan te kijken. Later heb ik met veel plezier in 't Kippenhok gewoond, het grootste meisjeshuis van Minerva in Leiden. Aan nieuwe bewoonsters werd een quizvraag gesteld: wie is de eerste en enige zwarte kip in het hok? Dat vond ik leuk. Als advocaat ben ik ook de Zwarte Parel genoemd.'
Hoe begon u als advocaat?
'Bénédicte Ficq is mijn voorbeeld. Na mijn stage bij haar kreeg ik een baan op het kantoor van Britta Böhler. Stijn Franken werd mijn patroon. Hoe ik daar binnen kwam? Eerst belde ik op, ik maakte het persoonlijk. Ze zeiden dat ik een brief moest sturen. Dat deed ik dan. In mijn werk heb ik altijd het idee gehad dat ik werd beoordeeld op mijn persoonlijkheid en mijn prestaties. Op niets anders.
'Mijn afkomst is een verrijking. Ik ben tevreden met de eigenschappen die me zijn toebedeeld en geef mezelf daarom een 10. Door hoe ik ben opgegroeid, open en ruimdenkend, is het een 10+. Mensen die willen dat ik in hun huis mijn schoenen uitdoe: ik heb het al gedaan voor ze het vragen. Ik zie alles. Een cliënt die mij niet aankijkt terwijl we praten - andere advocaten zouden dat onbeleefd vinden. Dat is geredeneerd vanuit hun perceptie. Ik voel aan: de materie die we nu bespreken ligt gevoelig, het is beter om elkaar even niet aan te kijken. Vanuit blanken geredeneerd kijken donkere mensen vaak boos. En dan praten ze ook nog gepassioneerd en met hun handen. Een rechter vraagt dan: u raakt geagiteerd? Op zulke momenten leg ik uit: er is niets aan de hand, dit is gewoon hoe hij praat.
'Als Youssef voor de tiende keer in een week om zijn legitimatie wordt gevraagd, dan begrijp ik waarom hij zich verzet en hoe de situatie met een agent uit de hand kan lopen, terwijl er eigenlijk niets aan de hand was. Wanneer hij wordt meegenomen en niet op zijn stage verschijnt, heeft Youssef voor de rest van zijn leven een probleem dat hij nooit had gehad als hij Marijn heette. Dat kan ik invoelen, het geeft mij een extra dimensie boven mijn collega's.
'Wat ik in Nederland mis: meisjes met mijn kleur die zichzelf kunnen terugzien op de tv. Bruine vrouwen komen daar alleen om te praten over muziek of mode of omdat ze wel of niet iets te klagen hebben over racisme. Er wordt gezegd dat ze er niet zijn. Nou, hier ben ik. Ik kom niet om een dansje te doen, maar om te praten over mijn vak. Die kaartenbak mag wel worden uitgebreid.
'En over racisme praten op tv: als je begrip verwacht voor jouw boosheid, dat gebeurt niet en gaat niet gebeuren. Blanke Nederlanders zien vooral je emotie. Je moet het rustig uitleggen, want ze herkennen jouw gevoel niet. Voor hen is het makkelijker om niet verder te denken. Als donkere Nederlander kun je ook eerst naar jezelf kijken en denken: hoe kan ik mijn informatie het beste overbrengen?'
Nederlands
'Door het Westland langs de kassen rijden. Heerlijk.'
Surinaams
'Bij grote vreugde en verdriet.'
Eten
'Bruine bonen met kip en zoutvlees.'
Partner
'Hij is Hollands. Wat dat over mij zegt? Dat ik van hem houd.'
Witte de With
'Zo'n naam moet behouden blijven. Benoem de geschiedenis, bespreek het met elkaar.'