MEVROUW DE RECHTER

De rechterlijke macht telt steeds meer vrouwen. Sommigen gewagen al van een vrouwenberoep. Wat is de verklaring voor de sterke toevloed van vrouwen?...

GEKE VAN DER WAL

De politierechter was een vrouw, de officier van justitie was een vrouw en de griffier was een vrouw. De verdachte was een man.

De verdachte, die terecht stond wegens rijden onder invloed, bezag het vrouwencollege, grinnikte wat en ging er ontspannen bij zitten. De officier eiste onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. Had de verdachte - die de auto beroepsmatig nodig had - daar iets op te zeggen? Nee hoor, reageerde hij lacherig. De rechter sprak vervolgens een vonnis conform de eis uit. Toen pas drong het tot de man door, hij keek verbijsterd om zich heen: was dit hier serieus bedoeld dan?

Procureur-generaal W. Sorgdrager vertelt deze anekdote met glinsterende ogen. Haar conclusie is mild: 'Het is kennelijk bevredigender voor verdachten om voor een gemengd college te staan. Dat moet dan maar. Ofschoon je eigenlijk niet de inrichting van je organisatie op dit soort gevoelens mag afstemmen.'

Mevrouw Sorgdrager is procureur-generaal te Den Haag. Nederland heeft vijf PG's, Sorgdrager is de jongste en de enige vrouw. Ze heeft het loopbaanpad in de rechterlijke macht met gezwinde pas afgelegd. Een bliksemcarrière, die min of meer symbolisch is voor de 'feminisering' van de magistratuur. Eind jaren zeventig werd ze officier van justitie in Almelo. Parttime - het had in kleine lettertjes in de advertentie gestaan: in deeltijd werken op beperkte schaal mogelijk. Zes jaar later werd ze advocaatgeneraal in Arnhem. Weer een paar jaar later werd ze in dezelfde stad benoemd tot procureur-generaal, en sinds begin dit jaar is ze PG in Den Haag.

Sorgdrager, de Vrouwe Justitia van de jaren negentig, ze zou er voor kunnnen poseren: jong nog (midden veertig), vrolijke oogopslag, fris taalgebruik, moeder van drie kinderen, modern - zelfs een beetje frivool - gekleed.

Mr A.H. van Delden is president van de Haagse arrondissementsrechtbank en voorzitter van de belangenvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak. 'De rechterlijke macht is niet meer de herensociëteit van vroeger. Die cultuur is doorbroken. Door de vrouwen, maar ook door de jongere generaties mannen.'

Hij haalt herinneringen op aan de rechtbankpresident die verbleekte bij de gedachte dat een vrouwelijke collega hem bij de voornaam zou noemen, en hakkelend zei: 'Ja, eigenlijk heet ik Hans, maar iedereen noemt me Van Eek.' Nog meer anekdotes, over echtgenotes die thuis met een kopje thee op een dienblad beleefd op de deur van des rechters werkkamer klopten. 'Toen waren rechters nog echte heren met dienovereenkomstige huizen.'

Rechters zijn geen heren meer. En hoe staat het met de mannencultuur? Ach nee, die tref je misschien nog aan in de advocatuur en bij de politie. Sorgdrager, geamuseerd: 'Toen ik begon en met de politie te maken kreeg, dachten ze: wat moet dat jonge ding, die komt zeker een verslagje maken. En sommige advocaten dachten ook: dat meisje halen we wel even onderuit.' Van Delden bekent: 'Toen ik op de opleiding zat, zei een vrouwelijke collega dat ze officier wilde worden. Dat vond ik gek. Hoe moet dat dan met de politie, dacht ik. Achteraf vind ik het absurd dat zoiets in me opkwam.'

Een paar jaar geleden deed de Leidse rechtssociologe L. de GrootVan Leeuwen een groot promotieonderzoek naar de rechterlijke macht, onder andere naar de man/vrouw-verhouding. In 1986 was 19 procent (inclusief parttimers) vrouw, vier jaar later 22 procent. Een gemiddeld cijfer: sommige rechtbanken waren voor een derde door vrouwen bezet. En natuurlijk, hoe hoger de functie, hoe minder vrouwen. Een kwestie van tijd, zei men. 'De rechterlijke macht is een gemengd beroep geworden', constateerde de onderzoekster.

De groei is de afgelopen jaren doorgegaan, bijna explosief. Nog even, en het wordt een vrouwenberoep. Van de 91 Amsterdamse rechters zijn er 44 vrouw (inclusief de parttimers), van de 79 Haagse rechters 38. Volgens de meest recente cijfers (omvattende 19 rechtbanken en parketten) van het ministerie van Justitie is 42 procent van de rechters vrouw en 31 procent van de officieren. Bij de gerechtshoven is het percentage aanzienlijk lager (17 procent). Aanvankelijk kozen de meeste vrouwen voor de zittende magistratuur (rechters), maar de laatste tijd stijgt ook bij de staande, het Openbaar Ministerie, het vrouwelijk aandeel. En de opleiding, de RAIO, bestaat tegenwoordig voor tweederde uit vrouwen. Een paar jaar geleden was er een lichting met maar liefst 80 procent vrouwen.

Is er een verklaring voor die toename? Jawel, weet de Haagse rechtbankpresident. Heel eenvoudig: deeltijdwerk. 'Als ik zou uitstralen dat parttime werken niet kan, dan blijven vrouwen weg. Dat doen we dus niet. Ook al heb ik liever fulltimers. Want al die parttimers is knap onoverzichtelijk.'

Een modern complex van gebouwen op de Amsterdamse Parnassusweg. Toren E, via A te bereiken. Lange smalle gangen, lage plafonds. Ook de kamer van mevrouw T. Splinter-van Kan heeft weinig allure. Splinter, afkomstig van de universiteit, is sinds vijf jaar rechter. Ze werkt zelf fulltime, maar kan zich voorstellen dat anderen parttime werken. 'Het werk leent zich ervoor, het kan in mootjes worden gehakt. Je zit achter je bureau te lezen, vonnissen te schrijven, en je hebt een x-aantal zittingen per week. Er wordt weinig vergaderd, ik word niet gebeld door cliënten of advocaten, alleen door de griffier die een datum voor een zitting wil hebben.'

Dit klinkt wel erg slaapverwekkend. Ze lacht, dat vindt ze natuurlijk helemaal niet. 'Maar we zeggen vaak tegen elkaar: het lijkt hier wel een stiltecentrum.'

In deeltijd werken is bij de zittende magistratuur makkelijker dan bij de staande. 'Als officier heb je activiteiten die zich over de hele week uitstrekken. Men heeft je soms opeens nodig, je bent onderdeel van een netwerk, je moet in principe bereikbaar zijn.'

Werkten er daarom minder vrouwen bij het OM? Of past het ambt van rechter beter bij vrouwen? Sorgdrager blaast verontwaardigd. 'Daar geloof ik helemaal niks van. Vroeger hadden de officieren een beetje een agressief imago. Dat is niet meer zo.' Een ander zegt: 'Macho's zoeken een ander vak. Alleen bij de politie bestaat een zekere mannencultuur. Die vind je hier niet, en ook bij het OM is men magistratelijker geworden, daar hangt niet meer die sfeer van boeven vangen.'

In Frankrijk is er wel een duidelijk verschil: daar zijn de rechters in overgrote meerderheid vrouw, terwijl de officieren meestal mannen zijn. Misschien zijn de officieren daar nog niet zo 'magistratelijk'?

Meer dan in andere beroepsgroepen, zeggen alle gesprekspartners, is in de magistratuur de aanwezigheid van vrouwen volstrekt geaccepteerd. Iedereen vindt het gewoon, het is normaal. Het is eigenlijk geen gespreksonderwerp, noch onderling, noch naar buiten toe. Ze willen er best over praten, maken bereidwillig een uurtje vrij, maar in feite valt er niets over te zeggen. Een vrouwelijke officier stelt haar strafmaat niet anders dan een mannelijke, een vrouwelijke rechter vonnist niet anders dan een mannelijke collega. Nee, echt, het maakt geen enkel verschil.

Is de rechterlijke macht dan een uitzonderlijk paradijs, waar het emancipatieproces zich in stille harmonie heeft voltrokken en de verhoudingen gekenmerkt worden door serene androgynie? Of vertoont de magistratuur gelijkenis met een spons waar je in kan drukken wat je wilt, maar die nadien onveranderlijk in dezelfde vorm terugspringt? Zijn er dan geen jaloerse mannelijke rechters die met leedwezen zien dat vrouwen hen voorbijstreven en vice-president worden? Mannen die klagen over al dat onoverzichtelijke werken in deeltijd en over de zoveelste collega die met zwangerschapsverlof verdwijnt? En waar zijn de vrouwelijke magistraten die zich in hun carrière gedwarsboomd voelen, die met hun hoofd tegen het 'glazen plafond' stoten? En waar de vrouwen die zeggen: die verkrachter krijgt van mij geen vijf jaar, nee, die krijgt levenslang!

Procureur-generaal Sorgdrager weet wel een reden voor die geruisloze emancipatie. 'We hebben te maken met een professionele beroepsgroep en een platte organisatie. Er zijn niet veel hiërarchische lijnen. De meesten komen op hetzelfde niveau binnen, als officier of als rechter. Ik denk dat mannen een vrouwelijke collega makkelijker accepteren dan een vrouwelijke baas.'

Anderen veronderstellen dat het te maken heeft met de sfeer op de rechtbanken, hoven en parketten. Een kalm atmosfeertje, weloverwogen, afstandelijk, geen verhitte concurrentiegevoelens. 'Dat was vroeger zo', reageert Van Delden, 'toen je op grond van anciënniteit vicepresident werd. Dat is niet meer het geval. Ik denk dat hier even hard als elders aan carrièreplanning wordt gedaan. Misschien verhulder, een beetje besmuikter.' Waarom? Glimlach: 'Omdat wij door de bank genomen voorzichtige figuren zijn.'

Straffen vrouwen milder, of misschien juist strenger, dan mannen? De hamvraag. Veel huiver, afwerende reacties, twijfel en besliste ontkenningen. Sorgdrager: 'Sommige vrouwen straffen strenger, andere weer niet. Dat zie ik ook bij mannen. Zodat je weer bij neutraal uitkomt.'

Zedenzaken dan. Een verkrachting. Zou een mannelijk college anders vonnissen dan een vrouwelijk? Een logische vraag, zonder antwoord. Of een veilig antwoord: 'Het is prettig als er een vrouw bij zit. Slachtoffers praten makkelijker met een vrouw over hun ervaringen.' Maar de straffen voor zedendelicten zijn toch hoger? Sorgdrager: 'Omdat een verkrachting maatschappelijk gezien erger wordt gevonden dan vroeger. Er wordt meer over gepraat. Mannen realiseren zich hoe ernstig zo'n feit is. Natuurlijk hebben vrouwen daarin een rol gespeeld, maar niet specifiek hier in de rechterlijke macht. Ik herinner me van het begin gevallen van leraren die iets met kinderen op school hadden gedaan. Die vervolgden we nauwelijks, als het tenminste niet te erg was. Nu zijn we daar keihard in. De opvattingen zijn gewoon veranderd.'

Ook Van Delden gelooft niet dat vrouwen anders vonnissen dan mannen. 'Volstrekte flauwekul. Geen sprake van. Ik ken spijkerharde vrouwen en zachte mannen.'

Ze kunnen ook moeilijk iets anders zeggen. Anders rechtspreken: het hoort niet. De rechterlijke macht is immers onafhankelijk, je zit daar in toga en bent objectief. Van Delden: 'Je zou gericht onderzoek moeten doen. Maar het zou mij verbazen als er verschillen uitkwamen. Vrouwen straffen verkrachters niet strenger. Dat zijn indianenverhalen.'

Ook de Amsterdamse rechter bestrijdt die gedachte. Ze denkt eerder dat mannen en vrouwen in de magistratuur qua geaardheid en karakter op elkaar lijken. Rustige, kalme types met grote vakmatige interesse, die genuanceerd (leren) denken. 'Het recht trekt een bepaald soort mensen aan die dit werk leuk vinden. Zoals het OM aanlokkelijk is voor een ander soort mensen, mensen die gegrepen worden door de levendigheid van dat vak.'

De vice-president van de Zwolse rechtbank, mevrouw J. van den Steenhoven-Drion, brengt een nuance aan. Ze herinnert zich vonnissen uit de jaren zestig waarbij verkrachters slechts een voorwaardelijke gevangenisstraf kregen. 'Ik heb dat altijd met grote verbazing bekeken. En ik heb dat geweten aan de mannenrechtspraak. Sinds vrouwen meedoen is de rechtspraak op dat punt veranderd.' Maar de meeste veranderingen hebben volgens haar te maken met het maatschappelijk klimaat en de verjonging ter rechtbank.

En onderzoekster De Groot-Van Leeuwen zegt: 'Uit onderzoek in andere beroepsgroepen blijkt dat hoe hoger men in de hiërarchie zit, des te minder verschil er is tussen mannen en vrouwen. Ik ben er diep van overtuigd dat niet één enkel kenmerk bepalend is voor de cultuur of de beslissingen in de magistratuur. Je handelen wordt door een veelheid van factoren bepaald.'

De hal van het gerechtsgebouw in Zwolle is enorm. Hoog en hol. De kamer van vice-president Van den Steenhoven-Drion is klein en eenvoudig. Niemand klopt op de deur, bodes lopen in en uit. Van den Steenhoven is - na zes jaar als bedrijfsjurist te hebben gewerkt - sinds 1975 rechter. 'Er was toen een groot tekort aan rechters. Daarom mocht je parttime werken. Dat wilde ik graag met het oog op de kinderen.'

Toen ze begon waren er in Zwolle zeven rechters, onder wie één vrouw. Nu zijn er 17 mannelijke en 21 vrouwelijke rechters. Niettemin zijn de meeste brieven gericht aan meneer de rechter. Van den Steenhoven, begripvol: 'Macht, hè, en dat wordt met mannen geassocieerd. Had ik zelf ook, hoor. Ik dacht vroeger ook dat ik te jong was voor rechter. Je hoorde wijs, bezadigd en een man te zijn.'

Parttime werkende rechters waren een noodgreep, uit schaarste geboren. Het was aanvankelijk ook niet zo makkelijk. 'Ik had een kind in de wieg. Het was een experiment. Het moest slagen, dus ik moest me soepel opstellen. Nu is alles veel makkelijker. De meeste vrouwelijke rechters combineren hun werk met kinderen. Vrouwen in het vak zijn een gewoon fenomeen geworden. Een nieuwe vacature voor vice-president? Niemand maakt er zich druk om of het een man of vrouw wordt. Je neemt gewoon de meest geschikte.'

Het is een goed beroep voor vrouwen, zegt ze, maar geen typisch vrouwenberoep. 'Het is een vak dat een beroep doet op veel aspecten van je persoon, op zowel je intellectuele als je emotionele kanten. Zo moest ik afgelopen week tijdens een zitting een gesprek tot stand zien te brengen met een haast onbereikbaar anorexia-meisje dat verdacht werd van brandstichting. Heel spannend. Maar ik beleef ook veel plezier aan de juridische uitzoekerij. Die mengeling vind ik leuk.' Mannen ontlenen hetzelfde plezier aan het vak, denkt ze. 'Er zijn maar weinig rechters die eruit stappen. De meesten vinden het erg bevredigend.'

Een te grote toename van vrouwen kan zorgelijk zijn. 'Je moet gemengd blijven. Het mag niet tegen je gaan werken. Je geloofwaardigheid moet behouden blijven. Als men je niet meer serieus neemt omdat de overgrote meerderheid uit vrouwen bestaat, dien je daar een boodschap aan te hebben, ook al ben je het er niet mee eens. Want als je je prestige kwijt bent, krijg je die niet zo maar terug.'

Mevrouw Splinter op de Amsterdamse Parnassusweg vindt de aanwezigheid van vrouwen in de rechterlijke macht zo vanzelfsprekend dat ze eigenlijk niet weet wat daar nou voor specifieks over te vertellen zou zijn. Af en toe ziet ze nog wel eens een geheel mannelijk college van rechters. Een raar gezicht vindt ze dat. 'Ik verbind daar verder geen consequenties aan. Het is gewoon net zo raar als een bestuur met alleen mannen.'

Veel vaker gebeurt het dat een raadkamer geheel uit vrouwen bestaat. De Haagse president Van Delden: 'De eerste keer dat het zich voordeed hebben we erover nagedacht. Kan dat wel? Nu is het gewoon, en vaak kan het ook niet anders. Maar ik probeer er wel op te letten. Ik vind een gemêleerde kamer beter. Ja, de samenleving is toch ook gemêleerd? Dit is een beroep waarin je dat bij uitstek moet weerspiegelen.'

Toen de rechtelijke macht uitsluitend door mannen werd bezet, vroeg niemand zich iets af. Nu vrouwen in de meerderheid lijken te komen, vindt iedereen het van belang dat de raadkamer gemengd is. Is dat niet wat tegenstrijdig? Ja, misschien wel. De Zwolse vice-president: 'Het is beter naar buiten toe, voor de acceptatie door het publiek. Men moet het gevoel hebben dat er zo objectief mogelijk wordt rechtgesproken. Je merkt met name bij buitenlanders hoe gevoelig dat soms ligt.'

Zo bezien doet het er helemaal niet toe of vrouwen in de rechtszalen aanwezig zijn. Nee, dat is ook weer niet goed. Gemengd, dat is mooi. Waarom? Omdat de samenleving zo is.

Maar in principe brengt de vrouw niets bijzonders in. Een vrouw, een man, een witte, een zwarte, het maakt geen verschil - of mag dat althans niet maken. In de Verenigde Staten vindt iedereen het tegenwoordig normaal dat blank en zwart aanwezig zijn in de rechtszaal en met name in de jury's. Is dat omdat beide groepen een eigen inbreng hebben die de rechtspraak evenwichtig houdt, of is dat ter bevrediging van de publieke opinie?

Onderzoekster De Groot-van Leeuwen: 'Het zou niets moeten uitmaken. Maar er is een beeld: je ziet een man of een vrouw, een witte of een zwarte. En dat heeft invloed. Wat je niet ziet zijn de politieke opvattingen, de afkomst, en die spelen misschien wel een veel grotere rol.'

Hoe meer vrouwen, hoe lager het aanzien van het beroep, luidt de bekende wet van (de Franse sociologe) Sullerot. Kritische grens: dertig procent. Het is gebeurd bij onderwijzers, in de medische wereld, bij huisartsen. Zal de magistratuur er ook aan moeten geloven? Sorgdrager, onbezorgd: 'Dat vind ik niet verkeerd. Zeker als je ziet welk gedrag mensen er soms aan ontlenen. Ik vind het niet ongezond, hoor, een statusdaling.'

Van Delden: 'Een vrouwenberoep wordt het toch. Onvermijdelijk. Kijk maar naar het aantal vrouwen op de opleiding, en op de universiteiten.' Hij gelooft niet in statusdaling. 'Waarom zou dat gebeuren? Zo'n wet van Sullerot is niet voor alle eeuwigheid geldig. Die telt alleen zolang beroepen met hoog aanzien uitsluitend door mannen worden bevolkt. Zodra vrouwen en mannen gelijk deelnemen aan alle beroepsberoepen, verliest die wet zijn waarde.'

Kan het ook zijn dat de rechterlijke macht tegenwoordig minder aantrekkelijk is voor mannen omdat elders, in het bedrijfsleven en de advocatuur, het grote geld hen toelacht? Sorgdrager: 'Als je voor de rechtbank kiest, heb je bij aanvang een mooi salaris, maar je loopt kans dat je op je veertigste nog steeds op hetzelfde niveau zit. Mannen die dit beroep kiezen doen dat omdat ze het werk graag willen doen. En inderdaad, een goede advocaat verdient vele malen meer dan een rechter. Maar een gewone rechter moet zich ook niet vergelijken met een topadvocaat.'

Vrouwe Justitia heerst op elke rechtbank. Waarom stellen we ons een rechter dan toch nog steeds voor als een bedaagde man van plusminus 55? Zelfs in de overigens zo roldoorbrekende tv-serie Pleidooi staat niemand er bij stil dat de rechter een anachronisme is, namelijk een oude, mannelijke knorrepot.

Hardnekkige imago's, meent Van Delden. 'De helft van de Nederlandse bevolking zal bij een enquête de rechter nog een pruik opzetten. En ook al ben je dertig: met een toga aan en een bril op in een imponerende omgeving word je zo voor 45 aangezien.' Spottend: 'Verder zijn wij rechters ook niet de meest flamboyante figuren.'

Geke van der Wal

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden