Column

Met fotografen valt niet meer te spotten

Rutger Pontzen

Een parodie? Nee, dat was het niet, oordeelde de rechter afgelopen week in de zaak Van Giel vs Tuymans. Nu was parodiëren voor Luc Tuymans de enige optie om aan een veroordeling te ontkomen. Maar volgens de Antwerpse rechtbank heeft Tuymans de foto van Katrijn Van Giel gewoon nageschilderd. Zonder te parodiëren of te spotten.

Komt bij dat Van Giel nu juist met die ene foto van de zwetende Jean-Marie Dedecker het gevoel had een buitengewone prent te hebben geschoten. Die behalve nieuwswaarde ook een kunstzinnige waarde bezat. Reden waarom ze op de barricade sprong, haar gelijk wilde halen en de wet aansprak. Omdat met haar niet te marchanderen valt.

De haast agressieve manier waarop ze naar de rechter stapte, tekent de toenemende mondigheid binnen de fotowereld. Fotografen worden zich beter bewust van hun eigen metier. En dat metier is geen kwestie van op het juiste moment op het juiste knopje van je fototoestel drukken. Maar een kwestie van iets goed gezien hebben én de techniek van je apparatuur beheersen - zoals iedere kunstenaar moet kunnen (natuurlijk).

Dus een portret voor de krant? Een nieuwsfoto voor internet? Het is niet langer zomaar een snel geschoten prent, maar met gevoel voor clair-obscur uitgelicht. Nauwgezet gefocust en nauwkeurig gekadreerd. Vanuit een niet voor de hand liggend standpunt. Met een aangepaste sluitertijd. Een eigen verhaal. Kunst. Of bijna kunst.

Fotograferen is net als schilderen, beeldhouwen, tekenen een aaneenrijging van artistieke beslissingen. Het is een 'creatieve keuze', zoals plagiaatadvocaat Marcel de Zwaan vorig jaar in Vrij Nederland uitlegde. 'Het inzicht dat een foto echt een schepping is, heeft even geduurd.'

Nu is het blijkbaar in veel fotografenhoofden doorgebroken en ook gelijk goed, afgaand op de affaires van de laatste paar jaar. Want kregen Richard Prince, Jeff Koons en Iris van Dongen er al niet mee te maken? Met boze fotografen die hun intellectuele eigendom wilden veiligstellen? Dat wat ze maken authentiek, individueel en uniek is. En dat die foto niet zomaar door Prince, Koons en Van Dongen mocht worden overgenomen.

Wellicht is het lange tijd niet als zodanig beschouwd en gewaardeerd. Zeker niet door de buitenwacht, die fotografen maar slome duikelaars vond. Gemakzuchtige gasten die eenvoudig de buitenwereld reproduceerden. Ook veel fotografen zagen zichzelf als doorgeefluik van oorlogsgeweld, armoede, bekvechtende politici en falende voetballers. Wat viel aan dat soort drama nog toe te voegen?

Maar die tijd is voorbij.

Kunstfotografen hadden dat bewustzijn natuurlijk al langere tijd. Dat ze een artistieke prestatie leverden. Begrijpelijk; hun werk wordt gezien als onderdeel van de grote, lange, eerbiedwaardige kunstgeschiedenis. Daarom zijn er steeds meer gespecialiseerde fotomusea, die hun werk kopen en tonen. 175 jaar fotografie wordt tegenwoordig nadrukkelijk als volwaardig onderdeel van 30 eeuwen kunstproductie beschouwd. Uniek en niet zomaar te kopiëren.

Maar nu hebben ook nieuwsfotografen dat idee: 'Hé, wacht even: ik ben een scheppend, creatief, eigenzinnig, conceptueel, authentiek kunstenaar. Mag zijn dat mijn werk in honderd- of duizendvoud, wat zeg ik, in een oplage van miljoenen in kranten en op internet wordt verspreid. Maar dat doet aan mijn scheppende, creatieve, eigenzinnige, doordachte, authentieke waarde niets af. Dus met je poten van afblijven!'

Parodiëren? Pas op: met fotografen valt tegenwoordig niet meer te spotten!

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden